woensdag 25 maart 2020

Stenen winkel

Ik ben nooit erg snel met mijn belastingaangifte. Ik krijg toch niks terug, dus waarom me druk gemaakt om 1 april? Maar dit jaar had ik blijkbaar een aanval van burgerzin. Alles ingevuld, voelde ik me begin maart ontzettend braaf. Nog niet heilig, maar toch wel enigszins verheven boven... nou ja, in elk geval boven mijzelf. Ik hoefde de boel alleen nog even te printen.

Daar ging het mis. Mijn printer draagt niet graag belasting af. Wat ik ook probeerde, resette, op de toner klopte, aan on-dominee-achtige spiertaal lanceerde, het ding produceerde geen letter. Uiteindelijk belandde ik bij de plaatselijke leverancier van de printer, die mijn probleem als een 'uitdaging' beleefde en en passant even de papieren voor mijn aangifte printte, zodat mijn kans op het predikaat 'brave burger 2020' nog niet is verkeken. Toen ik hem vertelde dat ik blij ben met plaatselijke ondernemers en hun service, vertelde hij me een aardig verhaal.

De telefoon ging. Paniekerig pubertje aan de lijn. Welopgevoed, sprak het jongmens hem aan met 'meneer'. (Hoe prettig in een tijd waarin jongeren doorgaans niet verder komen dan: 'hoi' of 'hallo'.)
'Meneer, hebt u een winkel?'
'Eh... ja?'
'Ik bedoel: een echte winkel, een sténen winkel?'
Ja...?'
'Dus, dus als ik bij u kom, is er een deur waar ik naar binnen kan en dan zíe ik u?'
'Tot zes uur.'

Het kereltje kon het maar moeilijk bevatten: een stenen winkel, dichtbij! Hij bestelt natuurlijk normaal alles bij dozenschuivers als bol.com, maar nu hij tegen een acuut probleem aanliep (ik neem aan een te laat aangevat schoolwerkstuk) ervoer hij het bestaan van een stenen winkel als een wonder. Dat is het ook. Nog wel. Zolang wij deze stenen koesteren. Koop, als het even kan, lokaal, ook als u geen puber of niet belastingplichtig bent. O ja, mijn printer doet het weer.

Adrian Verbree

woensdag 18 maart 2020

Boekenweek


Op de kop af nul boeken heb ik gelezen op de middelbare school. En ik moest er 45 voor Nederlands, 25 voor Engels en 20 voor Duits. Het waren ongemakkelijke schoolonderzoeken, dat weet ik nog wel. Eén van de docenten was zo verbolgen over de vermeende respectloosheid jegens zijn geliefde vak dat hij me toebeet: “Als je mijn zoon was, ging je over de knie!” Een opmerking die hem vandaag de dag op een taakstraf van minstens 120 uur zou komen te staan.

Begrijp me niet verkeerd, ik hou van lezen. Als klein jongetje al. Soms ging ik op woensdagmiddag wel twee keer naar de bibliotheek om boeken te ruilen. Het oersterke napoleontapijt dat bij ons in de kamer lag, sleet maar op twee plekken: onder de wieltjes van mijn vaders stoel en voor de gaskachel, waar ik languit lag te lezen. Tegenwoordig bedien ik mij vooral van Storytel waarbij via een app op de telefoon boeken worden voorgelezen. Handig en heerlijk in de auto, bijvoorbeeld. Soms door stemacteurs ingesproken, soms door de schrijvers zelf. Jan Wolkers die zijn eigen Turks Fruit voorleest: onnavolgbaar!
Het móeten, daar zat ‘em de kneep. Dat dreef mij tot rebellie, het thema van de Boekenweek van dit jaar. Ik associeer het woord rebellie met harde actie en actief verzet maar er schuilt ook rebellie in het niksdoen. Dat jaar zakte ik voor mijn examen, niet op Engels en Duits, maar de 45 ongelezen Nederlandse boeken trokken een té zware wissel op de exameneisen. En ik zakte op wiskunde. Wiskunde, ik heb er mijn hele leven al een relatie mee als een blote nek met een processierups heeft.
Ik had een herexamen kunnen doen. Maar ik was op vakantie in Amerika. Je zou er een boek over kunnen schrijven.

Bert Nonkes

woensdag 11 maart 2020

Quarantaine


“Juf, als jij twee weken in quarantaine zou moeten, met wie zou je dat dat vol kunnen houden zonder ruzie?” Goede vraag van een leerling. Na een discussie over hoe je nu wel of niet een ander met Corona kunt besmetten hebben we het over quarantaine. Over het antwoord hoef ik niet lang na te denken: met mijn vriendinnen.

