dinsdag 26 oktober 2021

Het kan weer!


Even als voetbalmoeders onder elkaar: fijn hé, dat het weer begonnen is. Na een lange coronastop mogen we weer bij wedstrijden kijken. Ik heb namelijk twee fanatieke voetballers thuis.

Als kersverse voetbalmoeder ging er 16 jaar geleden een wereld voor me open. Op zaterdagochtend half 8 staat de halve parkeerplaats al vol, ruik je de verse koffie en moet je altijd wachten op dezelfde laatkomers. Inmiddels ben ik doorgewinterd en weet alles van rijschema's, wasschema's en vlagschema's. Elk jaar wisselen de teams en dus ook de ouders waarmee je veel tijd doorbrengt. Bij uitwedstrijden moet je eerst wachten als de jongens een warming-up hebben en na de wedstrijd weer totdat ze gedoucht zijn. Dat zijn zeker 5 kopjes koffie. Het is me een keer gelukt om bij de ouders van de tegenstanders te zitten en daar later pas achter te komen. Ik praatte vrolijk mee al vond ik het vreemd dat ze zo mopperden: we hadden toch gewonnen?

Wat ik ook leerde: hoe ouder de voetballers worden des te minder je moet roepen aan de zijlijn. Het is al snel ‘schamend'. Dus houd ik het bij "Mooie kans!” En mijn stokpaardje: "Het kan nog!”. Wij voetbalmoeders, wij begrijpen elkaar. We verontschuldigen ons soms voor het gedrag van onze kinderen op het veld. Waar de jongens in het heetst van de strijd fysiek worden geven wij elkaar een begrijpend knikje. Behalve als het te gek gaat, dan houden we ons in om niet het veld op te rennen.

Dan zijn er nog de vrijwilligers: die zet ik graag even in het zonnetje. Dat zijn de mensen in de kantine, de mensen die de velden onderhouden en natuurlijk de trainers. Zij zijn wat mij betreft goud waard. Fijn die voetbalmomenten: yes, het kan nog!

Karin van Dijk

dinsdag 19 oktober 2021

Jan en Diny

Zomaar twee namen van zomaar twee mensen. Twee levens met hoogte-, en dieptepunten. En over hoe hiermee om te gaan heeft iedereen een mening. Want wat zijn we toch goed in het geven van zogenaamde goede adviezen. Dat mensen het dan toch anders doen vinden we vaak maar moeilijk te verteren en daar ontstaat vaak ook afstand tussen ons.

Wij krijgen allemaal adviezen hoe we moeten doen. Dat kunnen velen van ons knap ongenuanceerd doen. Een geweldig voorbeeld vind ik de mening over iemand die zijn of haar partner heeft verloren. Wanneer ze lachen wordt er gezegd; “Ik snap niet dat je nu al weer lol kunt hebben” en als er gehuild wordt is het “dat je er nu nog niet overheen bent”. Je moet wel een dikke huid hebben om jezelf te blijven bij al die adviezen.

Als we nu eens beginnen om te luisteren naar iemand met een andere mening, een andere huidskleur, eetpatroon, postuur, geloof of een beperking. En dat we dan met elkaar in gesprek gaan hoe men dat ervaart. Luisteren naar iemand in een rolstoel of misschien zelf wel in de rolstoel plaats nemen. Durven ervaren hoe het is om anders te eten door samen te eten en proeven van ander eten. Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat het heerlijk is om te proeven van eten uit andere culturen.

Jan en Diny waren ook door het leven getekend, ze hadden elkaar maar Diny stierf een maand geleden. Jan was al ziek en kon het leven niet meer aan, ondanks alle goedbedoelde adviezen stopte hij met eten en bewegen. Afgelopen week overleed hij ook, om weer bij Diny te zijn. Op Java vieren ze 40 dagen na iemands overlijden Selamatan, de dag waarop de geest van de overledene definitief afscheid neemt. Was Jan toch mooi op tijd om bij Diny te zijn.

