dinsdag 29 december 2020

Sterrenstof

 ‘Isti mirant stella’. De afgelopen weken dacht ik een paar keer aan het beroemde, zeventig meter lange wandkleed van Bayeux, uit 1068. Ergens op dit reuzendoek zie je  mensen naar de hemel staren waar een ietwat kinderlijk geborduurde komeet passeert. Isti mirant stella, staat er tamelijk overbodig bij: zij bewonderen de ster. Het was geen ster, het was een komeet, die van Halley waarschijnlijk.

Af en toe licht de hemel op. Vorig jaar, hoogzomer, zagen we de staart van komeet Neowise, weet u nog? En deze maand hadden we de superconjunctie van Jupiter en Saturnus. Hebt u die gezien? Duurt maar 800 jaar voor u weer zo'n uitgelezen kans krijgt. Troostprijs voor de jeugd: in 2080 ziet deze conjunctie er ook heel aardig uit. Natuurlijk was het alsmaar bewolkt. Maar op 18 december heb ik de 'hemelse kus' toch maar mooi betrapt: been there, done that!

 

Het heelal maakt klein

Meebewegend in een hoekje van een van de spiraalarmen van de  Melkweg, draait ons zonnestelsel z´n rondje van 220 miljoen jaar rond het zwarte gat in het centrum. De Melkweg, een van de miljarden sterrenstelsels die we nu hebben waargenomen. Stuk voor stuk goed voor miljarden sterren. En bijna allemaal, afgezien van ons zusterstelsel Andromeda, bewegen ze, omdat het heelal zelf uitdijt, van ons af. En: hoe verder weg, als des te sneller ervaren we deze verwijdering. Dat betekent in contrapositie (spoel de film achteruit) dat het universum ooit uit één punt van oneindige dichtheid moet zijn ontstaan: de Big Bang. Daar wilden veel wetenschappers destijds niet van weten. 'Big Bang, oerknal'
was een spotwoord aan het adres van gelovigen. Het heelal ooit ontstaan? Nee. Ondenkbaar, want een begin veronderstelt.... Precies, en dát mag niet eens gefluisterd worden. Want, zoals een wetenschapper het ooit verwoordde: 'Met de oerknal komt ook de schepper weer uit zijn doodskist gesprongen'. 
Ook niet-geloven kan fundamentalistisch onredelijk zijn. Niemand kan God uit het heelal bewijzen, maar je hoofd in het zand stoppen door verbieden aan Hem te denken? Tja...

We gaan het merken. Om ook met Latijn af te sluiten: Deo Volente.

 

 Adrian Verbree

 

 

dinsdag 22 december 2020

Mij is niks verteld

Tot mijn grote schrik las ik drie weken geleden in de krant dat de managers van de stad het bijltje erbij neergooien. Zelf erbij neergooien? Of moeten erbij neergooien? Mij is niets verteld. Had dat dan gemoeten? Zeker niet, maar je voelt je soms belangrijker dan je bent. Ik wel, tenminste. Met  centrummanager Eduard Plate heb ik de afgelopen jaren sporadisch contact gehad, met marketing-goeroe Erik Meijer des te meer. Wat meer aandacht voor zijn afscheid en gedane arbeid in deze column is evident.

Ik leerde Erik Meijer zo’n drie jaar geleden kennen. Hij nam het stokje over bij de stadskrant ‘Ontdek & Beleef’ en de activiteiten in de het centrum. Met zijn aanstekelijke lach, creatieve ideeën en nimmer aflatend enthousiasme stond hij er ineens. Hardenbergers zijn kat-uit-de-boom-kijkers, maar tegen Eriks’ charme bleek niemand bestand. Binnen afzienbare tijd werd Erik de spil van vele netwerken.

Met enorm veel drive zette hij zich de afgelopen jaren in voor de stad. Voor en achter de schermen. Een mooi voorbeeld daarvan: de kussentjes. Het moest knusser en intiemer, vond hij en zo verschenen in weekends en in vakanties kussentjes op de banken in de stad. Leek leuker, zat beter.

