dinsdag 23 februari 2021

Even proeven


Ineens was het er: vrieskou, ijs en dus schaatsgekte. Wat was het genieten! Met het schaatsen zelf maak je me niet blij. Ik was het meisje met zwakke enkels en kunstschaatsen voor de sier. Naar de ijsbaan ging ik voor de chocolademelk, de gezelligheid en de jongens. Ik was het meisje dat midden op de baan aan de lantaarnpaal likte om te kijken of het klopte dat je tong eraan vast kan vriezen. Het klopt.

Net zoals ik vroeger genoot van de gezelligheid kon ik dat twee weekenden geleden weer doen. Wij hebben het geluk dat we vanuit de achtertuin het ijs op konden. Daar kwamen heel wat schaatsers voorbij geflitst. Wat was het heerlijk om weer verschillende mensen te spreken. Over scheuren in het ijs en over hoe lang het geleden was dat we schaatsen konden. Dat we het binnenblijven zat zijn en over Zoom-meetings. Over van alles en nog wat. We konden weer proeven aan het ‘wij’ gevoel en de vrijheid. Het was genieten om rode wangen te zien en de golvende coronakapsels die onder mutsen vandaan piepten. We wisten weer: je weet pas wat je mist als het er niet is. Maar het was er weer heel even.

Een weekend later zijn we zomaar 25 graden omhoog gegaan! De lange onderbroeken en mutsen kunnen weer gewassen naar de zolder. Coronakapsels komen nu echt tot bloei. En weer gingen we massaal naar buiten. Het voorjaar barst ineens los. Krokussen laten zich zien en de vogels zoeken naar nestelplekjes in plaats van naar voedsel. Op social media barstten de discussies los over de avondklok en versoepelingen. Voor- en tegenstanders wijzen met vingers en ik zie weinig begrip voor elkaars standpunten. Daar ben ik wel klaar mee. De persconferentie is geweest als jullie dit lezen en dan weten we weer meer. Ik hoop dat we weer wat meer mogen. Mocht dat niet het geval zijn, dan kunnen we elkaar nog steeds spreken. Buiten tijdens een wandeling bijvoorbeeld. Dat er behoefte is aan contact is duidelijk en we hebben er weer aan geproefd. Het smaakt wat mij betreft zeker naar meer!

Karin van Dijk

dinsdag 16 februari 2021

Onrust


Elk jaar, als de weersverwachtingen zijn dat het gaat vriezen, word ik onrustig. Ik ben niet zo’n weervolger, ik zie het meestal wel. Maar in deze tijd van het jaar is dat anders. Het ging al zoveel jaren nauwelijks vriezen dat ik die onrust niet wil toelaten.

Zaterdag voor een week zou het gaan sneeuwen en dan streng vriezen. Eerst zien en dan geloven. Zaterdag overdag leek er nog niets aan de hand en ik vreesde dat de paniek over slecht weer weer eens overdreven was. Maar zaterdagavond begon het toch echt te sneeuwen. Maar wat was het koud met die harde oostenwind en wat een heerlijke sneeuw. Onze zondagochtendwandeling met de hond was heerlijk tegen de snijdende wind. Thuis heerlijke warme chocolademelk, het leek wel wintersport.

Maar de wind zorgde wel dat het kanaal niet dichtvroor. Dat duurde nog twee dagen en de weervooruitzichten waren onzeker. Mijn onrust nam toe, het zal toch niet dat er met zo’n mooie ijsvloer niet voldoende ijs komt om op te schaatsen. Vrijdag was ik vrij en ‘s morgens bij het wandelen moest ik even op het ijs. Het voelt niet goed. Ik wil zo graag maar ga niet als eerste het ijs op. In de middag moet ik het nog een keer proberen maar er is nog steeds niemand, mijn verstand wint het van mijn gevoel. Rianne en ik besluiten langs het kanaal te rijden richting Vroomshoop. In ons geboortedorp zien we schaatsers tussen de bruggen en wij gaan daar ook het ijs op. Heerlijk om te schaatsen op het stukje kanaal waar we het vroeger geleerd hebben.

Zaterdagmorgen zien we ook schaatsers in Hardenberg. Nu kan het echt en wij en vele andere liefhebbers konden afgelopen weekend eindelijk weer eens schaatsen. De onrust is verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor heerlijk vermoeide beenspieren.

