woensdag 25 oktober 2017

Trui

We zijn volop bezig met de competitie. Althans, mijn kinderen voetballen, ik kijk. Vroeger droomde ik als klein keepertje van het shirt van Piet Schrijvers, kanariegeel met zwart, van Adidas. Niet te betalen dus. Het bleef met de neus tegen het glas van de sportwinkel bij een droom. Mijn moeder wist raad: "Ik brei er wel één!" Ik was daar niet gerust op. Mijn moeder en handwerken, dat was geen gelukkige combinatie.
Zo had zij, bijvoorbeeld, daags voor mijn debuutwedstrijd nog snel even het clubembleem op mijn shirt genaaid. In spiegelbeeld. Zo stond ik die zaterdag vol in de belangstelling, dat dan weer wel, maar niet op de manier die ik gehoopt had.
En zo klopte er wel meer niet, organisatorisch en logistiek gezien, bij Sportclub Juliana Stadskanaal eind jaren zeventig. Het mededelingenkastje, bijvoorbeeld, was voorzien van een permanent beslagen ruit. Aan de binnenkant wel te verstaan, zodat wij regelmatig op verkeerde tijdstippen verkeerde kleedkamers binnenliepen en ons meldden bij verkeerde velden.
En van de F-jeugd tot het eerste, alle wedstrijden werden gespeeld op een groot veld. En zo'n veld is groot als je negen bent. Ik speelde in de verdediging; onze spits kende ik alleen van naam, niet van gezicht. En de trui? De trui werd blauw, niet geel en heeft de eerste training niet overleefd. Na de eerste keer duiken in een plas was hij opeens vier keer zo groot.
En terwijl mijn kinderen in hun pupiljaren bekers bij elkaar harkten als was het manna, staat er in mijn erevitrine slechts een bekertje. Amper twintig centimeter hoog, in bladderend nepzilver, 4e prijs Poliotoernooi SETA Musselkanaal 1979. Er bovenop een voetballer. Maar het kan ook een zogende kangoeroe zijn.
U begrijpt, toen heb ik er de trui aangegeven.
Bert Nonkes

woensdag 18 oktober 2017

Hoera voor de Hema

Waar een klein land groot in kan zijn… Op internet worden de meest agressieve dingen over de Hema neergezet, omdat ze binnenkort geen aparte meisjes- en jongenskledingafdeling meer hebben en dat de labels ook genderneutraal worden.
'Genderneutraal' wordt vast ook het nieuwe Van Dale woord van 2017. Een prachtig woord! Er zijn inmiddels ook al speciale toiletten voor. Wat mij betreft plaatsen ze die gelijk in openbare ruimtes: dat scheelt rechtszaken en discussies over openbare toiletten, want iedereen kan er gebruik van maken.
Al die Hema ophef, ik begrijp het echt niet. Want wat maakt het uit als er binnenkort geen 'girl' meer staat op een shirtje? Wie heeft daar nu last van? Ik ben juist voor het ontwikkelen en uitkomen van je eigen smaak. Altijd maar aanpassen aan alles omdat het 'zo hoort': jammer. Ik zie het bij de kleuters: daar verkleden ook jongens zich als mamma, en die gaan zwikkend op hoge hakken naar het werk. Kinderen op die leeftijd houden zich niet bezig met 'wat eigenlijk hoort'. Ze leren dat van ons: van de maatschappij. Wij stoppen alles en iedereen in hokjes en willen duidelijkheid. Wij volwassenen hebben vaak moeite met veranderingen. En ik maak me daar ook schuldig aan. Als er weer eens een update komt van een app die ik net onder de knie heb bijvoorbeeld. Of dat de V&D weg is: het leek me een ramp! Maar nu eet ik mijn broodje roomkaas gewoon ergens anders. Soms is verandering beter. En ik denk dat als we een kleine groep blij kunnen maken met een neutrale kledingafdeling dat het een prima verandering is. En vind je het belachelijk? Dan ga je er niet heen. Ook prima. Want we leven in een land waar je keuzes mag maken en voor je mening op mag komen. Ook als die afwijkt van wat iedereen vindt. Dat is ook waar ons kleine land groot in is. En daar ben ik wél trots op.
Karin van Dijk

