dinsdag 28 december 2021

Tijd

We leven in een bijzondere tijd en ik ervaar dat de tijd mij volledig door de vingers glipt. Sinds maart 2019 leven we in een zogenaamde bubbel, er is wel een paar keer een kleine opening geweest en daar heb ik ook wel gebruik van gemaakt. We konden afgelopen zomer gelukkig heerlijk vakantie vieren in Italië, maar heel vaak zijn er dingen niet mogelijk. Op een avond of vrije dag met een stel vrienden spontaan iets ondernemen of een gepland weekend weg is sinds die tijd niet meer gebeurd.

Wat mij zo opvalt is dat de achterliggende bijna twee jaar weg zijn. Ik voel het als een tijdgat, het is er gewoon niet in mijn beleving. Door de psycholoog Douwe Draaisma is veel onderzoek gedaan naar tijdbeleving en hij beweert dat tijd sneller gaat als we minder nieuwe ervaringen hebben. Vreemd begrip tijd; het is ook een door mensen bedacht mechanisme om vat te houden op processen. De aarde draait om zijn as en doet daar een dag over en geeft ons ritme. En de seizoenen, op de breedtegraad waar wij leven hebben we geleerd om daar rekening mee te houden. We zaaien in het voorjaar en oogsten in het najaar zodat we de winter kunnen overleven. We zijn erg gebonden aan tijd.

Hoe dichter je bij de evenaar komt hoe minder relevant tijd is want door het klimaat rond de evenaar is het weer veel minder grillig. Of je nou in maart of in november zaait, de oogst zal niet mislukken door kou, het weer blijft wel mooi en eten en drinken is er in overvloed. Dat zou zo maar een verklaring kunnen zijn voor onze gedachte dat mensen die leven rond de evenaar lui zijn. Het houdt hun ontwikkeling tegen, maar je zou ook kunnen zeggen dat ze gezegend zijn want tijd is veel minder belangrijk. Het weer is lekker en je hebt voldoende te eten, wat wil een mens nog meer.

Henk Leemhuis

zaterdag 25 december 2021

Omarmen

Een woord dat zowel letterlijk als figuurlijk gebruikt wordt. We kunnen iemand omarmen of een idee dat iemand heeft omarmen. Het woord kan ook gedeeld worden in om-armen. Intrigerend de woorden om en armen, om heeft wel 10 betekenissen, arm heeft ook twee heel verschillende betekenissen, zowel als werkwoord en zelfstandig naamwoord.

In de kersttijd gaan we even op stil. Dat vind ik een heerlijke gedachte, een paar dagen in het jaar hoef ik niet zoveel. Een tijd om te omarmen, bij mezelf te rade te gaan hoe het met me gaat. Gewoon mijn gedachten laten gaan over wat er is. Er komen dan vooral begrippen als genieten en geloven aan de oppervlakte. Ik kan enorm genieten van een wandeling, gewoon lopen en kijken en genieten van wat er om me heen gebeurt. Kou, regen, kleuren van de natuur, wolkenpartijen en gesprekken met mensen met wie ik loop. Soms diepgaande gesprekken en soms stilte.

Tijdens het genieten komen er allerlei gedachten naar boven. Dingen die goed voelen maar ook de dingen niet goed voelen kan ik in mijn gedachten ook omarmen. De gedachte hoe ik me mag voelen van mezelf strookt die ook met wat anderen van mij vinden, of ben ik gewoon mezelf en doe ik wat ik voel? Dat laatste is een geweldig goed maar in een samenleving kan het niet altijd. Want de samenleving wil ik ook omarmen, dat voelt vaak als een warme jas maar ook soms als een loden jas. Door met elkaar in gesprek te gaan en te geloven dat de andere mens ook goed is maar net iets anders voelt dan ik helpt mij daarbij bijna altijd. Door te luisteren en elkaar te respecteren kan de loden jas dan ook veranderen in een warme jas. Die warme jas geeft ruimte, valt lekker en omarmt beter.

In de tijd van kerst liggen welkom en afscheid dicht bij elkaar. Geboorte, afscheid van het oude jaar en het welkom van het nieuwe jaar. Ik omarm het leven en bij het leven hoort ook dood en afscheid. Als het aan mij ligt omarmen we corona en laten we ons zoveel mogelijk vaccineren waardoor we het virus als een griep kunnen beschouwen en ja daar sterven ook mensen aan en we zullen afscheid moeten blijven nemen. Als we die gedachte omarmen kunnen we ook elkaar en het vrije leven weer omarmen.

Henk Leemhuis

vrijdag 24 december 2021

Kerst ’21

Ik probeer in de stemming te komen voor kerst, maar het kost me meer moeite kost dan andere jaren. Ondanks alle positieve ontwikkelingen op familiair en zakelijk gebied lukt het me maar moeilijk om in de juiste ‘mood’ te komen.

Nu moet ik bekennen dat ik wat gevoelig ben voor de winterblues, want die korte dagen met dat grauwe weer zorgen ervoor dat mijn biologische klok ietwat van slag raakt. Ook dat hele coronagedoe maakt me nu niet bepaald vrolijker en soms word ik er ronduit droevig van om te zien hoe een samenleving, en dan vooral de mensen om me heen, worstelen om balans te vinden en verdeeld raken om dingen als mondkapjes, QR-codes en 2G maatregelen.

Nu zijn we hier in het oosten nogal nuchter, maar toch, als je goed kijkt, zie je relaties verstoord worden en families verdeeld raken. Ik zie het op mijn werk, de eindeloze discussies met niet-mondkapje-dragende klanten, de stress bij de werknemers met een zwakkere gezondheid wanneer iemand weer eens vindt dat hij zich niet aan de regels hoeft te houden. En aan de andere kant de stress bij de ongevaccineerden die zich buitengesloten voelen van familie en vrienden. 

Om nog maar te zwijgen over alle andere narigheid in de wereld, de hongersnood in Afghanistan en die duizenden vluchtelingen die in de kou zitten te vernikkelen aan de grenzen van Europa. Vooral de kinderen die ik daartussen zag zitten kwamen echt bij me binnen. Soms zou ik dan ook willen dat ik Delete kon toetsen op een magisch toetsenbord en dat daarna alle narigheid weggetoverd was uit de wereld.

Naja, zo’n toetsenbord heb ik niet, die heeft niemand. Dus kruip ik maar weer met mijn langzaam wegtrekkende winterblues in mijn eigen bubbel waar het warm en goed is. Maar het blijft me wel dwarszitten dat ik er niets aan kan doen. Nou ja niets? Ik kan natuurlijk wel iets veranderen aan de wereld. Dat kleine stukje om me heen waar ik wel invloed op heb. Simpelweg door me bewust positief te blijven opstellen, openhartig te zijn en me echt van niemand af te sluiten. 

Prettige kerst,

Rudi Bults

dinsdag 21 december 2021

Kerstsprookje

Die zag ik niet aankomen, Kerstmis gaat niet door. Die vervelende pandemie gooit opnieuw roet in het eten. En we hadden zo’n mooie traditie, Kerst vieren met de hele familie, 25 man sterk, al vanaf dat de kinderen klein waren.

Kerstmis in Lockdown is niet leuk en voor iedereen anders. Ja, we versieren onze huizen, sommige blinken zelfs als kerstbomen met duizenden lichtjes. En zoals altijd halen we het lekkerste eten in huis, en voor de kleintjes kopen we prachtige nieuwe kleding. Online want wat moet je anders? Maar juist dat ene ding, het samenzijn, dat is onvervangbaar. Daardoor mis ik de mensen nog meer die er al niet meer zijn, denk ik terug aan de kerstdagen bij mijn ouders. Een gek soort weemoedige bewustwording door de omstandigheden vermoed ik.

Herinneringen zijn gekke dingen, ineens herinnerde ik me weer het zingen van kerstliedjes bij de kerststal samen met mijn vader en broertjes toen ik klein was. En ik herinner me de avonden dat Ali naar de nachtmis ging met onze dochters. Ik maakte dan midden in de nacht een broodmaaltijd, een mooie roomse traditie die ik van huis uit meegekregen had. Om het extra leuk te maken zorgde ik dat bij terugkomst het huis alleen nog verlicht was door tientallen kaarsjes. Dan haalde ik de jongste uit bed die subiet na een kwartiertje weer knikkebollend in slaap viel. Maar hij was er wel even bij, en daar gaat het om bij tradities. Net als die traditie dat de volgende dag de hele familie langkwam, met de kinderen, zo gezellig. Natuurlijk pakken ze ons Kerstmis niet af, het gaat gewoon door, ook dit jaar! We hopen gewoon op betere tijden.

