woensdag 28 juni 2017

Warm

Wat hadden we het warm de afgelopen week. En dat al in juni, ongekend. Voor mij was het een heerlijke week, overdag binnen werken in een prima omgeving en de avonden genieten buiten, zomaar onder een boom zitten met een lekker glas wijn op de langste dag van het jaar.

Ik kan me niet heugen dat ik ooit op de langste dag van het jaar zomaar tot over twaalven in een korte boek en T-shirts buiten kon zitten. Rianne en ik noemen dat altijd onze spaarzame Italiaanse thuisavonden. Avonden die er niet zo veel zijn, later in de avond als de zon onder is, en dat is pas na 10 uur, dan komen de zangvogels nog even weer met hun zang. De lijster in onze tuin doet nog even zijn best en de vleermuizen beginnen aan hun voedselvluchten. Luisteren en kijken, heerlijke zintuiglijke prikkels waar rust van uit gaat. In de hectische tijden waarin we leven en waarin zoveel moet, zijn dit voor ons pareltjes.


Toch merk ik om mij heen dat heel veel mensen altijd maar klagen over het weer. Het is te warm, te koud, te nat of te droog. Maar ik denk vooral dat het wisselen van al die weertypes ons nou juist de mogelijkheid geeft om te genieten. Terwijl ik dit stukje zit te schrijven regent het en mijn tuin knapt er geweldig van op. De aardappelen op de velden die er toch wel een beetje droogjes bijstonden zie ik groeien, het gras wordt binnen een paar dagen weer groen. Hoe mooi is dat, al die weersveranderingen zorgen voor variatie. In zo'n bui hardlopen buiten of tegen de harde wind proberen zo hard mogelijk te fietsen, uitdagingen om te bewegen. Op TV-Oost werden deze week zelfs speciale Afkoel-beelden uitgezonden. Ook van een weertype waar ik geweldig van hou, een echte winter compleet met schaatsweer. Wat is het toch mooi om in Nederland te mogen leven en te genieten van de veranderende weersomstandigheden. En het geeft ook altijd stof om over te praten.

Henk Leemhuis





woensdag 21 juni 2017

Ode aan de liefde

Om op de column van Adrian van vorige week terug te komen, ik bén dus een van die jonge ouders. Ik werk thuis, dus ik ervaar de luxe dat ik mijn meisje niet naar de opvang hoef te brengen, maar dan nog steeds is het herkenbaar. Het leven vliegt aan ons voorbij en we moeten flink aanpoten om het allemaal nog enigszins bij te benen. 

En terwijl we hollend ons leven doorsjezen moeten we naast onze kinderen (op)voeden, ons werk, het eindeloze wasgoed, de eeuwig vieze vloer en de zoveelste aardappelschotel, óók nog eens een relatie in stand proberen te houden. Nou gaat dat ons heel prima af gelukkig, maar echt tijd voor elkaar nemen is best lastig in deze fase van ons leven. We gaan maar door en door en door, en voor je het weet is er weer een week voorbij. 

Mijn opa en oma waren vorige week 60 jaar getrouwd. Het is hun gelukt om ondanks alle strubbelingen, die iedereen in een relatie ervaart, bij elkaar te blijven en elkaar niet uit het oog te verliezen. Vast wel eventjes soms, maar ze zijn nog zo gelukkig samen, en dat is fantastisch om te zien. Met hun inmiddels zeer omvangrijke nageslacht, hadden we afgelopen zaterdag een mooi feest. Met een toepasselijke toost op de liefde vierden we het leven van mijn opa en oma. Op dat soort momenten besef ik nog weer eens extra waar het allemaal om draait. 

Ik weet niet of Ad en ik de 60 jaar gaan nog halen, daarvoor zijn we waarschijnlijk iets te laat getrouwd, maar wat een mooi voorbeeld! Samen knetteroud worden, hoe kan het mooier.


En daarom een ode aan de liefde. Voor alle mensen die hun best moeten doen om tijd voor elkaar te blijven vinden binnen hun relatie, maar vooral voor mijn lieve opa en oma. Kanjers!

woensdag 14 juni 2017

Jonge ouders

Ik heb te doen met jonge ouders. Iedereen moet een baan. Logisch dat meiden die een opleiding volgen, daar ook iets mee willen doen. Natuurlijk, en wie zou vrouwen willen verbieden te studeren of tot het aanrecht willen veroordelen? Ik niet. Maar toen zij dan eindelijk mochten studeren en banen kregen, gebeurde er iets wonderlijks met de kosten van het levensonderhoud. Waar men eeuwenlang van één salaris moest rondkomen, blijken er ineens vaak twee nodig te zijn om het te rooien.
Mijn vrouw en ik zijn, zonder het te beseffen, ergens op de breuklijn tussen vroeger en nu getrouwd. Het was toen nog net niet abnormaal dat een vrouw haar baan opzegde, wanneer ze zwanger was. En dan was het ook nog eens heel gewoon om als jonge twintiger in verwachting te raken. Dom hè? Maar voor de kinderen was altijd iemand thuis. Nu moet je vóór je zwanger raakt, eerst bellen met de kinderopvang of jullie planning wel uitkomt. En je móet wel van de opvangmogelijkheden gebruik maken, want anders komt er te weinig binnen en kijkt de hypotheekboer zuur. En dus rennen en vliegen jonge ouders wat af en worden kinderen zo'n beetje met de navelstreng er nog aan aangeboden bij het opvangluik.
Het was 1998. Onze jongste zoon zat bij mij achterop de fiets. Wij passeerden een kinderopvang. Mijn peuter bekeek het geheel aandachtig en vroeg toen: 'Wat is dat voor plek, papa?' 'Dat is waar de kinderen naar toe gaan als hun papa en mama moeten werken.' Even bleef het stil, toen vroeg hij: 'Hoef ik daar noooooit naar toe?' Met een rilling van geluk antwoordde ik: 'Nee, daar hoef jij noooooit naar toe!' Vroeger was niet alles beter. Beslist niet. Maar soms ben ik blij dat ik van 1961 ben en niet van, zeg, 1985. Jonge ouders, sterkte, het is niet simpel.
Adrian Verbree

