woensdag 22 februari 2017

Praat

Op 24 januari was het depressiegala op tv. Een aantal bekende Nederlanders onthulde aan het grote publiek dat ze lijden aan depressie, iets dat ze tot dat moment niet uitgesproken hadden. Doel van de avond: vertellen over een depressie moet net zo normaal worden als praten over lichamelijke klachten.
Over lichamelijke klachten gesproken, ik denk dat velen die aan depressie lijden met liefde die depressie zouden omruilen voor lichamelijke klachten, ik wel tenminste. Oorzaak, gevolg en herstelproces van een gebroken been zijn relatief simpel en overzichtelijk; zonder overigens een gebroken been te willen bagatelliseren. Maar uitleggen wat er mis is in je hoofd is complex. Ik ben manisch depressief, om het nog wat ingewikkelder te maken. Ik heb periodes van diepe dalen en ultieme hoogten gekend zonder daarvoor een specifieke oorzaak te kunnen aanwijzen. It is, what it is…
Goed doel van het depressiegala. Zelf heb ik geen moeite om over mijn stoornis te praten. Het is een soort van overlevingsstrategie geworden. Als ik een werkrelatie aanga met iemand, dan vertel ik het. Ik vind dat iemand daar recht op heeft voor hij met mij in zee gaat, ook al ben ik al jaren stabiel. Voor mij schept het de ruimte om mijn werk optimaal te doen. Iedereen is op de hoogte, weet wat er kan gebeuren en neemt een weloverwogen keuze om met mij verder te gaan, of niet.
Mijn depressies voelden als watertrappelen in een moeras van schuldgevoel en uitzichtloosheid. Mijn manie, die een jaar duurde, als lopen over de regenboog. Praten over zoiets persoonlijks, zoiets intiems is aanvankelijk doodeng. Maar ik wil me niet schamen voor iets waarvoor ik me niet hoef te schamen. En de wereld blijkt een stuk begripvoller dan ik had durven dromen…
Bert Nonkes

woensdag 15 februari 2017

Een slimme meid!

Kent u die slogan nog? Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid. Bedoeld om meiden ook de technische opleidingen te laten doen. Nou dan had je aan mij een goeie. Niet dat ik nou zo technisch ben hoor. Maar wel geëmancipeerd, al zeg ik het zelf. Ik nam bijvoorbeeld onder protest de achternaam van mijn man aan, maar liet tijdens de ondertrouw wel merken dat dit voor mij niet vanzelfsprekend was. Lastig vonden ze mij op het gemeentehuis!
Mijn missie werd daarna het opvoeden van mijn kinderen. Die van mij zouden echt hartstikke geëmancipeerd door het leven gaan! Toen kreeg ik twee jongens tegelijk. Van Sinterklaas kregen ze allebei een roze buggy. De dag erna waren het al grasmaaiers… En het was maar even en ze raceten met elkaar in de buggy door de tuin. En er kwam nóg een zoon bij. In dit mannenhuis doe ik mijn best om ze De Vrouw te leren waarderen. Stofzuigen, vaatwasser uitpakken en een eitje bakken kunnen ze prima. Stel dat ze later kinderen mogen krijgen dan hoop ik dat ze de taken eerlijk verdelen en ook één of meer dagen thuis zijn door de week. En dat dan geen pappadag of oppassen noemen.
Het valt niet altijd mee, als vrouw tussen de mannen. Hun kamers puilen uit van de kleren, snoeppapiertjes en ondefinieerbare zooi. Laatst verzuchtte één van de jongens: "Mam, als ik later op mezelf woon denk ik dat het een hele grote puinzooi wordt, dan heb ik toch echt een vrouw nodig". Mijn ogen schoten vuur, adrenaline stroomde door mijn bloed.. Ik wilde net een hele tirade afsteken tot hij verder ging: "Ja, want ik heb echt iemand nodig die net als jij roept dat ik alles achter mijn kont op moet ruimen, anders komt dat nooit goed!"
EMANcipatie: zullen we het eVROUWcipatie gaan noemen? Vrouwen zijn de slimme meiden van toen toch? Wordt vast vervolgd!
Karin van Dijk

