woensdag 31 januari 2018

Bakkies

Hij was er helemaal klaar mee. De maat was vol. Mijn man kon er niet meer tegen... Eén bakje had hij maar nodig: eentje maar. Mét deksel. Het keukenkastje werd geopend en daar kwam een hele berg kunststof uitgerold. Bakjes, broodtrommels, deksels en veel bekers. Het was weer tijd voor de Grote Opruiming.
Hij had het kunnen weten: ik ben namelijk dol op kastjes en laatjes. Op mijn slaapkamer leek het vroeger best netjes totdat je een deurtje open deed. En eenmaal een sloddervos, altijd een sloddervos. Opruimen is bij mij gewoon zoveel mogelijk in een kastje proppen. Voor mij geen vaste plekken voor elk dingetje. Dat was ik wel gewend thuis, en daar heb ik me heel puberaal altijd tegen verzet. Maar in een huwelijk neem je wat en geef je wat. Dus probeerde ik er toch een soort van structuur aan te geven. Twee laden voor alle pannen, een kastje voor al het plastic, eentje voor de borden met een nette la voor het bestek en een rommella. Want daar had ik toch wel recht op vond ik. Dat ging best lang goed. Totdat we kinderen kregen. En die wilde ik goed opvoeden. Daar hoort ook de vaatwasser inpakken en opruimen bij. Maar ja: kinderen willen zo snel mogelijk hun ding weer doen. Dus de spullen vanuit de vaatwasser worden zo snel mogelijk in de kastjes gegooid. Dat blijkt ook in de genen te zitten. Totdat het echt niet meer past. En dan komt hij in actie: mijn man. Alles wordt eruit gehaald en gesorteerd. Ik plaatste een foto van hem met heel veel bakjes op Facebook. De opmerkingen over Tupperwareparty's waren niet van de lucht. Maar hij kreeg ook veel bijval. Het blijkt te leven in veel gezinnen. De Opruiming is weer klaar. Voor even. Ik heb toch nog 5 deksels kunnen bewaren waarvan ik zeker weet dat ik de bakjes nog wel ergens heb. Ook de bakjes waar onze jongens hun eerste fruithapjes uit kregen staan er weer in. Het blijft vechten tegen de bierkaai voor hem. Maar dat is juist wat ik dan weer zo dapper vind. En dat is toch Echte Liefde. Hij heeft dan ook zeker anderhalve week kunnen genieten van een opgeruimd kastje.

donderdag 25 januari 2018

Hans

Twee weken geleden kreeg ik het bericht dat Hans was overleden. Hij was al 4 jaar geleden opgegeven door de medici maar heeft toch nog de afgelopen jaren kunnen leven, wat hij zo graag wilde. Hij was bewonderenswaardig in zijn doen en laten, voor velen een voorbeeld hoe hij zijn ziekte kon dragen.
Hans was een fantastische collega die ik ken van de periode dat ik zelf stage liep. Hij was toen zelf net afgestudeerd en is maar een half jaar ouder dan ik. We hebben allebei een andere weg gekozen binnen ons vak. Hij groeide uit tot hoofd fysiotherapie in het Almelose ziekenhuis en ik heb, na eerst werkzaam te zijn geweest in het Röpcke Zweers ziekenhuis, een particuliere praktijk overgenomen. Toch zijn we elkaar altijd blijven tegenkomen, als vakbroeders en konden we altijd uitweiden over ons prachtige beroep. Gek van sport begon ook Hans een eigen praktijk in Zenderen waar veel sporters uit de regio hem bezochten. Dat gebeurde ook bij ons in de praktijk. Mensen als Hans geven anderen energie, maar vergen ook veel energie. Wat was het mooi als hij eens mee was naar HHC om te zien dat hij genoot, ook al liet zijn spraak hem steeds meer in de steek, hij wilde graag zijn mening geven. Hij dacht mee, had allerlei ideeën over de toekomst van de fysiotherapie. Ook was hij erg breed geïnteresseerd in het wel en wee van anderen maar spaarde mensen ook niet als hij vond dat zaken anders moesten. Wat bijzonder om een periode te mogen meemaken in het leven van iemand die het leven een feest vond, terwijl ik wel zag dat het feest steeds dichter bij het einde kwam. In mijn beleving heeft hij enorm uit het leven gehaald wat erin zat. Ik wil, net zoals de meeste mensen, graag oud worden. Maar ik weet heel goed dat de duur van ons leven niet te voorspellen is. Hans heeft mij maar eens weer laten inzien dat het leven elke dag geleefd moet worden en dat genieten in alledaagse kleine dingen zit. Bij zijn afscheid kregen we een kaartje waarop hij had laten zetten: Het leven is een feest, helaas moet ik eerder naar huis. Wat mooi, bedankt Hans.

woensdag 17 januari 2018

Paniek

Het is niet meer zo heel vroeg op de ochtend, maar toch nog vrij druk op poli 11. En nadat ik er ongeveer tien minuten over deed om te parkeren bij het ziekenhuis en mijn planning er vandaag niet om liegt, is er lichtelijke irritatie. Maar, er moet nog een column geschreven, dus geen paniek. Ik schrijf hem gewoon in de wachtkamer. Dan is er geen tijd weggegooid én daarbij, ik heb inspiratie. Want hoewel er geen paniek is voor mijn planning, is die er wel degelijk voor hetgeen er zo staat te gebeuren. Ik moet namelijk bloed prikken. Niets ernstig aan de hand, gewoon een check, maar die naald! Brrr, ik zal er nooit aan wennen... 