Zalig kerstfeest allemaal!

Rudi Bults

dinsdag 14 december 2021

Payday

Ik ben gelovig. Niet bijgelovig. Mijn vrouw ook niet. Zo deden wij ooit ons stinkende best op vrijdag de dertiende te trouwen. Dat mislukte, we moesten het doen met een donderdag de dertiende. Jammer.

37 jaar later…. Ik ben nog steeds niet bijgelovig. Maar recent… Op een rij - en geloof me - ik heb er niets bij gefantaseerd: ´Hè Adrian, het blijft wel een beetje fris, hè…?´ Ik naar boven: cv-ketel in coma. Maandag 19, dinsdag 18… vrijdag 15 graden. Werkt heerlijk achter een bureau, moet u echt eens proberen. Toen de monteur: ´Niks coma, meneer: overleden´ $$$.

Twee dagen later: ik had een aanval van werklust en zou de auto wel even zuigen. Alles klaar gezet, matten er uit, komt u maar! Stinkende blauwe rook vanonder de klep van de stofzuiger. Miele, er is geen betere. Hmm… ´beter´ is ook niet meer wat het geweest is $$.

Volgende dag: ´Ik kook wel.´ Meteen knapt de verlichting onder de afzuigkap $.

Twee dagen later: douchen. Sta ik daar in me Adampje, blijft het water ijskoud! Het zal toch niet…. Nee, de splinternieuwe ketel snort tevreden. Mengkraan naar de knoppen: $$.

Weekje later, mijn koplampen tasten in het vaalgeelduister. Niet de vervangbare lampjes van een paar euro, nee, het hele buitenwerk $$$.

Dezelfde week: bericht in mijn mailbox: uw energieleverancier, Welkom Energie, is failliet. Weg voorschotoverschot, weg zonnepaneelvoordeel, weg welkomstpremie $$$.

Maar: welkom bij Eneco, meneer Verbree! Niks aan de hand hoor, wij helpen u hoor, u krijgt van ons lekkere verse gasjes hoor, voor maar 1.80 de kubieke meter hoor: $$$. Rovers!

Ik ben in quarantaine gegaan, ik kom voorlopig de deur niet uit, ik verroer me dit jaar niet meer. Ik ben niet bijgelovig, maar misschien wordt het tijd.

Adrian Verbree

woensdag 8 december 2021

Geluk

In de jaren 1826 en 1827 zorgde een malaria uitbraak voor een ramp in de stad Groningen. Tijdens de Stormvloed van 1825 vonden diverse dijkdoorbraken plaats, waardoor landerijen onder water kwamen te staan. De rotting van planten en dieren in een moerasachtige omgeving en de doorbraak van de Rietdijk in Groningen in 1826, die de stad onder water zette, zorgde in de hete lente en zomer van 1826 voor de perfecte omgeving voor de malariamug. De stormvloed kostte ook aan ruim 300 inwoners van Overijssel het leven. IJsselmeer was toen nog Zuiderzee.

De stadse bedrijvigheid belandde op zijn gat. Vooral de armen werden getroffen. De gegoede burgers sloegen de handen ineen en sleepten vele gezinnen door de moeilijke tijd heen. Uiteindelijk stierf tien procent van de bevolking. De Martinikerk besloot de klokken niet meer te luiden bij begrafenissen, omdat dit een negatief effect zou hebben op de plaatselijke bevolking. Kinine was het eerste geneesmiddel tegen malaria. Veel dokters stonden sceptisch tegenover dit nieuwe medicijn (1820) en weigerden het voor te schrijven.

U begrijpt welke kant ik op wil. De vergelijking met de huidige crisis dringt zich op. Het verloop van de ‘Groninger Ziekte’ kunnen we met de kennis van nu haarfijn analyseren. Wat heeft geholpen met de bestrijding, wat niet? In het geval van de Coronacrisis zullen we daar nog jaren op moeten wachten. Of er in 1826 rellen zijn geweest, ik heb het niet kunnen vinden. Het enige dat naar de koets van de arts werd gegooid, was een wanhopige patiënt. En die deed dat zelf.  

Wat ze zeker niet hadden in 1826 waren onze huidige overspannen media.

Een geluk bij een ongeluk, zullen we maar zeggen..

Bert Nonkes

 

dinsdag 30 november 2021

Positief

Ik weet nog toen ik de eerste haalde. Dat deed ik in Hardenberg, want ik wilde niet dat de mensen in Dedemsvaart het wisten. In het geheim stond ik bij de drogist en ik zei zo gewoon mogelijk dat ik er eentje wilde.

Eenmaal thuis heb ik ontzettend vaak de gebruiksaanwijzing doorgelezen. Wat een gedoe! Als eerste moest ik al wennen aan de woorden positief en negatief. Mijn gedachten gingen met me aan de haal. Want wat voor mij positief is, kan voor iemand anders juist als negatief worden opgevat en die heeft dan juist een rotgevoel bij een positieve uitslag. Stap voor stap voerde ik alles uit en toen kwam het wachten. De controlestreep was in elk geval gelukt: die stond er. Ik legde hem weg zodat ik niet de hele tijd de test kon zien liggen. Na een kwartier was het dan zover: ik mocht van mezelf de uitslag bekijken. Die was positief! Mijn man was helemaal in de wolken en ook ik was dolblij: dit was wat we graag wilden. De hele dag controleerde ik of de streepjes inderdaad zo duidelijk bleven. Dat was het geval: ik was hartstikke zwanger. Die test zag ik weer voor me toen ik laatst een Coronazelftest deed. Waar ik weer de gebruiksaanwijzing van doorlas. Mijn gedachten gingen met me aan de haal: in dit geval is een positieve uitslag juist negatief en je bent dus blij als je een negatieve uitslag krijgt. Weer een controlestreep, weer een kwartier wachten. Een negatieve uitslag: gelukkig, dat was positief nieuws. Ik bedacht me dat de generatie van nu die spanning van een zelftest waarschijnlijk niet meer zo zal beleven als wij destijds. Ze hebben al zo vaak een test gedaan dat ze geen gebruiksaanwijzing hoeven te lezen en gelijk weten dat één streepje de controlestreep is. Dat is dan weer het positieve ervan.

Karin van Dijk

dinsdag 23 november 2021

Opruimen

In maart schreef ik een column over verbouwen. Alles van de plek en opslaan en dan na de verbouwing terug plaatsen. Wij hadden bedacht om eens kritisch te gaan kijken naar alles wat we hadden bewaard en of we dat ook nodig hebben.

Inmiddels zijn we ruim een half jaar verder en onze leefruimte is weer goed op orde. De piano mag weg en waar de klok komt is nog een discussie in huize Leemhuis. Heel anders gaat het met onze zolder die leeggeruimd is en waar nieuwe kasten zijn geplaatst. In de loop van de 26 jaar dat we hier wonen is er veel meer ingekomen dan uitgegaan. Van vakantiespullen tot kerstballen. En vooral veel boeken. We hebben laatst alle boeken verzameld en in onze garage uitgestald. Het waren er ruim 600, en bij bijna elk boek was er wel een reden om het niet weg te doen. Een paar weken lang hebben we er regelmatig bij gestaan, boeken opgepakt en weer terug gelegd. Dat schoot niet op. Onze jongens hebben we de kans gegeven om boeken mee te nemen maar meer dan vijf kregen we er niet gesleten. Vorige week zijn we heel rigoureus gaan selecteren en hebben we er 450 weg gedaan. Wellicht zal er bij een boekenbeurs in Hardenberg toch eens iemand een boek met mijn naam tegenkomen. Maar ik hoef het niet terug.