Talloze evenementen en acties bedacht hij, plande ze en voerde ze uit. Niet gehinderd door een urencontract. Wat hij in zijn kop had, moest goed. Nee, perfect. Hoeveel tijd dat ook kostte.

Van Erik kreeg ik de kans om meer muziek naar de stad te halen, een lang gekoesterde wens en samen haalden we voor de tweede keer de Zandtovenaar naar het centrum. Misschien vraagt u zich af: wie is Erik Meijer? Dan is hij in zijn opzet geslaagd. Misschien zegt u: natuurlijk, Erik Meijer! Ook dan is hij in zijn opzet geslaagd. Daden mogen worden gezien, soms past bescheidenheid.

Ik durf te zeggen: we gaan je missen, Erik, in je rol in Hardenberg. Ik ga je zeker missen. Aan de stad om een vervanger te vinden. Dat wordt een klus. Dat hoef ik niemand te vertellen...


Bert Nonkes

dinsdag 15 december 2020

Het kan!


Een uitgemaakte zaak: bij ons zou er nooit een hond komen. Ik heb een hondenfobie en mijn leven werd daar ook door beheerst. Met mijn kinderen heb ik nooit door het park gewandeld, ik meed boerderijen tijdens het fietsen en collecteren deed ik om die reden ook niet. En toch ergens knaagde het wel: mijn man en kinderen wilden al jaren niets liever dan een hond, wat ik tegenhield. We verhuisden en wonen nu buitenaf en dat zette me toch aan het denken. Soms moet je uitdagingen  aangaan vind ik en dit was een echte! Wel op mijn voorwaarden natuurlijk: ik zocht het ras uit en mijn man moest dan naar de puppycursus (te eng voor mij met die andere honden), ook het uitlaten was voor de mannen. Zij wilden immers een hond.

En toen was het zover: Benno kwam bij ons in huis. Ik durfde hem te aaien en hij leek zich bij mij echt veilig te voelen. Mijn moedergevoelens werden weer aangewakkerd en de puppy-oogjes deden hun werk. Ik liep kleine stukjes met hem. De puppycursus was net op de avond dat mijn man niet kon en dus ging ik toch maar overstag. Ik was zelfs degene die hem op commando leerde zitten. Er is door Benno een wereld voor me open gegaan. Gek genoeg is mijn angst voor honden helemaal weg. Ik betrap me erop dat zelfs ík roep: “Hij doet echt niets hoor!”. Hij zorgt ervoor dat ik toch naar buiten ga met slecht weer zodat hij met z’n vrienden kan spelen en ik gezellig kan kletsen met hun baasjes: een fijne groep mensen die ik anders vast niet ontmoet had. Ook is het huis een stuk netter nu: hij heeft namelijk een aantal autistische trekjes. Zodra er ergens een tas staat of een jas ligt die er niet hoort, raakt hij in paniek. Heel handig, want er slingerde hier nogal eens wat. O ja, nog een klein karma dingetje. Was ik heel bang voor honden: Benno is heel bang voor mensen, behalve als er een hond aan vast zit. Dat krijg je er nu van. We helpen hem erbij en ooit zal het goed komen. Kijk naar mij!

Karin van Dijk

dinsdag 8 december 2020

Uitwaaien

 


Steeds weer die negatieve berichten over gelijkblijvende, soms licht dalend en dan weer stijgende aantallen besmettingen maken me wel eens een beetje moedeloos. Alles wat we doen moet met beleid, waar is de spontaniteit gebleven.  Soms is ze er gelukkig nog wel. Afgelopen donderdag hadden we er eentje.  Zomaar een spontane opwelling om een nachtje weg te gaan, want dat mag nog.

