donderdag 30 augustus 2018

Oeps!


Gelijk maar een bekentenis: ik maak me druk om wat anderen van mij vinden. Als leerkracht heb ik een voorbeeldfunctie namelijk. Stel je voor dat ik veel flessen wijn koop en ik kom ouders van school tegen: wat zullen die dan wel niet denken? Daarom kocht ik mijn zwangerschapstesten destijds in Hardenberg: lekker veilig.

Inmiddels ben ik wat ouder en probeer ik om daar iets meer maling aan te hebben. Dat lukt steeds beter! Bijna. Want naast zwangerschapstesten zijn daar bijvoorbeeld ook de condooms die gehaald moeten worden. En terwijl ik dit typ hoor ik u denken: “Huh? Waar heeft zij die dan voor nodig? Zet ze dat zo in de Toren?” En dat is dus precies wat ik bedoel: dat ik invul wat u denkt. Het zit zo: als moeder van jongens waar het testosteron van afspat en naast preken over SOA’s en vroeg vaderschap heb ik zelf verantwoordelijkheid genomen. Ik haal ze en dan laat ik het los. Of ze worden gebruikt wil ik niet eens weten.
De drogist in Dedemsvaart werd het niet, want dan zouden ze denken: “Zou ze een minnaar hebben? Op die leeftijd nog condooms?” Ik kreeg een briljante ingeving. Bij de Jumbo kun je ze ook halen. Gewoon met de zelfscanner en onderin de boodschappentas. Eerst keek ik goed om me heen en toen (alsof het heel normaal is) pakte ik de condooms, scande ze en deed ze bij de rest van de boodschappen in mijn tas. Onderin natuurlijk. Bij de kassa werd ik geholpen door een oud-leerling. En toen gebeurde waar ik niet aan had gedacht… “U bent geselecteerd voor een steekproef”. Koelbloedig bleef ik staan. Natuurlijk scande ze ook de boodschappen helemaal onderin de tas. Even zo koelbloedig scande ze de condooms. Ze kreeg een kleur en zei er keurig niets van. “Goedgekeurd hoor”, was het vonnis. Ik was nog nooit zo snel de Jumbo uit! Thuis pakte ik de boodschappen uit en scrolde op mijn mobiel. Daar tussen de Facebookberichten door verscheen een advertentie van Bol.com. Waar ze ook drogisterijartikelen verkopen. Online en lekker anoniem. Welkom in de digitale wereld. Waar je dingen kunt bestellen die niemand hoeft te zien. Wat een domme actie. Vind ik zelf dan hé, dan hoeft u dat niet voor mij in te vullen…

Karin van Dijk

woensdag 22 augustus 2018

Nietig

Een bijzonder woord dat op verschillende manieren kan worden uitgelegd. In de rechtspraak kan iets nietig verklaard worden, maar ook een mier wordt als een nietig dier gezien.

Als mens kun je je ook nietig voelen en dat laatste is mij de afgelopen zomer een aantal keren overkomen. De eerste keer dat ik dit ervoer was toen ik aan de rand van de Grand Canyon stond. Ik had er al zo vaak foto’s en filmbeelden over gezien maar in het echie was het zo groots dat ik me echt nietig voelde. Zo ook de invloed van het klimaat op ons, we zuchtten bijna allemaal onder de warmte en de geel kleurende weilanden en bermen waren on-Nederlands. Maar na een aantal buien kleurt het achter ons huis alweer helemaal groen. De kracht van de natuur waar niet tegen te sproeien is.
Tijdens de Indiëherdenking ervoer ik ook de nietigheid. De confrontatie met de ontberingen van de kampslachtoffers en zes jonge mannen uit Hardenberg die we herdachten bij ons Indiëmonument aan de Vecht. Mannen die indertijd de leeftijd van mijn kinderen hadden, tijdens hun jeugd woonden ze in een land in oorlog en vlak daarna moesten ze naar Indonesië, een vreemde onbekende bestemming om hun leven te laten voor het behoud van een kolonie. Het prachtige Indonesië waar ik rondgereisd heb, lieve verdraagzame mensen heb leren kennen en waar de natuur zo groots is. Ook nu weer op Lombok in twee weken tijd drie aardbevingen met veel slachtoffers. De immense natuurkrachten, daarbij vergeleken zijn mensen maar nietig.
Mevrouw Hoving, die zelf de ontberingen in het jappenkamp moest meemaken, droeg op de Indiëherdenking een indrukwekkend gedicht voor, een prachtig voorbeeld voor mij hoe de nietige mens soms ook tot grote dingen in staat is. “Tijd is te traag voor hen die wachten. Tijd is te snel voor hen die vrezen. Tijd is te lang voor hen die rouwen. Tijd is te kort voor hen die genieten. Maar voor hen die liefhebben is tijd eeuwigheid”. Om zo te kunnen denken ben je verre van nietig, maar groots.

Henk Leemhuis

woensdag 15 augustus 2018

Druk joh!


Wat hebben we een buitengewone periode gehad de afgelopen maanden. De zon scheen zoals ik hem niet vaak heb gezien, en we gedroegen ons als ware Zuid-Europeanen. Blote benen, slippers, en vooral niet te hard werken, want een zonnesteek lag soms dagelijks op de loer. Ik vond het heerlijk! En nog steeds. Want ondanks het wat meer wisselvallig weertype, vind ik het een prima zomer. Opslurpen die vitamine D!

En de warmte zette ons, waar dat kon, ook even wat vaker stil. Want als je niet af en toe een extra pauze nam om flink wat water naar binnen te gieten, dan hield het al gauw op. En ik moet zeggen dat ik dat een welkome verademing vond. Even niet zo druk en wat minder gehaast de dagen door. Het lijkt namelijk wel mode op het moment, druk zijn. Vraag je iemand hoe het gaat? Krijg je bijna standaard als antwoord; ‘Goed, druk joh!’