Henk Leemhuis

dinsdag 12 oktober 2021

Lieve Douwe


Door mijn werk ken ik veel bekende Nederlandse muzikanten persoonlijk. Zo ook Douwe Bob, die op zijn zeventiende in de winkel kwam voor een oude Gibson gitaar die ik net gereserveerd had voor een andere, ook bekende muzikant. Gelukkig kende ik zijn zwak voor jong talent, dus belde ik hem en samen kwamen we tot de conclusie dat dit grote talent een goede gitaar verdiende. Douwe kreeg de gitaar en is er nog steeds gelukkig mee.

Ik heb dat Amsterdamse lefgozertje leren waarderen door de jaren. Hij is een man van zijn woord en staat altijd klaar voor zijn vrienden. Daarom stond hij twee keer op rij voor een echte vriendenprijs op het festival, en was hij er ook bij om samen met zoonlief bier te tappen bij de opening van de nieuwe zaak. Gewoon omdat hij dat beloofd had. Beide kwamen niet bepaald nuchter uit de bardienst, maar dat terzijde. Dat hij daarna nog foutloos 10 liedjes van de Eagles speelde en zong, vond ik wel een echt mirakel. Ik zie hem altijd graag, zeker niet alleen als klant, maar vooral ook omdat hij eerlijk en oprecht is. Dat hij het hart op de tong heeft, werkt vaak tegen hem.

Gek genoeg herken ik veel van hem in mezelf. Niet het talentdeel helaas, maar wel dat ik in mijn jonge jaren ook regelmatig op mijn bek ging omdat ik mijn mening weer zo nodig moest uiten. Jaren van oefenen heeft me nadenkender en minder snel oordelend gemaakt. Al schrijvend realiseer ik me dat we vooral anders naar die hele knetterharde vaccinatiediscussie kijken door ons leeftijdsverschil. Maar ook dat die hele discussie echt van voorbijgaande aard is. Douwe Bob blijft wie hij is, intens, maar ook een lieve jongen, met het hart op de goede plek.

Rudi Bults

dinsdag 5 oktober 2021

Muzikale carrière

Vorige week vertelde Bert: - altijd heerlijk eerlijk - ik ben uit mijn eerste band geschopt. Daarmee had hij het al verder geschopt dan ik.

Mijn muzikale beperkingen werden op mijn tiende duidelijk. Ik moest auditie doen voor een jongenskoor. Móest. Mijn 1 jaar jongere broer ook. Ik was te onnozel om expres slecht te presteren. Op een onbewaakt ogenblik wierp ik een blik in de scorelijst. Daar stond achter de naam van mijn broer een 9, achter die van mij een 4. Ik voel nog de opluchting die toen door me heen ging. Ik had niet vals gespeeld, maar was aan het jongenskoor ontsnapt. Mijn broer kreeg voor dat koor een grijze pantalon (met vouw) en witte coltrui aangemeten. O gruwel!

Als gereformeerde jongen kreeg ik orgelles. Het zal wel ergens in de kleine lettertjes van de kerkorde verstopt hebben gezeten: ´maakt dat uw jongeren het orgel begorgelen´, of zo.

Ik vond er niks aan. Melodietjes als ´Mieke houd je vast aan de takken van de bomen´, veranderden in mijn hoofd al snel in: Mieke hang je op aan de takken van de bomen. Ik was een slecht kind.

Wij hadden een traporgel. Ons huis in een Groninger nieuwbouwwijk grensde aan een trapveldje. Ik ontwikkelde een unieke techniek om aan het orgel te ontsnappen: terwijl Mieke, gepijnigd door mijn toetsenwerk, weer eens bezig was zich op te hangen, trapte ik stilaan langzamer, zodat - hoe passend bij de aangepaste tekst - Miekes melodie langzaam weg stierf. Ik hoopte dat door het ´stilaan´ het uiteindelijk stilvallen van het orgel mijn ouders zou ontgaan. Ik had het raam al op een kier gezet. Zodra Mieke haar laatste adem had uitgeblazen, glipte ik dan door het raam naar de blije wereld van het voetbal. En hoewel ik het ook daar niet ver heb geschopt, heb ik wel genoten.

Adrian Verbree