Rianne en ik slepen dozen naar boven, hebben veel lol om foto's, het schiet daardoor soms ook gewoon niet op, maar wel heerlijk om door onze eigen geschiedenis te lopen. Ik ben begonnen om de postzegels voor onze jongens te rangschikken. Want ooit hebben we bedacht om ze de geschiedenis van hun jeugd in postzegels te geven, jaarboekjes van 0 tot 18 jaar. Waardevol voor ons, nu maar hopen dat zij dat ook vinden.

Henk Leemhuis

dinsdag 16 november 2021

Oppassen

Het is zondagmiddag en ik realiseer me ineens dat ik de column nog moet afschrijven voor morgen. Best lastig gezien we vandaag ook oppassen op onze zeven klein- en pleegkinderen. Geen ideale omstandigheden voor een moeilijke column dus. Die had ik oorspronkelijk namelijk wel gepland. Maar gedurende de week was ik al tot inkeer gekomen dat die column, over de tegenstellingen die in de samenleving zijn ontstaan door corona, weinig zinvols zou bijdragen. Hooguit dat het de tegenstellingen nog iets groter maakt.

Dus ik houd het bij een ander onderwerp dat me nogal bezighield. We hebben na een huizenjacht van ruim anderhalf jaar, namelijk eindelijk dat huis kunnen kopen waar we samen met onze dochter en schoonzoon naar op zoek waren. Een oude boerderij groot genoeg voor twee gezinnen, en ook nog eens gesitueerd midden in de natuur van het prachtige Reestdal. Dit betekent ook dat we onze eigen huizen gaan verkopen. En dat kan ik u vertellen, gaat heel anders dan vroeger! Niks meer wachten op de kopers, nee hoor. De makelaar komt, bepaalt de ‘vanaf bieden’ prijs, en maakt tegelijkertijd een afspraak voor de bezichtigingen. Ongelooflijk maar waar.

Direct nadat de woningen op Funda staan, melden zich de belangstellenden. Twee weken later zijn de bezichtigingen. Bijna dertig bezichtigingen verder komt nu het tweede huis aan de beurt. En dat is dus morgen. Dat is trouwens ook de reden dat wij vandaag de kinderen opvangen, zodat dochter en schoonzoon de boel nog even netjes aan kant kunnen maken. En hoewel kinderen over de vloer altijd gezellig is, merk ik dat het een slechte combinatie is met het schrijven van een column.

Rudi Bults

dinsdag 9 november 2021

De klassenmaatschappij van bol.com


Sinterklaas komt er aan. Tijd om de kinderen te verleiden! Het volkje wordt gebombardeerd met speelgoedreclame, de een nog verleidelijker en flitsender dan de ander.

Of Bruin al dat moois kan trekken? Gea en ik zijn de kinderfase royaal voorbij, maar wat werden de papieren speelgoedgidsen hier vroeger gespeld en cadeaus omcirkeld: 1. liefst. 2 oké. 3. als het écht niet anders kan. Zo ongeveer.

Bij bol.com wordt het prijsaspect listig omzeild. Toevallig kreeg ik vorige week hun glossy speelgoedgids onder ogen. De winkel van ons allemaal.

Maar niet heus. Bol.com heeft de klassenmaatschappij geherintroduceerd. Heel slim vermeldt de gids geen prijzen meer. Elk artikel gaat nu vergezeld van een QR-code. Dat oogt beter dan de vermelding dat die playmobil Dino Rock doos meer dan 80 pegels gaat kosten. Kinderen die kunnen lezen moeten bij het formuleren van hun wensen niet worden gehinderd door storende prijskaartjes.

Nu weten ze bij bol.com dat er ook ´pauperouders´ zijn. Daar is iets op gevonden: bij elke QR-code prijkt een dobbelsteentje. Staat daar 1 stip in, dan gaat het om een cadeautje tot 10 euro, bij 6 stippen weet je dat je vanaf 80 euro mag aftikken. Wie even bladert, ziet al snel dat dobbelstenen met 1 stip dun gezaaid zijn en dat de dobbelstenen met 4 tot 6 stippen zich als konijnen vermenigvuldigen.

Zo worden de have en have-bijna-nots subtiel gescheiden. Isa krijgt te horen dat ze uit het heerlijke boek 2 cadeautjes met een 1 op de dobbelsteen mag aankruisen, terwijl Olaf zich op alle dobbelstenen mag uitleven. Isa zal nu, een en al begrip, alleen bescheiden wensen koesteren en Olaf kan los gaan. Bol.komnou. Bah.

Adrian Verbree

woensdag 3 november 2021

Neudig


Het is meer dan 30 jaar geleden, dat ik Pa regelmatig aan zijn kop zeur om de auto. Ik heb namelijk net mijn rijbewijs. En ik wil maar één ding en dat is rijden! “Is dat nou neudig?” bromt Pa. Nee, tuurlijk niet. En ik begrijp zijn scepsis: de auto is letterlijk zijn bewegingsvrijheid. Achttienjarigen met een vers rijbewijs; je moet er niet aan denken wat er allemaal kan gebeuren. Maar het begrip is wederzijds en zo toer ik toch regelmatig door Stadskanaal en omstreken in de mintgroene Toyota Corolla.

Die middag heeft het geregend en gevallen blad maakt het wegdek glad. Uitkijken dus. Plots zie ik uit mijn ooghoek het meisje waar ik verliefd op ben. Met een andere jongen. Met een brommer. Een Honda MTX. Zo’n apparaat waarvan meisjes onder de indruk raken. Ik geef een ruk aan het stuur, het grasveld op. Een auto maakt meer indruk dan een brommer, toch? Ik trap op de rem om vlak achter de protserige tweewieler tot stilstand te komen. Ten minste dat is het plan. De voorwielen blokkeren braaf als ik het pedaal in duw, en verliezen hun grip in het natte gras. Sturen is zinloos.

Even later staan we met zijn drieën onthutst bij de puinhoop. Het achterspatbord van de MTX wijst niet meer naar beneden maar naar boven. Het rechter voorlicht van de auto is aan gruzelementen. Het meisje en de jongen zien eruit alsof ze zojuist ternauwernood aan de dood zijn ontsnapt. En laten we wel zijn, dat is ook zo. Ik zou op excuses moeten maken, maar het enige waar ik kan denken is: Pa!!

Als ik me uiteindelijk die middag thuis meld en het verhaal vertel, hel en verdoemenis vrezend, kijkt Pa mij vorsend aan: “Was dat nou neudig?”

 

PS Met dat meisje is het niks geworden.

PPS Pas op, het is glad, vooral op gras.


Bert Nonkes

dinsdag 26 oktober 2021

Het kan weer!


Even als voetbalmoeders onder elkaar: fijn hé, dat het weer begonnen is. Na een lange coronastop mogen we weer bij wedstrijden kijken. Ik heb namelijk twee fanatieke voetballers thuis.

Als kersverse voetbalmoeder ging er 16 jaar geleden een wereld voor me open. Op zaterdagochtend half 8 staat de halve parkeerplaats al vol, ruik je de verse koffie en moet je altijd wachten op dezelfde laatkomers. Inmiddels ben ik doorgewinterd en weet alles van rijschema's, wasschema's en vlagschema's. Elk jaar wisselen de teams en dus ook de ouders waarmee je veel tijd doorbrengt. Bij uitwedstrijden moet je eerst wachten als de jongens een warming-up hebben en na de wedstrijd weer totdat ze gedoucht zijn. Dat zijn zeker 5 kopjes koffie. Het is me een keer gelukt om bij de ouders van de tegenstanders te zitten en daar later pas achter te komen. Ik praatte vrolijk mee al vond ik het vreemd dat ze zo mopperden: we hadden toch gewonnen?

Wat ik ook leerde: hoe ouder de voetballers worden des te minder je moet roepen aan de zijlijn. Het is al snel ‘schamend'. Dus houd ik het bij "Mooie kans!” En mijn stokpaardje: "Het kan nog!”. Wij voetbalmoeders, wij begrijpen elkaar. We verontschuldigen ons soms voor het gedrag van onze kinderen op het veld. Waar de jongens in het heetst van de strijd fysiek worden geven wij elkaar een begrijpend knikje. Behalve als het te gek gaat, dan houden we ons in om niet het veld op te rennen.

Dan zijn er nog de vrijwilligers: die zet ik graag even in het zonnetje. Dat zijn de mensen in de kantine, de mensen die de velden onderhouden en natuurlijk de trainers. Zij zijn wat mij betreft goud waard. Fijn die voetbalmomenten: yes, het kan nog!