We kennen elkaars families en de gewoontes die daarbij hoorden. Met z’n vieren bedachten we de beste spijbelsmoezen en haalden onze diploma’s. Volwassen worden, trouwen, werken en het krijgen van kinderen: we deelden het samen. Met hen heb ik ontzettend veel beleefd. Als je elkaar al zo’n veertig jaar kent dan weet je ook precies wat je aan elkaar hebt. Het grappige is dat we allemaal heel verschillende types zijn. Dat komt meestal goed van pas, bijvoorbeeld toen we met elkaar in Rome waren. De één had thuis al een route door de stad uitgestippeld, de ander pakte de kaart erbij en weer een ander Google-maps en dan was er nog één die ter plekke mensen aansprak om op de juiste plek te komen.
Als chaoot was ik ontzettend blij met mijn gestructureerde vriendinnen die mij door de verhuizing heen loodsten en belangrijke spullen in dozen deden mét opschrift wat erin zat. Juist die verschillen maken onze vriendschap sterk. We accepteren dat van elkaar en hoeven ook niet altijd alles met z’n vieren te doen. Ik reken maar niet uit hoeveel liters koffie en wijn we samen al hebben gedronken. Eerlijk gezegd heb ik me nooit zo gerealiseerd dat onze jarenlange vriendschap bijzonder is: voor mij is het vanzelfsprekend. Totdat ik laatst iemand sprak die aangaf dat ik het juist moet koesteren. En dat doe ik zeker wel!
Dat ik daadwerkelijk met ze in quarantaine moet is gelukkig niet realistisch. Al zijn er best wat leerlingen van mij die erover piekeren en of het allemaal wel goed komt. Dat komt ook door de berichtgeving in de media denk ik, want de mensen die ik erover spreek zijn er nuchter over. In het kader van het omdenken zie ik liever de minder negatieve gevolgen van Corona: in China is er nu minder uitstoot van schadelijke stoffen, hygiëneregels zijn in het algemeen weer aangescherpt en de woordenschat van kinderen is weer aangevuld. Quarantaine is dan ook een prachtig scrabblewoord.

Karin van Dijk

woensdag 4 maart 2020

Wind


Het zit de laatste weken niet mee in de voorbereidingen voor de Tocht van gewoon doen. Zoals u weet ben ik samen met zestien andere mensen uit Hardenberg bezig om mij voor te bereiden om in de week van Pinksteren naar de Alp d’Huez te fietsen en daar op de dag van de Alp d’Huzes naar boven te fietsen en voor het KWF een flinke cheque aan te bieden. Maar dat gaat niet zomaar, er moet flink voor getraind worden en dat zal voor een groot deel in het weekend moeten plaatsvinden.

We begonnen omdat het zo’n zachte winter was prima, konden dankzij het mooie weer zelfs in januari al flinke stukken fietsen, maar februari gooit telkens in het weekend roet in het eten. De ene na de andere diepe depressie trekt telkens over ons land, en zelfs de meteorologen van het KNMI hebben deze stormen al van mooie namen als Ciara, Dennis en Ellen voorzien. Telkens als we het voornemen hebben om een tocht te maken komt er op de donderdagen de aankondiging dat de volgende storm, gepaard gaande met de nodige regen, ons land zal passeren. En ik snap best wel dat ik niet moet mopperen en me dit zelf heb aangedaan door ja te zeggen tegen deze uitdaging, maar ik ben Nederlander en dan hoor je toch wel een beetje te mopperen op het weer.
Maar er waait ook nog een heel andere wind over ons land op dit moment, die van het Coronavirus. Ik hoor dat er al geluiden zijn om het songfestival en de Olympische Spelen af te gelasten. Ik ga er van uit dat we met de groep fietsers die al zo lekker in training is gewoon in mei naar Frankrijk kunnen fietsen. Het virus rukt steeds verder op in Nederland en zal of een epidemie veroorzaken of uitdoven. Maar laten we er met gezond verstand mee omgaan.
Mijn motto is, gewoon gezond leven, lekker naar buiten om te fietsen of te wandelen om de lichamelijk conditie op peil te houden. Want met een goede conditie is de kans om te herstellen van een griep of iets anders vele malen beter. Dus lekker naar buiten allemaal, weerstand opbouwen. Daardoor zal je als je ziek wordt veel makkelijker herstellen. Ik ga lekker fietsen ondanks de wind.

Henk Leemhuis