dinsdag 25 augustus 2020

Einde van de zomer

Het was een bijzondere zomer, zo anders dan we gewend waren maar daardoor eigenlijk ook best mooi. Andere jaren was ik eigenlijk elk weekend wel op één of twee tuinfeestjes te vinden of was er een festival. Drie weken weg ergens op de wereld en we vonden dat heel gewoon.

 

Deze zomer was het stil, ik heb mijn zomervakantie nog tegoed en heb heerlijk gewerkt. De warmte overdag ging aan me voorbij in de praktijk waar de airco overuren maakte. Zelfs op een vrije middag ging ik met plezier een paar uur mijn administratie bijwerken want het was er heerlijk koel. En de zomeravonden heerlijk lezen, genieten van de stilte onder onze tamme kastanjeboom. Wat een rust kwam er over me, ik hoef me niet te haasten naar een vergadering want die is gewoon thuis online. De auto maakt nog niet de helft aan kilometers ten opzichte van andere jaren.

Als fysiotherapeut mag ik gewoon mijn patiënt aanraken als ik ze gevraagd heb of ze hun handen bij de voordeur ontsmet hebben en geen klachten van verkoudheid, keelpijn of hoesten hebben. Wel veel poetsen met desinfectans maar dat went snel. Binnen de praktijk is éénrichtingsverkeer al heel normaal en in de oefenzalen is iedereen gedisciplineerd. Afstand houden en maar poetsen na gebruik van een trainingstoestel. Ze blinken alsof ze nieuw zijn. Hygiëne was altijd al een aandachtspunt en deze toevoeging vind ik prima.

Maar ik mis het spontane, even spontaan een hapje ergens eten, kan bijna niet als ik niet gereserveerd heb. Of zomaar op een woensdagmiddag besluiten om een museum te bezoeken. Het moet allemaal op afspraak. Echter de twee keer dat we naar een museum gingen was wel erg rustig. Even wat langer een schilderij bekijken of vanuit een grotere afstand was geen probleem, ook hier was de rust wel aangenaam.

Onze regering heeft de teugels helaas weer wat moeten aantrekken, het virus is nog niet klaar met ons. Het was een historisch hete zomer, voor een aantal mensen te heet, de gemoederen raakten helaas soms oververhit. Laten we hopen dat de herfst wat koeler verloopt en we de rust, reinheid en regelmaat kunnen volhouden zodat we samen corona eronder krijgen.

Henk Leemhuis

woensdag 19 augustus 2020

Bucketlist geluk

 

‘Het bezit van de zaak is het einde van het vermaak’, kent u dat spreekwoord? Jaren sparen voor een auto, een caravan, of bijvoorbeeld die speciale motor? En wanneer je eindelijk je doel bereikt hebt, valt het tegen? Gelukkig klopt dat spreekwoord niet altijd.

Want de keren dat ik een dure gitaar verkocht aan iemand, die me jaren later liet weten er nog steeds volop van te genieten, zijn ontelbaar. Vooral in deze gekke coronatijd merk ik dat er vaker - en duurdere - gitaren verkocht worden. Eerst verbaasde me dat, want ik had een hard hoofd in de ‘corona-economie’. En toch, er zit wel logica in. Want laten we eerlijk zijn: je gaat niet wachten tot het einde om je bucketlist af te strepen. Want als corona één ding benadrukt heeft, is het wel dat het leven eindig is.

Nu schijnt het dopaminehormoon verantwoordelijk te zijn voor het proces van ‘verlangens omzetten in geluk’. Dat zorgt ervoor dat je intenser geniet hoe dichter je bij het doel komt. Maar het besodemietert je ook een beetje, want je wordt minder kritisch. Zo herinner ik me nog die prachtig oude (en veel te goedkope) Range Rover die ik kocht en die het op weg naar huis al begaf. De luchtvering kapot. Stond ik daar langs de A1, al mijn geluks-hormonen versplinterd! Ja, geluk is soms maar van korte duur, bij mij in dat geval precies 52 kilometer lang.

Tsja, ‘goedkoop is duurkoop’, hoor ik u zeggen. Terecht, want dat is precies waar het hier om draait. Wanneer je verlangens koppelt aan kwaliteit, heb je dat gedoe niet. En nog mooier is om er ook maar meteen een dosis inhoud, zingeving of verbondenheid met anderen aan te koppelen.

