dinsdag 25 mei 2021

Poesterig in 1972


Afgelopen week zat ik te appen met een goede kennis die een column schrijft voor het Dagblad van het Noorden. Het ging over het Nedersaksische woordje ‘toesterig’ dat ze schijnbaar gebruiken in zuidoost Drenthe. Nu is ‘platproaten’ zowel voor hem als mij gesneden koek, maar deze uitdrukking kende ik nog niet. Wel de uitdrukking ‘poesterig’, merkte ik op. We kwamen al snel tot de conclusie dat dan wel hetzelfde moest betekenen.

Wat na mijmerend over dit woordje, zie ik ineens mijn moeder weer voor me staan. En ik hoor haar zo nog roepen: ‘Jong wat ziej d’r weer poesterig uut, goa toch eens noar de kapper en trek eens een schone kleren an’. Ik wist ook gelijk weer welke kleren ze toen op doelde, de allereerste die ik ooit zelf kopen mocht. Kleren, waar ik zo trots op was dat ik ze alleen uit deed om naar bed te gaan of in de was te doen als het echt niet langer kon! Een Lois spiekerbroek met wiede piepen en een supergave Hawaï bloemetjesblouse. Niet echt mijn moeders smaak, maar wel de mijne, net als die dikke bos met kroeshaar die vrij gebruikelijk was bij mij en mijn vrienden. Gewoon lekker dwars tegen de vorige generatie in zoals dat hoort wanneer je een jaar of dertien bent.  

Mijn moeder vond al dat gepuber van haar oudste maar moeilijk. Gelukkig had ik hulp, mijn vader, steun en toeverlaat in moeilijke pubertijden, en tegelijkertijd de man waar mijn moeder haar leven lang verliefd op bleef. Glimlachend en relativerend wist hij altijd weer mijn moeders irritatie wat te sussen en tegelijkertijd mij stilzwijgend aan te moedigen vooral mijn eigen weg te blijven zoeken.

Uiteindelijk was die zomer van 1972 dan ook een heel erg gelukkige, echt zo’n Hawaï-bloesjes-zomer, zeg maar, waarin ik niet alleen mijn eerste pizza at, maar ook mijn eerste meisje kuste. Wel een zomer die ik volgens mijn moeder nogal poesterig heb doorgebracht.

Rudi Bults

dinsdag 18 mei 2021

In mei legt elke vogel...

Kent u ze, die fotoalbums die je van je vakantiekiekjes kunt samenstellen? Online, met tal van compositiemogelijkheden en betoverende achtergronden; alsof Bruchterveld ineens aan de Stille Zuidzee ligt. Binnen de kaders van al dat fraais schikt u uw mooiste herinneringen. Ik wil zo'n album niet.

Ik had meivakantie. Rutte & Co. waren op de hoogte: ik had hun voicemail ingesproken. Ze luisterden goed; naar de stem van het volk, zeg maar. In mijn vakantieweek zouden, zo besloot Den Haag, de terrassen weer open gaan. Mooi, dacht ik, misschien moeten we die man toch nog een kans geven. Dankbaar liet ik in ons kerkblad vermelden dat Gea en ik een weekje van de radar zouden zijn: wij gingen een rondje Nederlandse terrassen doen.

En toen was het zover. En toen was mei ineens februari geworden. Hoezo terrassen?! Nou ja, eentje hebben we geprobeerd. Uit de wind, onder een afdak, en met ons gezicht in de richting waar volgens Buienradar de zon zich zou kunnen bevinden. Gea bestelde een kop thee. Ik moest iets langer nadenken. De thee kwam. ´Snel opdrinken´, zei ik, ´´t is nu nog warm´. Maar Gea wilde haar thee ´niet zo heet´ drinken. Ik dacht: zoek het dan ook maar uit en bestelde een whisky. ´Nee, geen ijs, ben je mal!´ Terwijl Gea sneu constateerde dat haar thee ijsthee was geworden, klemde ik mij kleumend vast aan mijn whiskyglas.

´Gezellig hè,´ zei ik dapper. Maar ze hoorde me niet, want ze was net bezig een wak in haar thee te hakken. Wat een kou! Terwijl we naar huis reden, zag ik een vlucht regenwulpen die ondersteboven door het luchtruim werd gesleurd, alom waren takken aan de wandel en de regen oefende de horizontale versie. De rest van de week hebben wij geschuild in kringloopwinkels en achter Netflix.

In mei legt elke vogel een ijsje. U kunt me de pot op met uw mooie vakantiefotoalbum. Ik wil geen fotoalbum. Ik wil nog een glas whisky, en laat de fles maar staan.