Over paniek gesproken, morgen is het drama in mijn hoofd nog veel groter! Of eigenlijk nu al. Sterker nog, gisteravond kon ik er niet van slapen, in de wetenschap dat het nog maar twee nachtjes is. En nu dus nog maar één. Want morgen, morgen moet ik naar de tandarts... 

Vroeger was ik er al bang voor. Toen kwam dat vooral door de tandarts zelf die, op zijn zachtst gezegd, niet bepaald kindvriendelijk was. Na een tijdje kregen we een nieuwe tandarts, en gelukkig was deze man juist erg kindvriendelijk. Maar helaas, het kwaad was al geschied, en het is een angst gebleven. Vroeger ging mijn moeder altijd met me mee, en inmiddels heeft mijn man deze nobele taak van haar overgenomen. 

Tot vorig jaar! Door omstandigheden moest ik alleen en reed ik, misselijk maar redelijk rustig, in mijn uppie richting de praktijk. En eerlijk is eerlijk, het viel me mee.

Maar waarom dan voor morgen die paniek, hoor ik u denken? Nou, dat zit als volgt; ik moet drie (!) verstandskiezen laten trekken. De kiezen die ik een kleine 15 jaar geleden met moeite door liet komen, worden er nu gewoon uit getrokken. Alsof het niets is. Een regelrechte horror! En weer ga ik alleen. 


Geen idee of ik het overleef, we zullen het zien. Maar als u over vijf weken geen column van mij in de Toren ziet staan, dan weet u genoeg…

woensdag 10 januari 2018

Gevulde koek

Op mijn ritjes van Gramsbergen naar Hardenberg en visa versa, zie ik ze steeds vaker op het fietspad: gemotoriseerde ouderen. Was dat fietspad eerder het terrein van fietsers, knetterdozen en joggers, nu zie ik steeds vaker ouderen die zich op pad begeven. Het is nog niet helemaal mijn tijd om me in de wereld van de scootmobielen en ander ouderentransport te verdiepen – ik ben 56 – maar ze intrigeert me wel. Ik kijk mijn ogen uit. Er rijden toch modellen rond!
Er schijnt zoiets te bestaan als Dutch Design. De ontwerpen uit deze school worden internationaal gewaardeerd. Kunnen de breinen achter deze 'succeslijn' zich alstublieft buigen over de doosjes waarin onze ouderen zich moeten wurmen? Er rijden modellen rond die uit louter hoeken bestaan. Misschien dat de wetten van de aerodynamica niet opgaan onder een bepaalde snelheid? Er rijdt ook een modelletje dat dan wel weer een wat vloeiender lijn vertoont, maar dat zo smal is dat de vergelijking met een rijdende gevulde koek zich opdringt. En dit zijn dan nog de gelukkigen die een dakje boven hun hoofd hebben. Helemaal te doen - de wind is Noordoost als ik dit schrijf - heb ik met de ouderen die zich naar Hardenberg werken op een zielige tuftuf, die, compleet met boodschappenmandje, moet zijn overgenomen van dr. Nefario, de miskleunende geleerde uit Despicable Me.
Als mijn tijd komt, hoop ik dat zelfrijdend, gestroomlijnd, verwarmd, of gyrocopterachtig 4.0-vervoer de markt inmiddels heeft veroverd. Voor nu wil ik mijn respect uitspreken voor al die ouderen, of lichamelijk beperkte medeburgers, die zich niet in hun huizen laten opsluiten, maar er op uit trekken, desnoods in een gevulde koek. Ik hoop dat, als mijn tijd komt, ik hetzelfde lef vertoon.

woensdag 3 januari 2018

De vloer op

Toen de laatste zandkorrels van de Zandtovenaar van het podium waren geveegd, ben ik naar huis gegaan en heb mij opnieuw aan mijn gezin voorgesteld. Door de vele voorbereidingen op het Kerst Event had ik meer tijd doorgebracht met Theo en Jan, mijn medeorganisatoren, dan met hen. 
Jan is Jan Kroesen en toen ik een kleine 25 jaar vanuit de Veenkoloniën naar het Vechtdal emigreerde, kende ik niemand. Omdat ik in Stadskanaal met veel plezier als muzikant aan het werk was geweest in theater Geert Teis, meldde ik me bij zijn Voorveghter en kon aan de slag als manischje van alles op het toneel. Vandaar uit heb ik mijn integratie vormgegeven.
De Voorveghter, dat was een mooie tijd. Soms werd ik actief ingezet bij shows. Zo startte Bert Visscher zijn show 'Fijne Nuances' achter in de zaal. Dat was toen in de Voorveghter niet mogelijk. Via het dak dan maar. En zo sloop ik vijf minuten voor aanvang met Bert over het dak. Twee Berten waarvan de ene verkleed als 17e-eeuwse musketier met een enorm nepgebit en een te strakke panty.
Tijdens de show van de Berini's moest ik op een afgesproken moment een bed aan een touw achteruit trekken. Ik hoor de floormanager nog in plat Rotterdams zeggen: "Hij hep een flinke ruk nodig, hooj. Hij is stroef!" Ik spoog mij mentaal in de handen en trok op het moment suprême het bed én de rest van het decor aan gort. Ik hoorde paniekerig vanaf het toneel: "Hoho, dat gaat te hajd!" Ik heb er wel een staande ovatie voor gehad.
Inmiddels heb ik zelf ook mogen ervaren hoe het is om op het podium van de Voorveghter te staan. Dat smaakt naar meer, zoals verwacht. Als goed voornemen dit jaar stel ik voor: ga es wat vaker naar het theater! Het theaterweekend op 27 & 28 januari, bijvoorbeeld, dan zien we elkaar zeker!
Gelukkig Nieuwjaar!