dinsdag 29 september 2020

Oogst

Wonend aan een landbouwgebied heb ik een mooi uitzicht over de landerijen. Nu de herfst is aangebroken geniet ik enorm van de oogst. Achter ons huis liggen een paar percelen waarop elk jaar weer een ander gewas geteeld wordt. Rianne en ik zijn altijd erg benieuwd wat er nu weer zal groeien en als er gezaaid wordt kijken we reikhalzend uit naar de eerste sprietjes die de kop opsteken.

Dit jaar hadden we een perceel aardappelen en bieten. Dat had als voordeel dat ons uitzicht mooi weids bleef, wat met mais wel anders is. Stiekem hopen we telkens dat er graan wordt verbouwd want tijdens een zwoele zomeravonden ruist dat heerlijk en geeft prachtige kleuren. Ik heb door de jaren heen veel boeren onder behandeling gehad. Ik maak altijd dankbaar gebruik van hun kennis omtrent het zaaien en oogsten. Zo heb ik geleerd wat een VEM-waarde is en probeer ik iets van fosfaat en stikstof te begrijpen. Ik ben altijd erg geïnteresseerd in zowel het zaaien, het groeien als het oogsten en wat er de hele zomer gebeurd. Enorme tractoren met de roestvrijstalen ploegscharen of een eg die het geheel weer plat walst. En allemaal bedienbaar vanuit de cockpit van de tractor. De laatste jaren komt er regelmatig een beregeningsinstallatie langs en het was dit jaar een paar keer spannend of de boer wel op tijd zou zijn om de waterstraal zo bij te stellen dat ons huis niet nat zou worden. En dat is hem steeds gelukt!

Maar het mooist is toch wel de oogst. Het lijkt wel of de tractoren er extra voor worden opgepoetst. Groots en glimmend rijden ze af en aan om de aardappelen die door de rooimachines worden opgeschept af te voeren. De landerijen achter ons huis zijn weer kaal. De grond ligt er prachtig zwart bij, er wordt nog een paar keer met een machine gereden die het vlak maakt. Wij vragen ons af wat er nu zal gebeuren, misschien komt er wel wintertarwe. Verderop horen we tot laat in de avond de maisoogstmachines brullen. De silagewagens rijden af en aan en bij de boerderijen worden de wintervoorraden weer aangevuld. Wat is het toch heerlijk om te genieten van het boerenland.

Henk Leemhuis

dinsdag 22 september 2020

Buxus Pandemie

Is het u ook opgevallen? Die dooie buxus overal? Bollen, heggen en de meest fraaie, vaak tientallen jaren oude snoeivormen, allemaal de pijp uit! De meest markante die ik zag was een ruim één meter hoog dood buxuskonijn. En ook onze 40 meter lange buxus heg in de voortuin is kassiewijle. Zomaar ineens, Ik lette even niet op! Gelukkig stond ze al op de nominatie voor vervanging, maar toch.

Als ik al die trieste bruin gekleurde tuintjes zie, worden de paasvuurbulten dit jaar flink hoog. De kwekers, hoveniers en tuincentra hebben het er maar goed mee. De synoniemen met Corona liggen natuurlijk voor de hand. Maar dat denkbeeldige pad ga niet op, want voor je het weet sta je op gevoelige teentjes. Heel apart vond ik dat, u ook niet? Zo ben je een ouderwets eensgezinde samenleving die met zijn allen corona de wereld wil uithelpen, en binnen een paar maand ben je een verdeelde samenleving. Dus ik houd mijn mening voor me, en heb het alleen over buxus. Die is dus ernstig aangetast door de rupsen van de buxusmot, een motje dat pas sinds een jaar of tien in Nederland te vinden is, en net als de eikenprocessierups door het veranderende klimaat een kans krijgt. Lastig is dat. Corona, dat krijgen we er rond de zomer van 2021 onder zegt Bill Gates, en die is pienter, dus die geloof ik. Maar of we het milieu ook kunnen redden? Elke zomer word record op record gebroken, is de waterstand lager, steken branden overal de kop op, en vliegt zelfs het vroeger ijskoude Siberië in de hens. Kortom, hoog tijd om er wat aan te doen. Maar gemakkelijk zal dat niet gaan, want net als met corona hebben we alleen in Nederland al met 17 miljoen meningen van doen. En die krijg je alleen in beweging onder dwang of met een zak geld. Gelukkig ga ik daar niet over, dus over het ‘hoe’, mogen Rutte en zijn collega wereldleiders zich op stukbijten. Ik ga eerst een nieuwe voortuin aanleggen.