Karin van Dijk

dinsdag 19 oktober 2021

Jan en Diny

Zomaar twee namen van zomaar twee mensen. Twee levens met hoogte-, en dieptepunten. En over hoe hiermee om te gaan heeft iedereen een mening. Want wat zijn we toch goed in het geven van zogenaamde goede adviezen. Dat mensen het dan toch anders doen vinden we vaak maar moeilijk te verteren en daar ontstaat vaak ook afstand tussen ons.

Wij krijgen allemaal adviezen hoe we moeten doen. Dat kunnen velen van ons knap ongenuanceerd doen. Een geweldig voorbeeld vind ik de mening over iemand die zijn of haar partner heeft verloren. Wanneer ze lachen wordt er gezegd; “Ik snap niet dat je nu al weer lol kunt hebben” en als er gehuild wordt is het “dat je er nu nog niet overheen bent”. Je moet wel een dikke huid hebben om jezelf te blijven bij al die adviezen.

Als we nu eens beginnen om te luisteren naar iemand met een andere mening, een andere huidskleur, eetpatroon, postuur, geloof of een beperking. En dat we dan met elkaar in gesprek gaan hoe men dat ervaart. Luisteren naar iemand in een rolstoel of misschien zelf wel in de rolstoel plaats nemen. Durven ervaren hoe het is om anders te eten door samen te eten en proeven van ander eten. Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat het heerlijk is om te proeven van eten uit andere culturen.

Jan en Diny waren ook door het leven getekend, ze hadden elkaar maar Diny stierf een maand geleden. Jan was al ziek en kon het leven niet meer aan, ondanks alle goedbedoelde adviezen stopte hij met eten en bewegen. Afgelopen week overleed hij ook, om weer bij Diny te zijn. Op Java vieren ze 40 dagen na iemands overlijden Selamatan, de dag waarop de geest van de overledene definitief afscheid neemt. Was Jan toch mooi op tijd om bij Diny te zijn.

Henk Leemhuis

dinsdag 12 oktober 2021

Lieve Douwe


Door mijn werk ken ik veel bekende Nederlandse muzikanten persoonlijk. Zo ook Douwe Bob, die op zijn zeventiende in de winkel kwam voor een oude Gibson gitaar die ik net gereserveerd had voor een andere, ook bekende muzikant. Gelukkig kende ik zijn zwak voor jong talent, dus belde ik hem en samen kwamen we tot de conclusie dat dit grote talent een goede gitaar verdiende. Douwe kreeg de gitaar en is er nog steeds gelukkig mee.

Ik heb dat Amsterdamse lefgozertje leren waarderen door de jaren. Hij is een man van zijn woord en staat altijd klaar voor zijn vrienden. Daarom stond hij twee keer op rij voor een echte vriendenprijs op het festival, en was hij er ook bij om samen met zoonlief bier te tappen bij de opening van de nieuwe zaak. Gewoon omdat hij dat beloofd had. Beide kwamen niet bepaald nuchter uit de bardienst, maar dat terzijde. Dat hij daarna nog foutloos 10 liedjes van de Eagles speelde en zong, vond ik wel een echt mirakel. Ik zie hem altijd graag, zeker niet alleen als klant, maar vooral ook omdat hij eerlijk en oprecht is. Dat hij het hart op de tong heeft, werkt vaak tegen hem.

Gek genoeg herken ik veel van hem in mezelf. Niet het talentdeel helaas, maar wel dat ik in mijn jonge jaren ook regelmatig op mijn bek ging omdat ik mijn mening weer zo nodig moest uiten. Jaren van oefenen heeft me nadenkender en minder snel oordelend gemaakt. Al schrijvend realiseer ik me dat we vooral anders naar die hele knetterharde vaccinatiediscussie kijken door ons leeftijdsverschil. Maar ook dat die hele discussie echt van voorbijgaande aard is. Douwe Bob blijft wie hij is, intens, maar ook een lieve jongen, met het hart op de goede plek.

Rudi Bults

dinsdag 5 oktober 2021

Muzikale carrière

Vorige week vertelde Bert: - altijd heerlijk eerlijk - ik ben uit mijn eerste band geschopt. Daarmee had hij het al verder geschopt dan ik.

Mijn muzikale beperkingen werden op mijn tiende duidelijk. Ik moest auditie doen voor een jongenskoor. Móest. Mijn 1 jaar jongere broer ook. Ik was te onnozel om expres slecht te presteren. Op een onbewaakt ogenblik wierp ik een blik in de scorelijst. Daar stond achter de naam van mijn broer een 9, achter die van mij een 4. Ik voel nog de opluchting die toen door me heen ging. Ik had niet vals gespeeld, maar was aan het jongenskoor ontsnapt. Mijn broer kreeg voor dat koor een grijze pantalon (met vouw) en witte coltrui aangemeten. O gruwel!

Als gereformeerde jongen kreeg ik orgelles. Het zal wel ergens in de kleine lettertjes van de kerkorde verstopt hebben gezeten: ´maakt dat uw jongeren het orgel begorgelen´, of zo.

Ik vond er niks aan. Melodietjes als ´Mieke houd je vast aan de takken van de bomen´, veranderden in mijn hoofd al snel in: Mieke hang je op aan de takken van de bomen. Ik was een slecht kind.

Wij hadden een traporgel. Ons huis in een Groninger nieuwbouwwijk grensde aan een trapveldje. Ik ontwikkelde een unieke techniek om aan het orgel te ontsnappen: terwijl Mieke, gepijnigd door mijn toetsenwerk, weer eens bezig was zich op te hangen, trapte ik stilaan langzamer, zodat - hoe passend bij de aangepaste tekst - Miekes melodie langzaam weg stierf. Ik hoopte dat door het ´stilaan´ het uiteindelijk stilvallen van het orgel mijn ouders zou ontgaan. Ik had het raam al op een kier gezet. Zodra Mieke haar laatste adem had uitgeblazen, glipte ik dan door het raam naar de blije wereld van het voetbal. En hoewel ik het ook daar niet ver heb geschopt, heb ik wel genoten.

Adrian Verbree

dinsdag 28 september 2021

Afscheid


Ik begon mijn carrière als bassist in een band op zestienjarige leeftijd. Na twee repetities en slechts één optreden werd ik uit de band geschopt. Reden: gebrek aan Rock & Roll. Volkomen terecht.

De tweede band moest ik verlaten door gebrek aan loyaliteit. Lees: wanneer de bandleider het behaagde, diende ik op te draven voor repetities, ongeacht bezigheden of afspraken. Ik was dan wel goed maar na verloop van tijd niet gek meer. Van de derde band nam ik zelf afscheid. Ik ging emigreren naar het Vechtdal, namelijk. Dan is er nog een variant en die vindt aanstaande zaterdag plaats: we nemen als band afscheid.

In 2013 razendsnel opgericht voor de laatste Koninginnedag. Er was één kroeg in Vroomshoop die nog geen band had. Of wij daar wilden spelen. Alles op het laatste moment, vooruit, wij hadden een naam: Short Notice. Toen wij pas na twee jaar goed op stoom waren spraken we af geen uitdaging te schuwen. Zo speelden we tussen de sinaasappels en bananen in de plaatselijke supermarkt, op een wankel vlot op de Vecht waarbij regelmatig onze dure apparatuur overboord dreigde te vallen, zodat van spelen weinig kwam, en waren we de Pietenband bij de laatste intocht van de Sint. Maar we speelden ook met SDG Ane, tijdens de Samenloop voor Hoop en als begeleidingsband in het theater.

Op pad met de band. Het is elke keer weer het schoolreisgevoel. Tjolk en rang in de rugzak. Hyper van verwachting. Bij de vier tikken vooraf van de drummer gaat de tijd op de rem tot het laatste akkoord van de avond. Avonden van euforie en van diepe teleurstelling. Maar altijd zin in de volgende. En zaterdag dus de laatste. Op zoek naar nieuwe horizonten & vergezichten...