dinsdag 10 oktober 2017

Ik ben wees geworden

Vreemd om te horen dat mensen tegen je zeggen dat je wees bent geworden. Toch overkwam me dit de afgelopen weken regelmatig na het overlijden van mijn moeder. Het zette me wel aan het denken en het is ook wel een bijzondere gedachte dat er geen ouderlijk huis meer is, zelfs op 58-jarige leeftijd. Want daar was altijd de verbinding met elkaar, met mijn broer en zus. Die verbindende schakel is nu weg.
De laatste jaren waren moeizaam voor mijn moeder, haar krachten namen letterlijk af. Na het overlijden van mijn vader twaalf jaar geleden heeft ze door haar consequente actieve levensstijl toch een goede tijd gehad. Ze fietste het dorp rond, maar maakte ook fietstochtjes van dertig kilometer naar Hardenberg om ons te bezoeken. Ze zwom in de zomermaanden regelmatig haar baantjes, ging naar de gym, kortom had een actieve levensstijl. Na een val met de fiets werd ze bang, daardoor werd ze qua vervoer afhankelijk van haar kinderen en de regiotaxi, maar ze bleef regelmatig stukjes lopen. Toen dat ook moeilijker ging kwam de rollator, waarmee ze regelmatig haar boodschapjes deed. Ze verdeelde haar boodschappen zelfs zodat ze haarzelf verplichtte om meerdere keren per dag er even uit te gaan. Maar ook even de brug rond, een wandelingetje. Zo was mijn moeder een voorbeeld voor mij wat ik graag deelde met patiënten van wie ik vond dat ze te weinig bewogen. Want bewegen is het beste medicijn is mijn adagium. Ruim twee jaar geleden gaf ze aan dat het niet meer ging in haar huis en verhuisde ze naar een aanleuncomplex. Heel veel moeite had ze met het steeds meer uit handen moeten geven van haar zelfstandigheid. Niet zelf kunnen poetsen, niet zelf haar eten bereiden, niet zichzelf kunnen wassen. Gelukkig hebben we in Nederland fantastische mensen in de zorg, die met veel toewijding en geduld, mensen zoals mijn moeder, die heel moeilijk iets uit handen kunnen geven, blijven bijstaan en begeleiden, ook in de laatste levensfase. Laten we zuinig zijn op deze mensen, van mij krijgen ze een dikke tien.

Henk Leemhuis

woensdag 4 oktober 2017

Baby Babet

Een paar weken geleden werd ze al weer een jaar, onze dochter Babet. Zo groot alweer, onze kleine baby. Of nou ja, dreumes dus. Maar zoals Ad altijd zegt; “Een dreumes klinkt al iets dat uit je neus komt, dus wij blijven gewoon nog zeggen, onze baby.” 

Wat gaat het hard! Ook al blijven we haar angstvallig ‘baby’ noemen, dat is ze natuurlijk al lang niet meer. Ze loopt (nog net niet los), ze lacht, ze kletst en ze eet. Vooral dat laatste, het liefst de hele dag door. Het is een blij kind, relaxed en gelukkig. Het is zo fijn om haar om ons heen te hebben. Ze laat ons elke dag weer lachen en maakt ons een stukje gelukkiger, zonder dat we dat haar hebben gevraagd. 

En ze is zo mooi. Ik weet het, dat zegt elke moeder, maar ze is zoals ik haar droomde. Zoals ik wist dat ze bij me hoorde, al van kinds af aan. Met haar prachtige krullen en haar blauwe ogen. Ogen die dwars door alles heen stralen. Ze kijken je recht in je ziel en zoeken oprechtheid, leven en liefde. Aandacht ook. En zo hoort het, net zoals bij elk kind dat net de wereld ontdekt. Zij is de mens zoals ik wil zijn. Niet vanuit jaloezie, maar vanuit bewondering. Bewondering van haar pure onschuld en haar volledige overgave aan het leven. 

Ze weet meer dan we denken. Ze kent ons misschien wel beter dan wij zelf. Gewoon omdat ze niet verder kijkt dan wat is. Omdat ze óns ziet, en niet datgeen wat we willen zijn of vinden dat we moeten zijn. Zij ziet nog wat er echt belangrijk is. En ik ga mijn allerbeste best doen om haar te leren dat ze mag zijn wie ze is. Niets meer en niets minder.

Toen ik zwanger was, zong ik vaak voor haar, en schreef ik liedjes. Eentje gebaseerd op een gedicht van Toon Hermans; ‘Er moeten mensen zijn die zonnen aansteken, voordat de wereld verregent’. Babet steekt er wel honderd aan! Elke dag opnieuw. Door haar regent het een heel stuk minder in ons leven, door haar is de wereld oprecht een stukje mooier geworden.