dinsdag 31 augustus 2021

N34


Ooit, zo las ik in een historische roman, slaagde een groep mensen uit de dertiende eeuw er in dagenlang hopeloos te verdwalen in de buurt van Zwolle. Hoe krijg je het klaar? Wel, ik ben er achter.

Recent: een trouwfeest ergens in het niets achter Nieuwleusen. Tegen middernacht reden we - 0.0 - naar huis. Ik vond dat de navigatie van mijn Prius uit 2009 ons op de heenreis ommelands had begeleid. Dat kon beter. Laat die middag had ik een nieuwe telefoon gekregen, nog niet alles werkte: even geen Google Maps. Maar hé, ik weet toch wel waar Oudleusen ligt? Nou, dan is het hup de N34 op en je bent thuis in een vloek (nee…) en een zucht. Dat met die zucht dat klopt dan weer wel.

Het ging allemaal voorspoedig, tot ik op een gegeven moment het gevoel kreeg dat de N34 wel érg rustig was en ook nogal breed. Toen ineens het asfalt onder een hoek van 90 graden afbrak en ik met vier wielen in het zand stond, begreep ik dat er echt iets mis was. De N34 lag er uit! Ik slalomde wat, bereikte via een grasstrook een parallelweg met zevenhonderd meter verderop barse hekken. Terug maar weer, een zijweg in die, door bos kronkelend, naar meer niets voerde. Keren. Weer de N34 op: zonder verlichting, zonder markering, hier zandstrand, daar asfalt zo breed als een startbaan. Meer gekeer. Ik had werkelijk geen idee meer hoe thuis te komen. Hoorde ik daar al wolven?

Uiteindelijk vond ik na veel pijn en moeite Oudleusen terug. Daar hielp het na gedane arbeid rustende personeel van eetcafé Mansier ons op weg. Drie kwartier later dan gepland bereikten we Gramsbergen. Doof de verlichting, haal de wegmarkering weg, plant wat bomen en je bent terug in de 13e eeuw. Nou ja, zolang er dan ook maar herbergen met vriendelijk personeel blijven.

Adrian Verbree

woensdag 25 augustus 2021

Hoogtevrees

 

In 1991 leer ik Erna kennen. We krijgen verkering en in 1993 gaan we op vakantie naar Parijs, de stad van de liefde. En de Eiffeltoren...
We brengen de dagen door met lange wandelingen in de stad en lezen voor de tent. Op zekere dag moet het er dan toch van komen: de Eiffeltoren...
Ik heb hoogtevrees. Maar dat vertel je niet in de prille fase van de verliefdheid aan je verkering. “Durf je?” vraagt Erna. Tuuuurlijk! Waren die traptreden maar dicht geweest in plaats van roosters waar je dwars doorheen keek. Maar helaas, wanneer ik naar beneden kijk, zie en voel ik de grond onder me wegzakken. Ik haal de eerste verdieping. Erna huppelt met haar lichte rugzakje en wapperende haren over het dek. Ik sta echter als vastgelast aan een stalen spant in het midden van het plankier. “Kom, we gaan naar de tweede verdieping”, stelt ze lachend voor. Op dat moment zei mijn blaasspier: “Als jij één voet op die trap zet, dan gaan ik in staking!” Ik piep: “Ik ben nog lang niet uitgekeken hier. Ga jij maar vast. Ik kom zo!”  Eerst tijd kopen, dan zou ik wel verder zien. Als in een nachtmerrie zweet ik naar de tweede verdieping. Eenmaal verenigd constateert Erna dat kaartjes voor de lift naar de top wel heel duur zijn. Al was Gustav Eiffel uit de dood opgestaan en had voor ons de liftdeur opengehouden, ik had bedankt.

“Jij was bang, hè?” maakt Erna de rekening op als we weer voor ons tentje zitten. “Ja”, verzucht ik, blij dat ik de schijn niet meer hoef op te houden. “Geeft niks.” zegt ze. Met deze vrouw ga ik trouwen.
De volgende dag vetrekken we. Vanuit de trein zie ik dat op de Eiffeltoren de lampen worden ontstoken. “Kijk eens,” zeg ik tegen Erna, “Mooi, hè..”

 Bert Nonkes

dinsdag 17 augustus 2021

Op de camping


We konden dit jaar weer: lekker naar de camping. We hebben er maar liefst vijf gehad en iedere camping had zijn eigen charme. We belandden in Zuid Frankrijk met onze gehuurde camper.