Bert Nonkes

dinsdag 21 september 2021

Plons


Nog anderhalve week dan is het echt zo ver: ik ga een voorstelling geven! Een initiatief vanuit de Voorveghter toen het maximale aantal bezoekers 100 was. Iedereen uit de regio die podiumambities had mocht de sleutel een avondje lenen. Mooi voor de theatertechnici die daardoor aan het werk blijven en voor degene die er van dromen om ooit op het podium te staan.

De lockdown kwam, en de datum werd vooruit geschoven. Fijn voor een uitsteller, zoals ik. Hoe meer versoepelingen er nu komen des te meer ik juist verstijf. Het is nu wel heel ECHT. Er zijn nog maar een aantal kaarten en dan zit het vol. Ik schrijf en ik schrap en lees al mijn steekwoorden weer door en luister de opnames van de liedjes terug. Details worden nu ook belangrijk: ik rijd naar het Hattematbad voor een zwemhaak en struin kringlopen af voor een schort. Ik droom over heel vals gezang of dat er helemaal geen geluid meer uit me komt. Er duiken overal mensen op die me vertellen dat ze kaartjes hebben, wat leuk! Dat betekent dat ik bijna alle aanwezigen ken. Op de opmerking dat het stoer is reageer ik wat mompelend. Tja, wat is stoer?

Ik kan niet meer terug. Mijn leerlingen leer ik altijd over de leerkuil: je zit op een bepaald moment onderin die kuil bij uitdagingen. Dat is het punt dat je op wilt geven, dat je denkt dat het je nooit gaat lukken. In mijn geval is die kuil een zwembad: ik lig nu zo'n beetje op de bodem. Past mooi bij mijn titel: 'In het diepe'. Gelukkig weet ik dat ik wel weer boven kom. Nog even doorzetten en dan is het zover. Zondag 3 oktober plons ik er echt in. Ik heb er enorm veel zin in en tegelijk doe ik het in mijn (zwem)broek. Gelukkig heb ik de zwemhaak achter de hand.

Karin van Dijk

dinsdag 14 september 2021

Onderweg


Deze column schrijf ik vanuit Frankrijk. Liggend op bed, want de afgelopen week heb ik drie dingen gedaan; fietsen, eten en rusten. Het plan om naar de Alpe d'Huez te fietsen en daar naar boven is eindelijk gerealiseerd. Als de krant in uw bus valt zijn we klaar.

Een prachtig project met 14 fietsers en 6 begeleiders. Door de lange voorbereiding, we zouden immers vorig voorjaar al, is een hechte groep ontstaan. Woensdagmorgen 8 september zijn we vertrokken, uitgezwaaid door familie, kennissen, schoolkinderen en belangstellenden. Het gezamenlijke doel, zoveel mogelijk geld voor kankeronderzoek bijeen fietsen bindt ons. De wetenschap dat ons streefbedrag bijna 1,5 keer meer geworden is wat we hoopten, maakt dat we super gemotiveerd zijn.

De begeleiding is fantastisch geregeld. Onderweg verzorging van eten en drinken. Ik wist niet dat ik op één dag zoveel kon verstouwen. Onze eerste 4 dagen zitten erop. Wel even iets anders dan in ons platteland. Klimmen en dan telkens weer beloond worden met een afdaling. We genieten, doorkruisen dorpjes waar mensen applaudisseren en soms zingen we mee met liedjes vanuit een speaker boven op de bus die ons volgt. We hebben zelfs een eigen lied dat door een medecolumnist is geschreven.

We spotten reeën, roofvogels en zelfs een vos. Maar we delen ook verhalen. Een lied kan zomaar aanleiding zijn voor een emotie bij iemand. Want ook binnen onze groep heeft iedereen een verhaal over de vreselijke ziekte kanker. De spanning voor de diagnose, het doormaken van behandelingen, onzekerheid, herstellen of er iemand aan verloren hebben alles kan gedeeld worden. Voor mij staat tijdens deze tocht vast: sport verbroedert!

Henk Leemhuis

dinsdag 7 september 2021

Zelfstandigheid


Afgelopen weekend vierden we ons 20-jarig bestaan als familiebedrijf, wat me deed terugdenken aan het begin. Dat was trouwens al in 1993.

We hadden net ons huis verbouwd en ik wilde wat rododendrons aanplanten. Ik hoorde dat ik geschikt terecht kon bij Jan Evers, een kweker in Kloosterhaar. Met Jan klikte het en ik besloot er 20 mee te nemen. Thuis bedacht ik me dat wanneer ik er 50 zou kopen, en de rest doorverkocht, mijn eigen rododendrons me niets zouden kosten. Zo gezegd zo gedaan, advertentie geplaatst in de Tubantia en kijken waar het schip strandt.

Dat werd zo’n groot succes dat, nadat ik Jans kwekerij leeggekocht had, maar besloot er 4000 te bestellen bij een grote kweker. Mijn onbewust jeukende hang naar zelfstandigheid was ineens een bedrijf geworden. Het rododendron-handeltje werd een tuincentrum en toen iemand me vroeg of ik ook tuinen kon ontwerpen, antwoorde ik op zijn Pipi Langkous, ‘ja hoor’ (ik heb het nog nooit gedaan dus ik denk dat ik het wel kan). En voor ik het in de smiezen had, had ik een hoveniersbedrijf, liepen er elf werknemers rond en reden er vijf busjes door het land om tuinen aan te leggen en te onderhouden.

 Acht jaar later, In 2001, besloot ik het bedrijf te verkopen. Maar één ding was voorgoed veranderd: ik kon niet meer terug in loondienst. Na een paar maandjes mijmeren besloot ik iets met gitaren te gaan doen, niet wetende dat het weer zo uit de hand zou lopen. Inmiddels zijn we twintig jaar verder, werkt zo’n beetje de hele familie mee, hebben we een wereldwijde klantenkring en afgelopen weekend hebben we met een klein festival ons 20-jarig bestaan gevierd. Met grote dank nog aan Jan Evers.

Rudi Bults

dinsdag 31 augustus 2021

N34


Ooit, zo las ik in een historische roman, slaagde een groep mensen uit de dertiende eeuw er in dagenlang hopeloos te verdwalen in de buurt van Zwolle. Hoe krijg je het klaar? Wel, ik ben er achter.

Recent: een trouwfeest ergens in het niets achter Nieuwleusen. Tegen middernacht reden we - 0.0 - naar huis. Ik vond dat de navigatie van mijn Prius uit 2009 ons op de heenreis ommelands had begeleid. Dat kon beter. Laat die middag had ik een nieuwe telefoon gekregen, nog niet alles werkte: even geen Google Maps. Maar hé, ik weet toch wel waar Oudleusen ligt? Nou, dan is het hup de N34 op en je bent thuis in een vloek (nee…) en een zucht. Dat met die zucht dat klopt dan weer wel.

Het ging allemaal voorspoedig, tot ik op een gegeven moment het gevoel kreeg dat de N34 wel érg rustig was en ook nogal breed. Toen ineens het asfalt onder een hoek van 90 graden afbrak en ik met vier wielen in het zand stond, begreep ik dat er echt iets mis was. De N34 lag er uit! Ik slalomde wat, bereikte via een grasstrook een parallelweg met zevenhonderd meter verderop barse hekken. Terug maar weer, een zijweg in die, door bos kronkelend, naar meer niets voerde. Keren. Weer de N34 op: zonder verlichting, zonder markering, hier zandstrand, daar asfalt zo breed als een startbaan. Meer gekeer. Ik had werkelijk geen idee meer hoe thuis te komen. Hoorde ik daar al wolven?

Uiteindelijk vond ik na veel pijn en moeite Oudleusen terug. Daar hielp het na gedane arbeid rustende personeel van eetcafé Mansier ons op weg. Drie kwartier later dan gepland bereikten we Gramsbergen. Doof de verlichting, haal de wegmarkering weg, plant wat bomen en je bent terug in de 13e eeuw. Nou ja, zolang er dan ook maar herbergen met vriendelijk personeel blijven.