Adrian Verbree

dinsdag 11 mei 2021

Met zonder dakje

“Ik heb een verrassing!”, roept mijn vrouw, “We gaan morgen met een open dakje. Ik haal hem vanmiddag al op”. Cool, een cabriolet. Heb ik altijd al eens willen proberen. En lekker eten in het vooruitzicht, wat wil een mens nog meer? Mooi weer, da’s wel zo comfortabel met zonder dak. Ook dat is geregeld voor morgen tijdens ‘Verrukkelijk Vechtdal op wielen’. Rijden, eten, puzzelen, heerlijk. Ik ben de 50 gepasseerd, dan mag dat. Kan ik meteen een theorietje factchecken.

Ik ben eenentwintig als ik met vrienden vakantie vier in Amsterdam. Op een avond belanden we in een café en ik raak aan de praat met een toerist. Hij is commandant van een nucleaire basis in Duitsland geweest. Een Amerikaan. Die vertrouwen dergelijke belangrijke functies niet toe aan Europeanen met hun losgeslagen moraal. Dan doen ze liever zelf. Dus…

Hij vertelt me met een knipoog dat hij tijdens zijn diensttijd vanuit Amerika een Corvette heeft laten overkomen. Een Amerikaanse sportauto, mét een open dakje. Dit, om het netjes te formuleren, meer aandacht te genereren van de Deutsche Mädel. Of dat werkte? Ausgezeichnet! Om precies dezelfde reden heeft hij de Corvette in Duitsland omgeruild voor pittige twoseater van Mercedes en die meegenomen naar zijn homeland. Wat aan de ene kant van de oceaan werkt, moet aan de andere kant ook werken, niet dan?

En dan moet dat ook in Baalder werken. Die zaterdagmiddag rijd ik naar de supermarkt. In de cabriolet. En verduld, er draaien hoofden mijn kant op. Vrouwelijke hoofden. Zo gaat dat dus. Ik heb nog steeds last van de hernia en als ik uit een auto probeer te geraken, lijk ik net een giraf met een epileptische aanval. De lage instap van de sportauto helpt ook niet mee. Als ik opkijk, is mijn publiek weg.

‘Verrukkelijk Vechtdal op wielen’ was, mede dankzij het open dakje, een groot succes. Dat dan weer wel…

Bert Nonkes

dinsdag 4 mei 2021

In de krant


Zal je net zien. Heb ik een keer de column op tijd af: moet ik hem herschrijven. Ik wilde een actie starten om onze ‘even sToren’ weer zichtbaar te krijgen in de Toren. Maar na de column van Henk en veel reacties van trouwe lezers komen onze foto en logo binnenkort weer terug. Fijn! De papieren versie doet er dus toe.

Wat vond ik het als kind geweldig om in de Toren te staan. Het lukte me twee keer en die keren zijn in een plakboek terecht gekomen. Je zou denken dat de kinderen tegenwoordig liever viral gaan op social media dan in de krant komen. Maar dat blijkt toch anders te liggen. Hier kwam ik vorige week achter. We hadden namelijk een zoektocht in onze buurt. Een moederree was aangereden en ze was net daarvoor gezien met twee reekalfjes. Mijn oudste zoon wilde wel even zoeken naar de kleintjes. Hij is degene met oog voor detail en had er al snel eentje gevonden. De dierenambulance mocht hem niet meenemen omdat reeën beschermd zijn en dus belden we de boswachter. Die kwam en nadat hij de dode moeder in zijn auto had gelegd werd het kleintje in zijn jas gewikkeld en meegenomen naar de opvang in Albergen. De andere was spoorloos.

Mijn jongste en een neefje waren nieuwsgierig en verruilden de Playstation voor de buitenlucht. Net nadat de boswachter weg was vonden zij het tweede kalfje: bijna onzichtbaar verborgen in de struiken. Ook deze werd later meegenomen. Ze waren gered! Anders hadden ze waarschijnlijk één nacht kunnen overleven. Het voelde als een heldendaad. De oudste was al eens in de krant gekomen met een foto van een reiger met een gebroken poot die hij had gered. Nu hoopte de jongste dat hij deze keer in de krant zou komen. Maar ja, geen verslaggever in de buurt. Gelukkig dat ik er dan over kan schrijven. Komt het toch in de krant. Of ik dan ook even zijn insta naam wil vermelden voor extra volgers. Daar begin ik niet aan. Het is hem namelijk gelukt: hij staat ook in de krant!

Karin van Dijk