woensdag 7 juni 2017

Verder ben ik een aardige jongen

Ik doe efficiënt boodschappen, vroeger met een lijstje in de hand, tegenwoordig met mobiele telefoon. Lijst afwerken, wegwezen. Ja, dames, zo kan het ook. Verder ben ik een aardige jongen. Prijzen, acties, lokkertjes, ik word er niet door afgeleid. Toch blijf ik weleens langer in de winkel dan gepland.

Ik leg het uit. Gezinnen met huilende kinderen in een winkel, die observeer ik graag een tijdje. Oorzaak is vaak een klassiek voorbeeld van tegenstrijdige belangen. Kind wil van alles in de boodschappenkar mikken. Ouders willen dit, uit financieel-economisch oogpunt, niet, maar willen ook niet die tegenmaatregelen inzetten die de idylle van een harmonieus gezin, naar buiten toe althans, zullen verstoren, volgt u het nog? Wat gebeurt er concreet in de winkel? Dochter pakt verrassingsei dat haar al enige tijd aanlokkelijk in de ogen staart. Vader legt het ei terug. Deze exercitie herhaalt zich enige keren. ‘Dat hebben we niet nodig. Kijken doe je met je ogen. Afblijven! En nu is het afgelopen!’ Klets!  Resultaat: huilend kind, zwetende, rood aangelopen vader met verontrustende bloeddruk. Verderop sta ik te genieten. Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: verder ben ik een aardige jongen. Waarom toch, vraag ik mezelf af. Is het puur leedvermaak? Een licht sadistisch trekje?  Dat is het vast, ik wil mezelf niet goedpraten. Maar het is meer dan dat alleen: wij volwassenen denken overal controle over te hebben, alles te kunnen. We gaan naar de maan, kunnen de kleinste menselijke cel ontleden, maar in die winkel zet ons nageslacht ons weer met beide benen op de grond. Dat is toch mooi?

Binnenkort komen de westerlingen weer op vakantie. De scènes in de supermarkt worden dan harder, explicieter en luider. Dan maak ik graag een extra rondje door de winkel. Maar verder…


Bert Nonkes

donderdag 1 juni 2017

Gewone helden

Eén van mijn hobby's is het bezoeken van het theater. Ik kan enorm genieten van muziek, woordgrappen en houd van de kijk op het leven door een ander. Onderwerpen van cabaretiers zetten me aan het denken. Zo was ik afgelopen weekend bij een show van Karin Bloemen. Eén grote inspiratiebron! Ze stipte kort het onderwerp 'helden' aan en daarna vlogen mijn gedachten gelijk alle kanten op.
Wie was of is eigenlijk jouw held? Of heldin, want dat kan natuurlijk ook. Iemand die je geïnspireerd heeft, die een soort van voorbeeld voor je was. Voor mij is dat niet zo moeilijk: dat was meester Vogelzang. Bijna twee jaar was hij mijn meester en hoewel ik acht à negen jaar oud was, weet ik er nog veel van. Hij kon prachtig vertellen, ik wou toen dat ik dat ook zo kon. Halverwege het tweede schooljaar verhuisde ik van Hardenberg naar Lutten. Bij het afscheid vertelde hij me dat hij het jammer vond dat ik wegging en dacht dat ik later vast schrijfster zou worden omdat ik zoveel mooie opstellen schreef. Dat compliment heb ik altijd onthouden. Hij was iemand die mij vertrouwen gaf en opmerkte waar ik goed in was. En dat gun ik iedereen.
Misschien eens mooi om voor jezelf te bedenken wie jouw held was? Het kan een voetbaltrainer zijn, of een buurvrouw, of een familielid. Iemand die je heeft geïnspireerd of die jouw talent zag en het heeft benoemd. Want één klein zinnetje kan veel impact hebben. En juist dát zouden we wat mij betreft vaker mogen doen: de ander vertellen waar hij of zij goed in is. Het kan namelijk veel voor iemand betekenen. Ik heb het namelijk niet voor niets zo goed onthouden.
Meester Vogelzang is helaas overleden. Hij heeft voor mij iets waardevols achtergelaten. En wat dan wel weer frappant is: ook hij schreef voor De Toren. Mooi toch?
Karin van Dijk