dinsdag 27 juli 2021

Kutkop


Ellende voor collega Bert Nonkes: langdurig geplaagd door een hernia. Pijn kluistert hem aan huis en toetsenbord. Dat het snel verleden tijd mag zijn! Bert durft - heerlijke zelfspot - de straat niet op: zijn hernialoopje zou hem komen te staan op de verdenking van openbare dronkenschap of een mentaal defect. Ook verwacht hij door jeugd te zullen worden uitgelachen. Ik vrees dat hij met dit laatste deels gelijk heeft.

Onlangs daalde mijn broer, werkzaam in het onderwijs, met een klas uit Groningen af naar pretpark Slagharen. Het is een zwaar vak. Op zeker moment wilde hij dan ook even bijkomen. Hij zag een tafeltje waar nog ruimte was. Hij vroeg de er al zittende meisjes: ´Kan ik hier zitten?´ Dat was prima.

Even later kwam er een puber naar het tafeltje.

Hij zei tegen mijn broer, mid vijftig,: ´Oprotten: wij zitten hier.´

Mijn broer keek hem minzaam aan en zei: ´Pardon?´

´Ik zei oprotten, mongool. Wij zitten hier.´

Mijn broer wachtte even, zei toen: ´Dat dacht ik niet.´

´Hou je bek, met je kankerkop en flikker op.´

´Zo,´ reageerde mijn broer ´waar heb jij zulke moeilijke woorden geleerd?´

Waar hij zich gvd met zijn tyfuskloten kutkop mee bemoeide.

Het moest dus een school zijn met veel aandacht voor taalbeheersing. Het jongmens liet nog meer woordkunst horen, waaruit, tussen het moeilijks door, duidelijk werd dat meneer studeerde aan een school in Hardenberg.

Hmm, dat kon de bron van zijn taalschat dus niet zijn. Misschien een vorm van thuisonderwijs? Of bijeffect van zijn ´social´ media wereld? Terwijl ik hierover nadacht, kreeg ik een visioen. Ik keek vijf jaar vooruit en zag het iets groter gegroeide monstertje op Palma de Mallorca; druk bezig iemand dood te schoppen.

Adrian Verbree

woensdag 21 juli 2021

Het nakijken hebben

 

Mijn voorouders waren niet vlug ter been. Ze hebben, bij wijze van spreken, nooit het Nederlands estafetteteam gehaald. Ik ben bang dat ik de volgende in lijn ben. Ik heb nu al zo’n elf maanden last van een hernia. Die straalde eerst uit naar mijn rechterbeen en wandelde toen doodleuk naar mijn linkerbeen. Oefeningen, spuiten en medicatie, het helpt allemaal niks. Constant pijn en de motoriek van een pasgeboren veulen. Ik vermaak me met mijn schrijfopdrachten; die zorgen voor de broodnodige afleiding. Maar je moet ook wel eens de deur uit. Eerst deed ik dat in het donker vanwege mijn potsierlijke loopje, maar nu het lang licht is, kom ik daar niet meer mee weg. En ik wíl ook wel weer eens naar de winkel, potverdikkie. Maar ja, ik word nagekeken en ik kan wel zeggen dat me dat niks kan schelen, maar het scheelt me wel. De reacties zijn ruwweg in drie categorieën onder te brengen: er zijn mensen denken dat ik dronken ben, en met mijn voorgeschiedenis is dat helemaal niet zo’n gekke gedachte. Er zijn mensen denken dat ik naast een lichamelijke handicap ook een geestelijke handicap heb; ik herken ze aan de meewarige blik. En dan heb je de schooljeugd, die thuis het gesprek over respect voor anderen nog niet altijd heeft gevoerd, en mij gewoon keihard uitlacht. Reageren heeft geen zin, want voor ik me heb omgedraaid en “schavuiten!” heb geroepen, is ze al lang en breed verdwenen.