Want dat is waar je echt geluk vindt. Of, zoals wij hier zeggen: Life is too short to play a shitty guitar! En daar zit geen woord Frans bij!

Rudi Bults

dinsdag 11 augustus 2020

Dat rotweer

Ik schrijf dit stukje met de pen tussen mijn grote en op een na grootste teen. Het zijn de enige lichaamsdelen die ik boven water durf te houden. Wat een hitte! De hemel van azuur, de zon een koperen ploert. Amechtige bejaarden, voor dood liggende huisdieren, mensen met benen zo wit dat ze licht geven hijsen zich in korte broeken. Het is niet te doen. Weer een hittegolf!

Zo, dat moest er even uit. Even lekker zeuren. Zijn we goed in. Regent het een week, is het: die nattigheid ben je ook gauw zat. Biedt ons land, zonder tolwegen, toeristenbelasting en onleesbare menukaarten veertien dagen aaneen - tijdens de bouwvak! -  Rivièra-weer, is het ook niet goed. Véél te heet. Maar hebben we ons naar diezelfde Rivièra-gesleept - veertienhonderd kilometer, blèrende kinderen achterin en voorin een onder druk rakende relatie - en blijkt het dáár bewolkt en 20 graden te zijn, dan willen we ons geld terug.

Ik houd van ons. Nooit tevreden. Altijd het verkeerde weer. Het is natuurlijk niet waar. Het is een spel dat wij Nederlanders samen bedreven spelen. Door veelvuldig en veelkleurig luidruchtig op ons weer af te geven, bereiken we dat de rest van de wereld niet doorheeft dat wij het fraaist denkbare klimaat hebben. Geen land zo groen, zo afwisselend bewolkt. En is het hier een keertje heet (29 x in honderd 120 jaar), dan neemt niemand het je kwalijk dat je meteen terugschakelt naar de eerste versnelling en verheugen we ons samen op de avond. De avonden: tot laat zwermen over de schuttingen heerlijke barbecuegeuren uit; we laten bierflesjes en wijnglazen rinkelen, gelach uit honderd tuinen.

We hebben een fantastisch klimaat! En we weten het. Allemaal. Maar niet verder vertellen, gewoon doorzeuren: man, man wat een hitte!

Adrian Verbree

woensdag 5 augustus 2020

Unter den Linden

Oost-Berlijn, Unter den Linden. Met Harrie Jekkers van Klein Orkest als muzikale gids fietsen we door Berlijn. Lenin staat er niet meer op zijn voetstuk. In 1991 is het 19 meter hoge beeld verwijderd. Het tapijt van onze hotelkamer is voor de val van de muur gelegd en vangt in zijn melange van bruin en grijs de sfeer van de koude oorlog, de verlichting is tube luminescent, het ontbijt eenvoudig, doch voedzaam. Het gaat om de bezienswaardigheden uiteindelijk.

De stad is gemoedelijk, ademt ondanks het vele verkeer een soort van rust. Niet dat opgefokte wat je van een wereldstad zou verwachten. De zon schijnt, het is niet te warm, perfect weer om de stad te verkennen.

Haast schaamteloos laat Berlijn haar littekens uit het verleden zien. In tentoonstellingen, musea en herdenkingstekens. Daardoor onthult ze niet zozeer het falen van de stad maar meer het falen van de mens. “Het mag nooit meer gebeuren!” klinkt vaak tijdens herdenkingstoespraken. Er klinkt opportunisme in door. Op het Holocaustmonument, formele naam: Denkmal für die ermordeten Juden Europas, nagenoeg naast de Brandenburger Tor schreef Italiaanse schrijver Primo Levi, overlevende van het vernietigingskamp Auschwitz: `Het is gebeurd, en daarom kan het weer gebeuren’. Een stuk minder optimistisch en inmiddels realiteit gebleken. Het geeft me op de een of andere vreemde, fatalistische manier méér hoop.

En de vogels? Vliegen ze nog steeds van Oost- naar West-Berlijn? De vogels op ons terras niet. Die wachten op het brood dat wij ze, voldaan van onze maaltijd, goedmoedig toewerpen. De zon zakt en het wordt fris. We gaan.

Bert Nonkes