Rudi Bults

dinsdag 15 september 2020

Goed bezig...

Wat mooi hè, van Facebook en bol.com: ze weigeren Zwarte Piet. Nee, dit wordt geen column over voor of tegen Zwarte Piet. Het enige wat ik daarover kwijt wil, is dat ik vroeger begreep dat die uit Spanje en niet uit Afrika kwam. Maar dat terzijde.

Zo maatschappelijk betrokken, Facebook en bol.com! Ze zijn bekeerd: Zwarte Piet, nee, dat kan echt niet. Zwarte mensen mag je niet stigmatiseren. En zo is het.

En toch… Het gebrek aan ethiek van Facebook eigenaar Mark Zuckerberg kan iedereen met een beetje geheugen bekend zijn. Van hoeveel gebruikers verkocht hij ook alweer de gegevens aan Cambridge Analytica? Van zevenentachtig miljoen. Maar dat is nu allemaal vergeten en vergeven, want Mark bant Zwarte Piet. Mark: held!

Bol.com, ook zo´n moraalridder. Altijd correct… als de klant het eist. Zonder enige gêne verkoopt Bol.com je porno, terwijl iedereen weet hoeveel menselijk leed dáár achter schuil gaat. Maar aangezien de klant hier in alle talen zwijgt, verdient bol.com lekker door. Gemanipuleerde, uitgebuite vrouwen en mannen? Ja, en? We zijn toch tegen zwarte schmink? Wat zeur je dan!

Zuckerberg, bol.com, bedrijven die zich ineens zo ´diepgroen´ noemen, ze hangen hun huik naar de wind. Bijbels geformuleerd: ze dienen mammon, de god van het geld. Het zal bol.com een zorg wezen wie wordt uitgebuit of gediscrimineerd. Maar wanneer wij, de klant, maar hard genoeg roepen dat mensen, noem eens wat, met één oor of twee neuzen geen klant van Facebook of bol.com kunnen zijn, dan zullen Mark & co. die gasten er zonder enig probleem uitknikkeren. Zullen we dus deze bedrijven de Zwarte Piet toespelen? Wel, doorgedacht is dit minstens ook een ik-probleem: hoe selectief is mijn verontwaardiging en morele correctheid?

Adrian Verbree

dinsdag 8 september 2020

Rug recht

Ik sta in mijn onderbroek tegenover collega-columnist Henk. Dat klinkt raar, maar het betreft hier een zuiver zakelijke aangelegenheid. Ook dat klinkt een beetje raar. Nou vooruit dan, Ik heb last van de rug en Henk is fysiotherapeut. Gênant? Neuh, Henk is professional en ik loop ook al een tijdje mee in de zorg, alleen dan aan de verkeerde kant van het loket. En wil je zorg maximaal consumeren dan kun je je gêne beter thuislaten.

“Wandelen?”, probeert Henk voorzichtig. “Als uiterst redmiddel misschien, Henk”. U ziet, ik heb echt pijn. Maar liever beginnen met lichtere kost? Iets met liggen en een matje? Dat kan, godzijdank. Ik lig op de tafel en Henk knijpt en kneedt. En bromt wat. Wat ik vreesde en eigenlijk al wist, ik ben een stijve slapjanus. En dat terwijl ik ooit nog lid geweest ben van de selectie van de Koninklijke Nederlandse Christelijke Gymnastiek Vereniging te Stadskanaal. Lees de zin rustig nog eens. Dat doe ik namelijk ook.