En ‘niet druk’ zijn lijkt ook wel minder geaccepteerd. Een tijdje terug vroeg iemand me hoe het ging en ik antwoordde; ‘Goed, iets minder druk’. Het antwoord klonk; ‘Oh?’ Gevolgd door een korte maar zeer ongemakkelijke stilte waarop ik mezelf stotterend iets hoorde zeggen als dat we heus wel genoeg te doen hebben.

Maar waarom mogen we van ons zelf niet eens wat minder druk zijn? Waarom moeten we, als de agenda wat leger is, de dagen volproppen met nieuwe afspraken als borrels, extra sportavonden (die herken ik zelf overigens niet), of een vergadering? En waarom gaan we, als het vakantie is, binnen een dag als de sodemieter richting Frankrijk waardoor we zelfs dan nog met het zweet op onze rug ‘druk druk druk’ bezig zijn? Ik hoop dat het een kortstondige modegrill is, maar ik ben bang van niet. Het is tenslotte niet nieuw, en het lijkt er te zijn ingesleten.

En dus geniet ik de komende twee weken nog maar van alle tijd die ik heb om niets te doen. En terwijl Babet de druiven van de rank eet die door de warmte rijkelijk is gaan groeien, lig ik met mijn blote benen in de zon of onder een paar spetters regen, boekjes te lezen. Druk? Nee, gelukkig niet zeg.

Anja

woensdag 8 augustus 2018

Uitverkoop

En toen was het zover: 29 juli 2018, Hardenbergs eerste koopzondag. Zo te horen was het een succes en dat gun ik de voorstanders. Toeristen vertekenden het beeld, hoe pakt zoiets op 3 februari uit? Persoonlijk heb ik niet aan het succes bijgedragen. Geen tijd. Ik had het veel te druk met rusten.

Vrees niet, ik roep geen moord en brand, hef geen domineesvinger. Mijn politieke stem zal ik ‘tegen’ uitbrengen, maar als die democratisch wordt overstemd, accepteer ik dat. Vrees geen aanslagen. Waar christenen een minderheid gaan vormen in onze samenleving, moeten ze niet eisen - wensen mag altijd - dat christelijke verworvenheden te allen tijde blijven bestaan. Christenen in islamitische landen kennen ook geen zondagsrust. Natuurlijk betreur ik het dat velen geen kerk meer van binnen zien en denken dat Jezus iemand uit een musical is. Weet je wat je mist? Wat die zondagsrust betreft, wedden dat deze proefzondagen het begin van het einde markeren? Ik weet het, je kunt ook op dinsdag of donderdag rusten, maar als we samen versnipperd rusten, blijft het resultaat drukte. We klagen dat onze maatschappij geen rust kent. Tja, de maatschappij dat ben jij.
Met wie ik te doen heb zijn de winkeliers van morgen. Niet de grootgrutters. Die trekken - als ze willen meedoen - gewoon een blik personeel open, knutselen een rooster in elkaar en: draaien maar. Maar de kleine zelfstandige van morgen. Nu mógen ze, straks móeten ze. Om mee te kunnen komen. Terwijl ze nu al meer uren draaien dan de gemiddelde Nederlander, ze op zaterdag niet vrij zijn zoals jij, ze allang geen stille dinsdagmiddag meer kennen, ze hun eigen blik personeel zijn. Hun rust gaat in de uitverkoop. Wanneer mag hij of zij ademhalen? Gun ‘a Lidl rust’ aan de kleine man.

Adrian Verbree

woensdag 1 augustus 2018

Bruts


Mijn vader had in geval van standaardsituaties diverse standaarduitspraken paraat. Werd er bijzonder slecht gevoetbald op tv dan was het: ”zunde van ’t gras dat de speulers erop liep’n”. Maakte ik zijn flesje bier open: “Breek mie d’’r gain glas of!’ En was het bijzonder warm weer dan: “Kinst d’r wel bruts (broeds) bie word’n”. Het slaat nergens op, maar hij had de lachers op zijn hand.

En als het dan eens brutsig weer was, dan was er kans dat er bij ons gebarbecued werd. Dat liep volgens een vast patroon. Barbecue was leuk maar er mocht geen journaaluitzending onder sneuvelen. Dus moest de barbecue plaatsvinden tussen 18.15 en 20.00 uur. Als hoofd van het gezin ging mijn vader over het vuur en mijn moeder over het eten. In het rode bakje op de gammele drie poten ging een zak kolen en één (wat kost dat wel niet!) reepje aanmaakblokjes. Dat ging natuurlijk nooit aan. Omdat de hele onderneming een aanslag op zijn geduld was, ging er vervolgens een fles spiritus op. Dat brandde best. Zodra de vlammen onder roosterniveau waren, werd het rooster vol met kippenvleugels gestouwd. Die waren binnen twee minuten verbrand, dus klaar. Haal nog even een biertje, en ‘breek mie d’’r gain glas of!’
Om acht uur zat mijn vader voor het journaal en mijn moeder en ik bij een perfect brandend vuur het zwart van de kippenvleugels te schrapen. Jarenlang heb ik de barbecue geassocieerd met salmonella en Harmen Siezen. Het zijn van die gebeurtenissen waar je je op dat moment aan stoort maar later door het genadige filter van de tijd met een glimlach aan terugdenkt. ‘Uren, dagen, maanden, jaren, vliegen als ‘een schaap door ’t veen’. (Willem Nonkes, Groningen, 1934-1996)

Bert