Wij hadden al langer het plan om de tentoonstelling van de mooiste brieven van Vincent van Gogh te gaan bezoeken en dat kon mooi gecombineerd worden met een nachtje weg. Voordeel van een museumbezoek in deze tijd, het is nooit druk! Daardoor kan ik lekker lang voor een voorwerp of informatiepaneel staan kijken zonder het gevoel te hebben de boel op te houden. Twee jaar geleden hebben we de reis gemaakt naar plaatsen waar hij heeft geschilderd, gewoond maar ook verpleegd is en waar hij een eind aan zijn leven maakte. Een intrigerende reis langs zonnebloemenvelden en andere plekken die hij heeft geschilderd. Genietend van zijn kleurgebruik, verbazend over hoe hij met weinig kleur veel kon laten zien. Dus naar Amsterdam naar het van Goghmuseum, we hebben weer genoten van de schilderijen en nu ook zijn brieven. Heel bijzonder dat al deze brieven bewaard zijn gebleven. Door onze reis krijgen veel schilderijen een heel andere betekenis. Helaas zat de kop koffie er niet in en een broodje hadden we van huis meegenomen dat hebben we opgepeuzeld in de auto. Wat in een hotel wel mag is heerlijk dineren, dat maakt weer veel goed. De volgende ochtend hebben we lekker een paar uren langs het strand gelopen, frisse wind in de neus, heerlijk uitwaaien. Heerlijk om daar te lopen, ruimte zat om je aan de maatregelen te houden. En dan te bedenken dat er veel mensen toch weer naar de Kalverstraat of elke andere winkelstraat moeten met allemaal dezelfde winkelketens, of je nou in Zwolle, Amsterdam of Maastricht bent. Nee geef mij maar het strand, constant andere golven, wisselende wolkenpartijen, heerlijk de wind door de haren. Die van Rianne dan, bij mij waait het wel langs mijn gezicht, maar die haren moet je er steeds meer bij denken.


dinsdag 1 december 2020

Kerstdrukte

Mijn vrouw en ik hebben een ‘vrij’ weekend. Even rust van die altijd herrie makende pre-puber pleegkinderen die een weekendje bij dochter Floor logeren. Strikt genomen zijn het eigenlijk ‘gezinshuiskinderen’, maar pleegkinderen bekt fijner. Ze wonen al vanaf hun peuterjaren bij ons.

Voor de duidelijkheid, in gezinshuizen wonen kinderen die op een of andere manier deskundige begeleiding nodig hebben en meer baat hebben bij het wonen in een gezin, dan in een of ander tehuis. Kort samengevat, soms zijn het echte aandachtvragers. Toen onze eigen kinderen nog thuis woonden zaten we vaak met zijn tienen, en wanneer de aanhang mee at wel eens met zijn twaalven, aan de supergrote eettafel. Gezellig? Ja meest wel, tenzij je natuurlijk zelf al niet zo goed in je vel zat, want dan dragen een paar van die hyperactieve stuiterballen echt niet bij aan de sfeer. Of onze eigen kinderen daar moeite mee hadden? Toevallig bracht zoon Coen dat nog ter sprake deze week, en hij nuanceerde het fijntjes met de opmerking, ‘ik merkte pas wat rust was, toen ik zelfstandig ging wonen’.

Bij ons aan tafel knalde het dus wel eens, of zoals dochter Laura het mooi beschreef, soms haalden ze het spreekwoordelijke bloed onder je nagels vandaan. Die heerlijke stabiele kinderen brachten gelukkig wel tegenwicht en gek genoeg, of misschien juist wel daarom, zijn we een hechte familie die veel meer samendoen dan alleen familie zijn. De kersttijd is voor iedereen, inclusief pleegkinderen, altijd het hoogtepunt van het jaar. Maar ook het toppunt van de drukte. Dan komt de hele muzikale familie over de vloer, zitten we soms met zijn vijfentwintigen heerlijk te eten, en hoor je tussen de herrie van de kinderen door, zingende en gitaar spelende mensen die van elkaar houden. Kortom, rust is mooi, maar dit gevoel is onvervangbaar. Prettige kerst samen!

Rudi Bults