woensdag 8 februari 2017

Het kriebelt

Elk jaar weer als de winter er is, dan wil ik ook een echte winter. Ook dit jaar weer, na een veel te warm begin van de winter rond de kerst leek het toch halverwege januari goed te komen. De temperaturen zakten onder nul graden Celsius, ook overdag en er vormde zich laagjes ijs op weilanden en ondergelopen plassen.
De strijd van de ijsverenigingen om de eerste natuurijsmarathon barstte los. Ik werd zoals dan altijd gebeurt onrustig, zou het dan toch echt. Maar aanvankelijk gooide de griep alles in het honderd, koorts, hoesten, een lekkende neus, verdorie ik had griep. Dat is wel vijftien jaar geleden, maar toch en net nu we misschien wel kunnen schaatsen. Ik heb nog wel even gekeken of mijn schaatsen al geslepen waren, een klusje dat ik altijd aan het eind van een seizoen doe, maar waar ik bij het nieuwe seizoen nooit zeker van ben dat ik het heb gedaan. Gelukkig, ze zijn scherp. Maar van schaatsen komt het niet. Zomaar is de temperatuur weer boven de tien graden, weer een illusie armer. Of toch nog, vrijdagavond hoorde ik de weermannen zeggen dat het vanaf vandaag weer overdag vriest, en 's nachts matig. Ik blijf hopen. Mijn conditie houd ik wel op peil, want het is nog geen eind februari. En het weer is wel telkens zo geweldig mooi dat wandelen bij deze prachtige luchten ook een heerlijk tijdverdrijf is, buiten, genieten van de hazelaar die al in bloei staat, de ruige rijp die we hadden, waarvan bijna iedereen wel een smartphonefoto had gemaakt. Geweldig mooi, het wisselen van seizoenen en dagen.
O ja, en dan was er nog het afscheid in de eerste column van mijn auto. Daar heb ik geweldig veel reacties op gekregen, en als jullie goed om je heen kijken de komende tijd kun je me nu weer zien in een nieuwe auto, misschien wel op weg naar de Kop van Overijssel om toch eindelijk weer eens een toertocht op de schaatsen te rijden.
Henk Leemhuis

woensdag 1 februari 2017

Teddybeer

Vrijdagochtend. Een normale ochtend waarin ik voor mijn baby zorg, en als ze slaapt even aan het werk ga. Klinkt ideaal, en dat is ook zo. Meestal. Ik leg haar in bed voor haar ochtendslaapje en leg haar roze konijn dat ze pas heeft ontdekt naast haar mooie hoofdje. Er gaat gelijk een oor in haar mond en al heel gauw ook een pootje. En langzaam valt ze in slaap, heerlijk!
Slapen met een teddybeer. Wie doet dat nog? Ik weet van een aantal mensen dat ze hun 'knuffel van vroeger' nog steeds binnen handbereik hebben, en er vanuit gaande dat niet iedereen er eerlijk over is, denk ik dat er nog wel meer zijn. Mijn 'Beer' ligt ook al vanaf mijn tiende in en naast mijn bed, en hij zit nog steeds netjes op mijn nachtkastje te wachten tot ik hem een keertje nodig heb. 'Beer' die toen ik net samenwoonde doodleuk door mijn moeder binnen werd gebracht met de tekst; 'Vergeet je deze niet?'. Tuurlijk niet mam, maar dat had ik liever iets onopvallender gedaan…
Maar waarom doen we dat? Geeft het nog steeds dezelfde troost als vroeger, en een gevoel van veiligheid? Of is het de wens soms weer even kind te mogen zijn?
In Nederland heeft elke politieauto een teddybeer. Voor kinderen die stress ervaren tijdens bijvoorbeeld een ongeluk. Fantastisch! Dat vind ik mooi. Maar soms hebben wij dat ook nog even nodig. Ik las zelfs dat slapen met een teddybeer mensen met angsten en een depressie een beetje kan helpen.
Een knuffel van een dierbare is fijn. Wat mij betreft altijd! Maar in een wereld als deze kan het soms ook best fijn zijn weer even weg te kruipen met je teddybeer. Dus, heb je hem niet meer in de aanslag? Gauw de zolder op, en massaal weer slapen met je 'knuffel van vroeger'. Heb je hem niet meer? De speelgoedwinkel is vlakbij. Al is het maar om weer even kind te kunnen zijn, want daar wordt ieder mens beter van!