Adrian Verbree

woensdag 25 augustus 2021

Hoogtevrees

 

In 1991 leer ik Erna kennen. We krijgen verkering en in 1993 gaan we op vakantie naar Parijs, de stad van de liefde. En de Eiffeltoren...
We brengen de dagen door met lange wandelingen in de stad en lezen voor de tent. Op zekere dag moet het er dan toch van komen: de Eiffeltoren...
Ik heb hoogtevrees. Maar dat vertel je niet in de prille fase van de verliefdheid aan je verkering. “Durf je?” vraagt Erna. Tuuuurlijk! Waren die traptreden maar dicht geweest in plaats van roosters waar je dwars doorheen keek. Maar helaas, wanneer ik naar beneden kijk, zie en voel ik de grond onder me wegzakken. Ik haal de eerste verdieping. Erna huppelt met haar lichte rugzakje en wapperende haren over het dek. Ik sta echter als vastgelast aan een stalen spant in het midden van het plankier. “Kom, we gaan naar de tweede verdieping”, stelt ze lachend voor. Op dat moment zei mijn blaasspier: “Als jij één voet op die trap zet, dan gaan ik in staking!” Ik piep: “Ik ben nog lang niet uitgekeken hier. Ga jij maar vast. Ik kom zo!”  Eerst tijd kopen, dan zou ik wel verder zien. Als in een nachtmerrie zweet ik naar de tweede verdieping. Eenmaal verenigd constateert Erna dat kaartjes voor de lift naar de top wel heel duur zijn. Al was Gustav Eiffel uit de dood opgestaan en had voor ons de liftdeur opengehouden, ik had bedankt.

“Jij was bang, hè?” maakt Erna de rekening op als we weer voor ons tentje zitten. “Ja”, verzucht ik, blij dat ik de schijn niet meer hoef op te houden. “Geeft niks.” zegt ze. Met deze vrouw ga ik trouwen.
De volgende dag vetrekken we. Vanuit de trein zie ik dat op de Eiffeltoren de lampen worden ontstoken. “Kijk eens,” zeg ik tegen Erna, “Mooi, hè..”

 Bert Nonkes

dinsdag 17 augustus 2021

Op de camping


We konden dit jaar weer: lekker naar de camping. We hebben er maar liefst vijf gehad en iedere camping had zijn eigen charme. We belandden in Zuid Frankrijk met onze gehuurde camper.

Mijn man, mijn zoon en neef fietsten en leefden zich in en op het water uit, terwijl ik veel boeken verslond. Ondertussen was ik druk aan het analyseren. Zo ploos ik uit hoe bepaalde gezinnen in elkaar zaten. Ik wist vrij snel hoe de onderliggende verhoudingen lagen. Bij de Nederlanders was dat al snel duidelijk, bij de Fransen moest ik echt observeren. Ik bedacht allerlei namen: zo was er de hoedjesmeneer en een Gerrit: eentje die iedereen helpt, gevraagd en ongevraagd. Of Jan-Floris: die wist waar de mooiste watervalletjes en cafeetjes waren.

Twee pubers werden van de camping gestuurd na een slapeloze nacht voor iedereen en er waren jonglerende circusartiesten. Twee bevriende Nederlands stellen bleven tot heel laat nog behoorlijk hard met elkaar discussiëren over het onderwijs. Daar heb ik in de vakantie geen zin in. Ik denk dat ze mij Saaie Sara hebben genoemd. Die alleen maar saai in de stoel zat met een boek. Terwijl haar bruinverbrande gespierde man ritjes maakte op de mountainbike. Zij hoefde nooit af te wassen want dat deden de mannen na het eten ‘s avonds.

Wat we gemeen hadden met alle campinggasten was het campinggevoel, inclusief naar het toilet met je wc-rol. Het schept toch een band. Want iedereen moet nu af en toe eens een grote boodschap doen. Zelfs Saaie Sara!

Karin van Dijk

dinsdag 10 augustus 2021

Laatste Loodjes


Op 8 september ga ik samen met dertien anderen eindelijk de ‘tochtvangewoondoen’ fietsen. Een zesdaagse fietstocht naar de Alpe d’Huez om onze belofte naar de sponsors in te lossen. Door corona hebben we het al twee keer moeten uitstellen maar met vaccinaties, QR-codes en toegang tot Frankrijk moet het nu toch echt lukken.

De trainingen gaan maar door, zo probeer ik de laatste maanden minimaal drie keer per week te fietsen. Het meest zie ik op tegen dat lange zitten op het zadel. Dat is ook bijna niet te trainen. Deze zomervakantie is de fiets mee naar Italië, daar kan ik lekker veel in de heuvels fietsen.

Ik probeer om de dag trainingen van ongeveer tachtig kilometer te rijden, ‘s morgens vroeg. Prachtige vergezichten en velden met zonnebloemen, akkers vol tomaten en soms een ree die de weg oversteekt maken het trainen makkelijker, ook als het even flink omhoog gaat.

Het is hier overdag erg warm en dan is luieren en zwemmen na de fietstocht heerlijk. In het land van de pasta krijg ik voldoende koolhydraten, maar eigenlijk iets te veel witte wijn, het is per slot van rekening vakantie. Dit hoort voor mij ook bij de laatste loodjes. De volgende column zal ik laten weten of het voldoende was want die zal ik schrijven als we onderweg zijn naar de Alpe d’Huez.

Henk Leemhuis

dinsdag 3 augustus 2021

Inkijkje

Samen met een goede vriend die ik gebombardeerd heb tot ‘guitarhunter’ koop ik regelmatig zeldzame vintage gitaren. Hij vindt ze, we bestuderen ze, en ik besluit dan of ik ze koop. Het brengt ons over de hele wereld, van Amerika tot zelfs in Argentinië.

Op onze zoektochten komen we de meest merkwaardige snuiters tegen. Wantrouwige Amerikanen die achterdochtig zijn naar niet-Amerikanen. Vriendelijke Russen die weer eens moeten verkopen omdat ze nog ergens een schuld hebben. Flamboyante Italianen en gezellige Belgen waar het altijd prettig zaken mee doen is. Amerika blijft natuurlijk de belangrijkste leverancier. Volgend jaar gaan we er weer naar toe om het nuttige met het aangename combineren, huren een motorhome, en struinen de uithoeken van dat rare ‘land van ongekende mogelijkheden’ af naar die zeldzame gitaarjuweeltjes. Maar er is wel wat aan het veranderen in dat prachtige land, de achterdocht is groot, e-mails worden vaak niet beantwoord, of ze houden de boot af zodra ze merken dat je een enge buitenlander bent. De politiek van tegenstellingen heeft duidelijk zijn polarisatie-sporen achtergelaten in dat toch al verzuilde land. Omdat we niet zomaar opgeven, pakken we dan de telefoon en bellen ze gewoon. En we zijn elke keer weer verbaasd hoe snel het ijs breekt met een simpel telefoontje. Dan blijken ze, net als wij, nog met een voet in de muziek staan, en met de andere voet bezig een winkel en een gezin draaiende te houden. Ik ben dan ook altijd blij verrast hoe in een persoonlijk gesprek onze schijnbare tegenstellingen oplossen als sneeuw voor de zon en die zogenaamde verschillen tussen ons veel kleiner zijn dan ze lijken.

Rudi Bults

dinsdag 27 juli 2021

Kutkop


Ellende voor collega Bert Nonkes: langdurig geplaagd door een hernia. Pijn kluistert hem aan huis en toetsenbord. Dat het snel verleden tijd mag zijn! Bert durft - heerlijke zelfspot - de straat niet op: zijn hernialoopje zou hem komen te staan op de verdenking van openbare dronkenschap of een mentaal defect. Ook verwacht hij door jeugd te zullen worden uitgelachen. Ik vrees dat hij met dit laatste deels gelijk heeft.

Onlangs daalde mijn broer, werkzaam in het onderwijs, met een klas uit Groningen af naar pretpark Slagharen. Het is een zwaar vak. Op zeker moment wilde hij dan ook even bijkomen. Hij zag een tafeltje waar nog ruimte was. Hij vroeg de er al zittende meisjes: ´Kan ik hier zitten?´ Dat was prima.

Even later kwam er een puber naar het tafeltje.

Hij zei tegen mijn broer, mid vijftig,: ´Oprotten: wij zitten hier.´

Mijn broer keek hem minzaam aan en zei: ´Pardon?´

´Ik zei oprotten, mongool. Wij zitten hier.´

Mijn broer wachtte even, zei toen: ´Dat dacht ik niet.´

´Hou je bek, met je kankerkop en flikker op.´

´Zo,´ reageerde mijn broer ´waar heb jij zulke moeilijke woorden geleerd?´

Waar hij zich gvd met zijn tyfuskloten kutkop mee bemoeide.