Henk Leemhuis

dinsdag 9 februari 2021

Herman

 


Brr… dit soort gure kou maakt me niet gelukkig. Mijn neiging tot routine overwint echter veel, zelfs deze kou. Net als hele volksstammen die zich gedurende de lockdown aangesloten hebben, wandel ik veel, en elke dag. Ik doe het al langer, meest samen met mijn hond. En wanneer mijn stappenteller dwingend aangeeft dat het nog niet genoeg was, gaan we weer. Een gek soort dwangmatigheid dwingt me om zelfs met dit beroerde hondenweer mijn stappendoel te halen. Dus wie me ziet wandelen in dit barre weer, nee, ik doe het niet voor de hond. En ja, klopt, het is bijna een tikkeltje autistisch, inderdaad, maar zijn we dat niet allemaal in meer of mindere mate?

Dat deed me denken aan Herman, een intelligente kennis, bij het geniale af. Maar Herman is niet flexibel, kan niets met fantasie, houd niet van prikkels, kan mensen niet goed aanvoelen, en houd van routine. Hij bracht het zo onder woorden, “Zonder structuur kan ik niet leven, die lockdown, avondklok, mondkapjesverplichtingen, de anderhalve meter samenleving en vooral het minder mensen mogen ontmoeten, fantastisch! Ik heb me nog nooit zo gelukkig gevoeld”. Hij kan namelijk niet tegen de onzekerheden van onze normale samenleving waar iedereen altijd op zoek is naar de volgende prikkel. Herman niet, Herman houdt van vastigheid, elke dag hetzelfde, gestructureerd tot op de minuut. ‘s Morgens om tien over zes opstaan, twee boterhammen smeren met elke dag van de week iets anders, maar wel elke week hetzelfde op dezelfde dag, net zo met het middageten en avondeten. Dezelfde kleren, elke dag van de week iets anders, maar wel elke zelfde dag van de week dezelfde. En dan maar een persoon per dag mogen ontmoeten, hoe perfect kan het leven zijn? Ja, Herman is een bijzonder mens, maar diep in ons hebben we allemaal een klein beetje van Herman. Hoewel ik verder geen mensen ken die zo gelukkig zijn geworden van deze pandemie.

Rudi Bults

 


dinsdag 2 februari 2021

SMS

 


Krijgt u nog smsjes? Ik amper. Maar warempel, vorige week, op 27 januari, was het raak.

Ik kreeg, met een lonkende link in blauw er bij, een sms van het CJIB. Het Centraal Justitieel Incasso Bureau, u weet wel die club waar u ´s nachts van droomt wanneer u ´s avonds te hard hebt gereden: ben ik geflitst, ben ik geflitst…?!



Het CJIB berichtte dat ik mijn boete van 13,54, u leest het goed: mijn boete van dertien euro en vierenvijftig cent, ondanks herhaalde aanmaningen niet had voldaan.

Toen ben ik eerst maar even gestopt met lezen.

 

Dertien euro en vierenvijftig cent... Wat kan ik voor dat bedrag misdreven hebben? Heb ik als voetganger de zebra te haastig genomen? (snelheidsbekeuring); heb ik ´goede middag´ gezegd tegen een dame van 80 (seksuele intimidatie); of heb ik een relschopper geïdentificeerd (klikspaan)?

Ik ben al mijn recente pekelzonden - met mijn echte zonden zal ik u niet vermoeien - nagelopen. Het lukte me niet ergens op dertien euro en vierenvijftig cent uit te komen. Ik heb, toegegeven, recent een keer een boze hond in zijn hok geblaft (dierenmishandeling). Dat schat ik op 11,50. Misschien een coronatoeslag van twee euro erbij, al die injectienaalden moeten toch ergens van worden betaald. Zo kon ik met wat goede wil op 13,50 komen. Maar die vier cent, daar heb ik wakker van gelegen. Welke nanorechtspraak, welk verfijnd boeteafweegsysteem gaat daarachter schuil?

 

Het sms-bericht van het CJIB vervolgde met de mededeling dat vanwege mijn nalatigheid de deurwaarder op 27 januari zou overgaan tot conservatoir beslag. Het werd steeds mooier! Eerst die 4 cent, op 26 januari een sms en nu zou ik al op 27 januari een heuse deurwaarder ontmoeten. Nanorecht én snelrecht! En gewoon beslag, nee, meteen maar ´conservatoir´.

Nu hebben mijn ouders me niet voor niets naar school gestuurd, dus van een woord met meer dan twee lettergrepen val ik niet direct om. Mocht dat onverwacht en onverhoopt bij u wel het geval zijn: laat u niet flessen als u ook zo'n smsje ontvangt. Gewoon deleten: cybercriminelen. Prutsers.