Ik hoop en ga er nog steeds stiekem vanuit dat mijn handicap een tijdelijke is. Mijn hart bloedt echter voor degenen die permanent in een situatie verkeren waarin ze niet conform de norm aan het sociaal-maatschappelijk verkeer kunnen deelnemen.
Kijk ze eens aan, in plaats van ná. Er gaat een wereld voor je open.

Bert Nonkes

dinsdag 13 juli 2021

Coolega’s


U heeft ze misschien ook. Net zoals bij je familie heb je ze niet voor het uitkiezen: collega’s. Je moet het ermee doen. Door de vele parttimers in het onderwijs heb je er veel van. Dat vind ik handig. Je weet precies bij wie je moet zijn omdat je elkaars talenten kent. Voor een vastgelopen digibord, of stoom afblazen vanwege een rotdag bijvoorbeeld.

Tijdens de lockdown kwam ik erachter hoe belangrijk collega’s voor mij zijn. Het contact bij het koffiezetapparaat is toch anders dan het meeleven met elkaar achter een scherm. Door de online vergaderdiscipline luisterden we naar elkaar, werd het geluid alleen aangezet als je iets wilde zeggen: heel effectief, maar o zo saai. Bent u op een school weleens in de teamkamer geweest tegen kwart over 8? Je stapt dan één groot kippenhok in! De gebroken nachten worden besproken, recepten uitgewisseld, en gemopperd over mannen en kinderen die rommel maken. Ook zwangerschappen, eisprongen en de overgang: er is altijd wel een onderwerp te bespreken.

De afgelopen weken realiseerde ik me meer dan ooit dat ik ze straks niet meer heb. Dat is mijn eigen schuld: ik kies er zelf voor om het avontuur aan te gaan en als trainingsacteur te willen werken. Daar zal ik vast weer nieuwe mensen leren kennen, maar het is vast niet te vergelijken met het team waar ik negentien jaar deel van uit mocht maken. Bij wie moet ik zijn als mijn computer vastloopt en als ik wil mopperen over beschimmelde broodjes in broodtrommels? Gelukkig mag ik nog in de informele appgroep blijven. Dus als u ze heeft: wees ze dankbaar en onthoud dat ze best cool zijn: coolega’s dus eigenlijk…

Karin van Dijk

dinsdag 6 juli 2021

Onkruid


Gek dat we een plant of kruid zo noemen. We zouden het beter kunnen omschrijven als ongewenst op bepaalde plaatsen. Als tuinliefhebber heb ik ook last van onkruid. Al jaren bestrijd ik knopkruid en zevenblad, maar ook groeien er margrieten, papavers en klaprozen waar ze niet geplant zijn.

Er groeit van alles in onze tuin waardoor het een weelderig bloeiende tuin is geworden. Ik kan zittend in de tuin ontzettend genieten van de kleurenpracht en de insecten die van bloem tot bloem gaan. Al 40 jaar geleden op onze vakanties in Zweden genoten we van de gekleurde wegbermen waar heel veel planten bloeiden. Dat kenden we niet in Nederland, daar waren de wegbermen altijd kort gemaaid, zag ik soms een klaproos maar dat was het dan ook wel.

Daar komt gelukkig verandering in doordat we zijn gaan inzien dat de insecten aan het verdwijnen zijn, een o zo belangrijke schakel in de natuur. Een paar jaar geleden kwamen er plukveldjes, ook eentje naast ons huis waar dagelijks mensen staan te kijken of komen plukken. In de drie jaar dat het er ligt zijn er steeds meer kleurrijke bloemen bij gekomen. Maar ook insecten en meer en andere vogels.

De gemeentelijke groenvoorziening heeft gelukkig nu ook door dat wegbermen veel mooier worden als er veel minder gemaaid wordt. De komende jaren zal het alleen maar mooier worden als bloemen tussen de grassen zullen verschijnen en insecten en vogels hun weg weer weten te vinden. Als we goed om ons heen kijken kunnen we genieten van al dat moois dat de natuur ons gratis geeft. Als we daarbij ook de snelheid in het verkeer een beetje aanpassen is het nog beter zichtbaar en maken we met elkaar de wereld weer een beetje mooier.

Henk Leemhuis