Het moest dus een school zijn met veel aandacht voor taalbeheersing. Het jongmens liet nog meer woordkunst horen, waaruit, tussen het moeilijks door, duidelijk werd dat meneer studeerde aan een school in Hardenberg.

Hmm, dat kon de bron van zijn taalschat dus niet zijn. Misschien een vorm van thuisonderwijs? Of bijeffect van zijn ´social´ media wereld? Terwijl ik hierover nadacht, kreeg ik een visioen. Ik keek vijf jaar vooruit en zag het iets groter gegroeide monstertje op Palma de Mallorca; druk bezig iemand dood te schoppen.

Adrian Verbree

woensdag 21 juli 2021

Het nakijken hebben

 

Mijn voorouders waren niet vlug ter been. Ze hebben, bij wijze van spreken, nooit het Nederlands estafetteteam gehaald. Ik ben bang dat ik de volgende in lijn ben. Ik heb nu al zo’n elf maanden last van een hernia. Die straalde eerst uit naar mijn rechterbeen en wandelde toen doodleuk naar mijn linkerbeen. Oefeningen, spuiten en medicatie, het helpt allemaal niks. Constant pijn en de motoriek van een pasgeboren veulen. Ik vermaak me met mijn schrijfopdrachten; die zorgen voor de broodnodige afleiding. Maar je moet ook wel eens de deur uit. Eerst deed ik dat in het donker vanwege mijn potsierlijke loopje, maar nu het lang licht is, kom ik daar niet meer mee weg. En ik wíl ook wel weer eens naar de winkel, potverdikkie. Maar ja, ik word nagekeken en ik kan wel zeggen dat me dat niks kan schelen, maar het scheelt me wel. De reacties zijn ruwweg in drie categorieën onder te brengen: er zijn mensen denken dat ik dronken ben, en met mijn voorgeschiedenis is dat helemaal niet zo’n gekke gedachte. Er zijn mensen denken dat ik naast een lichamelijke handicap ook een geestelijke handicap heb; ik herken ze aan de meewarige blik. En dan heb je de schooljeugd, die thuis het gesprek over respect voor anderen nog niet altijd heeft gevoerd, en mij gewoon keihard uitlacht. Reageren heeft geen zin, want voor ik me heb omgedraaid en “schavuiten!” heb geroepen, is ze al lang en breed verdwenen.

Ik hoop en ga er nog steeds stiekem vanuit dat mijn handicap een tijdelijke is. Mijn hart bloedt echter voor degenen die permanent in een situatie verkeren waarin ze niet conform de norm aan het sociaal-maatschappelijk verkeer kunnen deelnemen.
Kijk ze eens aan, in plaats van ná. Er gaat een wereld voor je open.

Bert Nonkes

dinsdag 13 juli 2021

Coolega’s


U heeft ze misschien ook. Net zoals bij je familie heb je ze niet voor het uitkiezen: collega’s. Je moet het ermee doen. Door de vele parttimers in het onderwijs heb je er veel van. Dat vind ik handig. Je weet precies bij wie je moet zijn omdat je elkaars talenten kent. Voor een vastgelopen digibord, of stoom afblazen vanwege een rotdag bijvoorbeeld.

Tijdens de lockdown kwam ik erachter hoe belangrijk collega’s voor mij zijn. Het contact bij het koffiezetapparaat is toch anders dan het meeleven met elkaar achter een scherm. Door de online vergaderdiscipline luisterden we naar elkaar, werd het geluid alleen aangezet als je iets wilde zeggen: heel effectief, maar o zo saai. Bent u op een school weleens in de teamkamer geweest tegen kwart over 8? Je stapt dan één groot kippenhok in! De gebroken nachten worden besproken, recepten uitgewisseld, en gemopperd over mannen en kinderen die rommel maken. Ook zwangerschappen, eisprongen en de overgang: er is altijd wel een onderwerp te bespreken.

De afgelopen weken realiseerde ik me meer dan ooit dat ik ze straks niet meer heb. Dat is mijn eigen schuld: ik kies er zelf voor om het avontuur aan te gaan en als trainingsacteur te willen werken. Daar zal ik vast weer nieuwe mensen leren kennen, maar het is vast niet te vergelijken met het team waar ik negentien jaar deel van uit mocht maken. Bij wie moet ik zijn als mijn computer vastloopt en als ik wil mopperen over beschimmelde broodjes in broodtrommels? Gelukkig mag ik nog in de informele appgroep blijven. Dus als u ze heeft: wees ze dankbaar en onthoud dat ze best cool zijn: coolega’s dus eigenlijk…

Karin van Dijk

dinsdag 6 juli 2021

Onkruid


Gek dat we een plant of kruid zo noemen. We zouden het beter kunnen omschrijven als ongewenst op bepaalde plaatsen. Als tuinliefhebber heb ik ook last van onkruid. Al jaren bestrijd ik knopkruid en zevenblad, maar ook groeien er margrieten, papavers en klaprozen waar ze niet geplant zijn.

Er groeit van alles in onze tuin waardoor het een weelderig bloeiende tuin is geworden. Ik kan zittend in de tuin ontzettend genieten van de kleurenpracht en de insecten die van bloem tot bloem gaan. Al 40 jaar geleden op onze vakanties in Zweden genoten we van de gekleurde wegbermen waar heel veel planten bloeiden. Dat kenden we niet in Nederland, daar waren de wegbermen altijd kort gemaaid, zag ik soms een klaproos maar dat was het dan ook wel.

Daar komt gelukkig verandering in doordat we zijn gaan inzien dat de insecten aan het verdwijnen zijn, een o zo belangrijke schakel in de natuur. Een paar jaar geleden kwamen er plukveldjes, ook eentje naast ons huis waar dagelijks mensen staan te kijken of komen plukken. In de drie jaar dat het er ligt zijn er steeds meer kleurrijke bloemen bij gekomen. Maar ook insecten en meer en andere vogels.

De gemeentelijke groenvoorziening heeft gelukkig nu ook door dat wegbermen veel mooier worden als er veel minder gemaaid wordt. De komende jaren zal het alleen maar mooier worden als bloemen tussen de grassen zullen verschijnen en insecten en vogels hun weg weer weten te vinden. Als we goed om ons heen kijken kunnen we genieten van al dat moois dat de natuur ons gratis geeft. Als we daarbij ook de snelheid in het verkeer een beetje aanpassen is het nog beter zichtbaar en maken we met elkaar de wereld weer een beetje mooier.

Henk Leemhuis

dinsdag 29 juni 2021

Huizenjacht


Al anderhalf jaar help ik mijn dochter in een intensieve zoektocht naar een huis groot genoeg om haar gezin met kinderen en pleegkinderen en af en toe een logeerkind in te huisvesten. We denken zelfs aan een huis groot genoeg voor twee gezinnen. Het liefst buiten het dorp, met voldoende grond om die wildebrassen te laten uitrazen.

Het is een eindeloze zoektocht geworden. De prijzen van huizen zijn enorm gestegen. En de gemeente Hardenberg is qua prijsgroei zelfs koploper in Nederland. Bijzonder? Nee, niet echt. Het thuiswerken heeft een enorme vlucht genomen. Nog versterkt door de Corona pandemie. Hierdoor is er een migratie op gang gekomen van het westen naar het oosten van het land. Waarom zou je tenslotte in een flat willen wonen als je ook kunt thuiswerken in het prachtige Vechtdal?!

Tegelijkertijd is er een ander gek fenomeen aan de hand. Er worden steeds minder huizen aangeboden. Stonden er vier jaar geleden nog ruim 200 te koop, zijn dat er nu amper 50. Deels worden ze razendsnel verkocht, maar deels worden er ook een pak minder aangeboden worden. Want waarom verkopen als je duurder moet terug kopen? Met de wet van vraag en aanbod in het achterhoofd - bij een grote vraag en weinig aanbod stijgt de prijs - is het dus nog moeilijker iets te vinden.