Mijn moedertje legde, tot haar tachtigste met gemak, staande en met rechte benen, haar handen plat op de grond. Ik ben tegenwoordig blij dat ik mijn knieën kan krabben als ik daar jeuk heb.

Sinds mijn veertigste zie ik vrienden en bekenden geïnfecteerd raken met het bewegingsvirus. Ik ben immuun, zelfs zonder vaccin. En tevreden. Gaat mijn kwakkelende rug nu roet in het eten gooien? Ga ik het onvermijdelijke tegemoet? Een sportschool-abonnement? We gaan het zien.

Oh, Henk, de oefeningen helpen. In ieder geval tot vijf uur ’s nachts. Daarna lig ik op de yoga-mat. En zit ik veel te typen. Dat tweede boek, dat komt er wel…


Bert Nonkes

dinsdag 1 september 2020

Delen

Vier jaar geleden had ik een goed, maar ook emotioneel gesprek met de kinderen van groep acht. Er was een prachtig jongetje gestorven in Dedemsvaart. Mick was net vier jaar geworden. Hij had al op jonge leeftijd een nieuwe lever nodig. Ondanks twee transplantaties heeft hij het niet gered.

Veel kinderen hebben hem gekend en we praatten over hoe hij was en dat hij nog maar net naar school ging. Even later kwam de volgende vraag: “Maar juf, waarom moest hij zolang wachten?” Een gesprek over orgaandonatie ontstond. Er waren kinderen die er veel vanaf wisten, maar toch ook een aantal die er nog nooit over hadden nagedacht. Wat kun je eigenlijk allemaal doneren en mag je dat zelf kiezen? Natuurlijk wilden ze ook weten of ik donor was. Dat ben ik al sinds mijn twaalfde. Eerst met een rood donorcodicil in mijn portemonnee en later heb ik mijn keuze in het donorregister vast laten leggen.

Voor mij is het vanzelfsprekend om mensen te helpen na mijn dood. Dat mensen een andere mening hierover hebben vind ik ook prima: gelukkig kan dat in Nederland. Vier jaar geleden vertelde ik de kinderen over België: dat ze daar een wet hadden waar je donor bent, tenzij je aangeeft dat je het niet wilt zijn. Wat zou het goed zijn om dat ook in Nederland te hebben, dacht ik nog. En het is zover: vanaf deze week komt er voor iedereen boven de 18 jaar die nog niets heeft vastgelegd een brief. Daarin wordt aan je gevraagd wat je keuze is. Op Facebook las en lees ik bijzondere reacties hierop. Dat het bijvoorbeeld belachelijk is dat de regering je leven bepaalt. Iedereen heeft recht op een mening. De angst dat je gelijk al geregistreerd wordt als donor is ongegrond. Je hebt een keus. Als je niet antwoordt, krijg je eerst nog een brief en daarna nog één waarin staat dat je geregistreerd wordt als ‘geen bezwaar tegen orgaandonatie’. Ook dan nog kun je altijd aangeven wat je wilt.

Hier thuis hebben we de gesprekken ook gevoerd. Op school blijf ik dat ook doen, kinderen zijn prima in staat om hierover na te denken. Vanaf 12 jaar mogen zij ook hun keuze vast laten leggen. Ik hoop dat er heel veel donoren bijkomen. Nu is de gemiddelde wachttijd voor een nier 3,5 jaar. Ook de ouders van Mick deden herhaaldelijk een oproep voor meer donoren. Daarom deze column. Delen is belangrijk: of je nu je keus meedeelt of je organen wilt delen.

Voor mijn oom Henk.

Voor Mick.

Voor vele anderen.


Karin van Dijk