Mijn man, mijn zoon en neef fietsten en leefden zich in en op het water uit, terwijl ik veel boeken verslond. Ondertussen was ik druk aan het analyseren. Zo ploos ik uit hoe bepaalde gezinnen in elkaar zaten. Ik wist vrij snel hoe de onderliggende verhoudingen lagen. Bij de Nederlanders was dat al snel duidelijk, bij de Fransen moest ik echt observeren. Ik bedacht allerlei namen: zo was er de hoedjesmeneer en een Gerrit: eentje die iedereen helpt, gevraagd en ongevraagd. Of Jan-Floris: die wist waar de mooiste watervalletjes en cafeetjes waren.

Twee pubers werden van de camping gestuurd na een slapeloze nacht voor iedereen en er waren jonglerende circusartiesten. Twee bevriende Nederlands stellen bleven tot heel laat nog behoorlijk hard met elkaar discussiëren over het onderwijs. Daar heb ik in de vakantie geen zin in. Ik denk dat ze mij Saaie Sara hebben genoemd. Die alleen maar saai in de stoel zat met een boek. Terwijl haar bruinverbrande gespierde man ritjes maakte op de mountainbike. Zij hoefde nooit af te wassen want dat deden de mannen na het eten ‘s avonds.

Wat we gemeen hadden met alle campinggasten was het campinggevoel, inclusief naar het toilet met je wc-rol. Het schept toch een band. Want iedereen moet nu af en toe eens een grote boodschap doen. Zelfs Saaie Sara!

Karin van Dijk

dinsdag 10 augustus 2021

Laatste Loodjes


Op 8 september ga ik samen met dertien anderen eindelijk de ‘tochtvangewoondoen’ fietsen. Een zesdaagse fietstocht naar de Alpe d’Huez om onze belofte naar de sponsors in te lossen. Door corona hebben we het al twee keer moeten uitstellen maar met vaccinaties, QR-codes en toegang tot Frankrijk moet het nu toch echt lukken.

De trainingen gaan maar door, zo probeer ik de laatste maanden minimaal drie keer per week te fietsen. Het meest zie ik op tegen dat lange zitten op het zadel. Dat is ook bijna niet te trainen. Deze zomervakantie is de fiets mee naar Italië, daar kan ik lekker veel in de heuvels fietsen.

Ik probeer om de dag trainingen van ongeveer tachtig kilometer te rijden, ‘s morgens vroeg. Prachtige vergezichten en velden met zonnebloemen, akkers vol tomaten en soms een ree die de weg oversteekt maken het trainen makkelijker, ook als het even flink omhoog gaat.

Het is hier overdag erg warm en dan is luieren en zwemmen na de fietstocht heerlijk. In het land van de pasta krijg ik voldoende koolhydraten, maar eigenlijk iets te veel witte wijn, het is per slot van rekening vakantie. Dit hoort voor mij ook bij de laatste loodjes. De volgende column zal ik laten weten of het voldoende was want die zal ik schrijven als we onderweg zijn naar de Alpe d’Huez.

Henk Leemhuis

dinsdag 3 augustus 2021

Inkijkje

Samen met een goede vriend die ik gebombardeerd heb tot ‘guitarhunter’ koop ik regelmatig zeldzame vintage gitaren. Hij vindt ze, we bestuderen ze, en ik besluit dan of ik ze koop. Het brengt ons over de hele wereld, van Amerika tot zelfs in Argentinië.

Op onze zoektochten komen we de meest merkwaardige snuiters tegen. Wantrouwige Amerikanen die achterdochtig zijn naar niet-Amerikanen. Vriendelijke Russen die weer eens moeten verkopen omdat ze nog ergens een schuld hebben. Flamboyante Italianen en gezellige Belgen waar het altijd prettig zaken mee doen is. Amerika blijft natuurlijk de belangrijkste leverancier. Volgend jaar gaan we er weer naar toe om het nuttige met het aangename combineren, huren een motorhome, en struinen de uithoeken van dat rare ‘land van ongekende mogelijkheden’ af naar die zeldzame gitaarjuweeltjes. Maar er is wel wat aan het veranderen in dat prachtige land, de achterdocht is groot, e-mails worden vaak niet beantwoord, of ze houden de boot af zodra ze merken dat je een enge buitenlander bent. De politiek van tegenstellingen heeft duidelijk zijn polarisatie-sporen achtergelaten in dat toch al verzuilde land. Omdat we niet zomaar opgeven, pakken we dan de telefoon en bellen ze gewoon. En we zijn elke keer weer verbaasd hoe snel het ijs breekt met een simpel telefoontje. Dan blijken ze, net als wij, nog met een voet in de muziek staan, en met de andere voet bezig een winkel en een gezin draaiende te houden. Ik ben dan ook altijd blij verrast hoe in een persoonlijk gesprek onze schijnbare tegenstellingen oplossen als sneeuw voor de zon en die zogenaamde verschillen tussen ons veel kleiner zijn dan ze lijken.

Rudi Bults