Dus we hebben een dilemma. Waar vinden we dat ruime huis? het liefst met veel grond ergens in een ruime cirkel rond Dedemsvaart? We hebben voorlopig een creatieve oplossing bedacht. We ruilen van woning. Maar echt tevreden zijn we daar niet mee. Dit compromis is niet de echte droom oplossing. Maar voorlopig kan het er mee door. En eh, mocht u zich aangesproken voelen? Wij houden ons aanbevolen!

Rudi Bults

dinsdag 22 juni 2021

Het maaiwonder


Dit wordt een dankbaar stukje, maar het begint met een trauma. Het is voorjaar 2020 en voorjaar 2019, voorjaar 2018, enzovoort. Het is mooi, hier in Gramsbergen. Voorjaar: tussen het opkomend gemeentegras zie ik al de nu nog donkere, jonge planten van de pinksterbloem. De rozetten van de madelief zijn niet te missen, die zijn er altijd. Bellis perennis: mooi-het-jaar-rond. Boterbloemen, zuring, grootbloemig muur, het wordt prachtig.

Dat wil zeggen: het had prachtig kunnen worden. Maar… weèeèhhh…… wèèèèh…… Queen zingt ergens over een ´death on two legs´, wel, dit is ´death on four wheels´. In schutkleur groen raast het nietsontziend maaimonster over de grasmat. Pinksterbloemen, boterbloemen in de knop, paardenbloemen, zuringscheuten, madelieven, het sterft alles een acute dood. Binnen twintig minuten is de bloemenzee veranderd in een botanisch Margraten, enkel geschikt om, in stukken geknipt, te worden verkocht als biljartlaken: 2020, 2019, 2018...

En toen: 2021... Pinksterbloem & co begonnen weer aan hun zinloze wedloop tegen het maaimonster. Maar dat bleef weg! Je zag de grassen wassen, pinksterbloemen rekten zich, zelden zag je madelieven op zulke ranke stelen. Klaprozen, korenbloemen, margrieten, insecten gonsden als in geen jaren. Toen de maaimolog alsnog opdook, graasde die alleen de randen langs het fiets- en wandelpad kaal.

Wat is dit: ambtelijke vergissing, een singulariteit? Buiten Gramsbergen zie ik hetzelfde verschijnsel. Dood-door-maaien lijkt overnacht letterlijk een randverschijnsel geworden. De natuur juicht, ik juich mee. Wie dit ook heeft bedacht: hulde. Ga zo door en in 2022 kunnen we weer onbezwaard een bosje pinksterbloemen plukken.

Adrian Verbree

dinsdag 15 juni 2021

Vaderdag


Ik kon niet zo heel best opschieten met mijn vader. Toen ik klein was, ging het prima. Dan kijk je tegen je vader op, wat hij ook doet of zegt. Maar toen ik de puberleeftijd bereikte, wilde ik meer: echt praten, discussie, serieus genomen worden. Dat bleek tot mijn grote frustratie niet mogelijk. Mijn vader bezat domweg die vaardigheden niet. Zo was het, en niet anders! Dat was mijn vader.

Qua schoolprestaties was niets goed. Waarom was die acht geen negen? De negen geen tien? En omdat uiteindelijk niets goed genoeg was, was dat ook precies wat ik ging doen: niets. Ik zakte voor twee vakken en verliet het VWO met vijf certificaten maar zonder diploma. Tot grote frustratie van pa.

Toen ik begin twintig was, ging ik samenwonen met Erna, in Brucht. Ver weg van de dagelijkse irritaties in het ouderlijk huis. En het wonder geschiedde, onze band veranderde langzamerhand in iets wat je gelijkwaardig zou kunnen noemen. Het ingrediënt waar wij naar op zoek waren geweest voor een gezonde verstandhouding, was afstand. De gesprekken die we voerden, gingen over de alledaagse dingen: politiek, het weer, het verkeer. Mij niet diep genoeg, maar vooruit, het begin was er.

Ondanks alles hield ik van mijn vader. De loyaliteit van kinderen ten opzichte van hun ouders is ongekend. Daar heb ik in mijn werk als docent vele bijzondere voorbeelden van gezien. En ik genoot van onze hernieuwde relatie. Niet lang. Toen ik zesentwintig was, stierf mijn vader plotseling. Dat voelde zo oneerlijk, we waren zo mooi op weg. Ik heb daar lang last van gehad. Maar ik heb er ook mijn weg in gevonden en kijk met veel warmte terug op de periode dat mijn vader bij ons was. Da’s toch mooi…

Bert Nonkes

dinsdag 8 juni 2021

Falosofie


Misschien klinkt het arrogant, maar toch: ik ben er goed in. In fouten maken, al zeg ik het zelf. Van kleintjes, zoals Optimel toevoegen aan de lasagne tot grote: aan de autoradio prutsen tijdens het rijden en daardoor een botsing veroorzaken. Niemand heeft mij hier ooit een compliment voor gegeven, of me verteld dat ik goed bezig was. Had ik toen maar geweten dat fouten maken oké is en dat je door ze te verbeteren iets leerde. Waarschijnlijk had ik me minder rot gevoeld.

In onze maatschappij is fouten maken iets vervelends. Zonde, want we zijn juist zover dankzij fouten! Google maar eens op het ontstaan van penicilline. Er zouden minder perfectionisten bestaan als we relaxter om zouden gaan met het maken van fouten. Falen wordt nu gezien als iets negatiefs. Dat begint al jong. Als ik mijn kleuters een vraag stel, steken er veel kinderen hun vinger op, maar lang niet iedereen: want stel je voor dat het fout is. Gelukkig hebben we daar als leerkrachten wel invloed op. We laten zien dat wij ook fouten maken en dat we daarvan leren. Het riedeltje "Van proberen kun je leren” buigen we om naar: proberen ís leren. Ik volgde een webinar hierover en vond het een eye-opener. Het zal wel lang duren voordat iedereen dit zo zal zien, dus ik begin er thuis vast mee. Van een mislukking maak ik een misleuking. Ik ga instellen dat we ‘s avonds de leukste fout van de dag gaan kiezen. Mijn kinderen zijn steevast mijn proefpersonen bij nieuwe dingen.

Over proeven gesproken: dankzij mijn vergissing dat ik de Optimel voor melk aan zag en in de lasagnesaus verwerkte wordt mijn lasagne nu wel gewaardeerd! Er zitten dus ook voordelen aan fouten maken. Ik gun u er ook één vandaag: succes!

Karin van Dijk

dinsdag 1 juni 2021

Vrijheid


Het was zo gewoon, doen waar je zin in had. Sinds 1,5 jaar is dat niet meer zo. Ik dacht in januari vorig jaar dat het wel zou overwaaien maar op 16 maart ging de praktijk dicht. De weken daarop ga ik online, ik ontdek beeldbellen, zet oefeningen op papier die ik in brievenbussen stop. Ik maak filmpjes en ga op huisbezoek waar ik soms vanuit de tuin door het raam heen de oefeningen met mijn patiënten doorneem.

Na 10 weken gaat de praktijk weer open en sindsdien werken we met mondkapjes en ontsmetten we de apparatuur en behandelbank stuk. Ik praat veel over COVID, het gaat steeds vaker over vaccineren. Gelukkig zijn de meeste mensen zo verstandig dat ze zich laten vaccineren. Als ik langs de evenementenhal rijd doet de volle parkeerplaats me deugd. Zelf ben ik als zorgmedewerker al twee keer gevaccineerd. Ik voel me hierdoor ook minder kwetsbaar voor mezelf maar ook voor anderen.

Afgelopen vrijdag kregen we het nieuws dat er steeds meer mag. Terug naar normaal. Ik wil heel graag weer reizen, genieten van andere culturen en daarvan leren. Er is veel discussie over de kans op complicaties bij het vaccineren. Als ik ga vliegen is er ook een kans dat me iets overkomt. Leven is nu eenmaal risico's lopen elke dag weer. Deze week is daar de kans bijgekomen dat een vliegtuig wordt gedwongen te landen in een land waar het overheen vliegt. In dat land is helemaal geen vrijheid. Daar wil ik niet naar toe, maar hoe groot is die kans. Moet ik me daar straks ook druk over maken. Ik ga dat niet doen, ik wil positief leven en ga uit van het goede. De in ballingschap levende oppositieleider uit Wit-Rusland zei het erg mooi; "waardeer de vrijheid die we hebben”.

Henk Leemhuis