woensdag 19 december 2018

De haas


De haas zit doodstil in het omwoelde land. Eén oor gespitst. Na dagen van enorme dreunen, waagt hij zich voor het eerst weer uit zijn schuilplaats. In de komende momenten zal hij een wonder verrichten én het leven laten. Hij is zich volkomen onbewust van wat er komen gaat. Dan gaat ook zijn andere oor omhoog. Er dreigt onraad. Links en rechts van hem doemen zwarte silhouetten op uit de mist. Hij begint aan de laatste sprint van zijn leven.

Het is Kerst 1914 en de mist maakt het oorlogvoeren onmogelijk. Onder dekking van de witte deken die over het landschap ligt, klimmen de soldaten uit hun loopgraven om de benen te strekken en ontdekken de haas. Zowel aan Engelse en Duitse zijde. Dat is een fijn kerstmaaltje. Ze proberen het dier in te sluiten en stuiten dan op elkaar. En blijven dan aarzelend staan. De haas fungeert als bliksemafleider. Wie zal hem te pakken krijgen? Wat ontstaat lijkt op een voetbalwedstrijd en, hoe kan het ook anders, de Duitsers winnen. Tevreden lopen twee Duitsers met de buit weg, terwijl de rest van de manschappen verwikkeld raakt in een sneeuwballengevecht. Nadien viert men, zo goed en zo kwaad als het kan, een soort van kerstfeest met elkaar waarbij cadeaus en gelukwensen worden uitgewisseld.
Dat het daarna nog zo gruwelijk misgaat, doet niets af aan het beeld van hoop van bovenstaand verhaal. In deze dagen wijden we gedachten over het afgelopen jaar: wat ging goed en wat had anders gekund? Ik wel, in ieder geval. De droom van vrede en de realiteit van het conflict, het lijkt bij de mens te horen.
Laten we hopen op meer vrede dit jaar. In eerste plaats met onszelf. Dan moet de rest vanzelf komen, toch?

woensdag 12 december 2018

Puberzweet


Je moet het maar kunnen. Een lokaal vol zwetende pubers enthousiast krijgen voor saaie leerstof. Ik heb er respect voor! Een kwart van de docenten in het VO is de afgelopen twaalf maanden uitgescholden en bedreigd door leerlingen. Dit bleek uit recent onderzoek onder elfhonderd docenten. Een kwart die dit meemaakt: dat vind ik schrikbarend veel. Hoe was dat toen wij naar het Voortgezet Onderwijs gingen?

Ik ging naar de Jan van Arkel, waar ik een enorm fijne tijd heb gehad. Sommige docenten zijn me bijgebleven omdat ze je begrepen en probeerden aan te sluiten bij waar wij pubers mee bezig waren. Anderen draaiden hun lesje af en hadden minder feeling met ons. En die docenten moesten het weleens ontgelden. Dan nam iemand de afstandsbediening van huis mee en ontregelde de video die de docent wilde laten zien, dat soort grapjes. Maar echt schelden en bedreigen heb ik niet meegemaakt. Wij haalden met vriendinnen ook wel dingen uit en hebben geregeld gespijbeld. Maar we hadden creatieve redenen waarom we niet aanwezig waren en vooral ook waarom onze ouders dat niet mochten weten. Onze opgemaakte onschuldig kijkende ogen hebben ons er doorheen geloodst. Toen we vanaf Havo 4 spijbelbriefjes kregen waren we dan ook gelukkig: je mocht een aantal uren legaal spijbelen en daar leverde je dan een briefje voor in. Dat werd ook niet doorgegeven thuis. Wat dat betreft hebben onze pubers het wel iets lastiger. Want ouders kunnen alles meekrijgen via Magister. Dit programma houdt bij wanneer je kind aan- of afwezig is, of de spullen zijn meegenomen en ook de cijfers staan erin. Blij dat wij dat niet hadden. Wat mij betreft begint vanaf klas 1 het ‘Grote Loslaten.’ Ik denk dat het meer indruk maakt als je op je kop krijgt van een docent of directeur dan van je ouders. Daar ligt misschien ook wel een puntje. Want ouders zien ook op Magister dat hun kind er uit is gestuurd. Daar wordt thuis dan over gepraat en met een beetje pech zijn dat ouders die altijd voor hun kind opkomen, terecht of niet. Pubers weten dat precies, en ik denk dat ze daarom misschien ook wel durven te schelden tegen docenten. Want hun ouders komen ze toch wel redden. Sta dan als docent maar eens stevig in je schoenen. Dus: petje af voor deze beroepsgroep. Fijn dat jullie ze door die lastige tijd loodsen en ze motiveren! Nog even bikkelen en dan is het vakantie. Dan zitten wij ouders met het puberzweet opgescheept.

Karin van Dijk

woensdag 5 december 2018

Sinterklaas


Uw columnist trekt elk jaar op deze dag zijn rode toga aan en wordt door een kapper voorzien van pruik en baardstel. Vandaag voor de 34ste keer. Wat een geweldig kinderfeest! Wat een heerlijk eerlijke kinderen die vol enthousiasme van alles vertellen. Piet, die ook al 30 jaar mijn rechterhand is speelt in dit spel ook een geweldige rol. Samen maken we er telkens een spel van wat voor de kinderen erg spannend is, maar ook voor de leerkrachten want Piet en Sint bepalen hoe het spel gespeeld wordt.

Maar de laatste jaren heeft mijn Piet het moeilijk, hij wordt door een handjevol mensen beschuldigd van discriminatie. En niet alleen dat, het wordt ook steeds lastiger om het roet op zijn gezicht te krijgen als hij afdaalt door de schoorsteen. Ik ben wel een voorstander van het laten verdwijnen van vieze schoorstenen. Als ik door de wijk waar ik woon fiets dan stinkt het in deze tijd van het jaar enorm naar brandende allesbranders. Het is gewoon benauwend en dan heb ik gelukkig gezonde longen. Veel van mijn patiënten hebben dat niet en vermijden zelfs het ‘s avonds naar buiten gaan. Vreemd dat het allemaal zomaar kan, geen roetfilter verplicht en alle fijnstof zomaar de lucht in. We maken ons terecht druk om allerlei milieuvervuilende zaken maar als het aankomt op zelf te nemen maatregelen dan knijpen we graag een oogje toe.
Als we nou eens afspreken dat we de kachels schoner laten branden, dan hoeft Piet geen roetvegen op zijn gezicht te maken. Hij kan zich gewoon schminken zoals hij dat al meer dan 100 jaar doet. Gewoon met bruin of zwart uit een potje. Dan kunnen mensen met ademhalingsklachten beter over straat als de kachels branden. Sint en Piet blijven de kindervrienden die ze altijd al waren en we maken er met en naast elkaar een gezellige pakjesavond van.

Henk Leemhuis