woensdag 27 juni 2018

Vrij zijn... ze wil alleen maar


Mijn moeder heeft weer wat. Sinds ze vorig jaar in Hardenberg in Clara opknapte van een ziekenhuisopname en weer thuis is, doet ze het aardig goed. Doof, dat is ze wel. Als we samen in de stad lopen, voel ik me net een gefrustreerde Martin Gaus: “Ma! Hier verkopen ze gehoorapparaten! Ma, HIERRR!”. Maar er is meer.

Twintig jaar geleden werd mijn opa op een zondagochtend verblind door de zon en in zijn Fordje bijna overreden door een vrachtauto. Hij besloot dat het mooi geweest was wat autorijden betreft. Ik kreeg de Ford Escort. Opa was 82. Zijn dochter, mijn moeder, is ook 82. Het leek mij een prima idee om de geschiedenis te doen herhalen. Toen ik het voorstel op tafel legde om de Toyota Starlet over te doen aan haar twee kleinzonen, reageerde ze uiterst stellig: “Niks daarvan want ik ben van plan zelf weer te gaan rijden”.
Ik was er al bang voor. En ik snap het ook wel. Op het moment dat de auto verdwijnt, verdwijnt ‘de vrijheid’. De auto maakt de wereld zoveel groter. Zonder betekent onafhankelijkheid inleveren, wachten tot anderen tijd voor je hebben.
Aan de andere kant is er het aspect veiligheid. Is het veilig dat ma weer achter het stuur plaatsneemt? Nee, absoluut niet! Momenteel houdt ze nauwelijks de rollator in bedwang. Tijdens de laatste rit die ze met de auto maakte, stond de hele buurt te bidden op de stoep voor een behouden thuiskomst. Voor haar en de mensen die ze onderweg tegenkwam.
Ergens denk ik dat ze dit allemaal zelf ook wel weet. Is de auto verworden tot een symbool van de bewegingsvrijheid. Maar dat symbool wil ze wel in zicht houden. Voor het huis op de parkeerplaats.
Binnenkort ga ik de auto eens nakijken. Volgens mij heeft-ie te veel bougies. Want ja, je weet maar nooit…

Bert

woensdag 20 juni 2018

Luieren


Onmisbaar. Ik had het echt nooit zonder kunnen redden in al die jaren. Grijsblauw, degelijke kwaliteit en toen hartstikke trendy: de luiertas. Met zo’n plastic uitvouwbaar matje erin om op elke plek je kind te verschonen.

Hoe meer ervaring als moeder hoe meer spullen er in kwamen. Spenen en reservespenen, spuugdoekjes, flesjes en potjes Sudocreme en heel veel doosjes met rozijnen voor de momenten waarop ze afgeleid moesten worden. Naarmate de kinderen ouder werden kwamen daar nog pleisters, prikweg, speelgoed en boekjes bij. Totdat ze zelf rugtasjes kregen. Vanwege de degelijke kwaliteit belandde de luiertas niet gelijk in de vuilnisbak, maar werd hij achter het schot op zolder gegooid. En net als met mijn kastje met bakjes: op de grote hoop bij allerlei dingen die echt nog weleens van pas zouden komen. Daar lag hij zo’n twaalf jaar lang. Ongebruikt, met alleen nog een achtergelaten pakje zakdoekjes in zo’n handig vakje.
Totdat één van kinderen alweer een nieuwe tas nodig had voor school. Omdat hij al wist dat zijn moeder een preek zou houden over het zuinig zijn op rugtassen (het was al zijn zesde) kreeg hij een idee. Want achter het schot lagen ook nog oude tassen. Daar lag er vast eentje bij die hij ook kon gebruiken. Niets zeggen, gewoon inpikken. En die grijsblauwe tas die er ook tussen lag was perfect voor school, want daar zaten veel handige vakjes in. Zo ging hij het laatste gedeelte van dit schooljaar elke dag naar Zwolle. De tas ging mee naar het examen: met flesjes water, koekjes en zakken chips en appels. Gelijk na het laatste examen werd de tas leeg gekieperd en kwamen er visspullen in.
Vorige week woensdag kreeg hij de uitslag: geslaagd! De vlag kon uit en de tas mocht eraan. Hét moment waarop ik hem vertelde met welke tas hij steeds naar school was gegaan. We hebben er samen om gelachen. Hij blijft hem gebruiken om te vissen en te luieren aan de waterkant. Het cirkeltje is rond: van luiertas tot luier tas.

Karin van Dijk

woensdag 13 juni 2018

Meimaand

Het was me wel een maand die meimaand. Nog nooit was het zo warm. Wij Nederlanders praten altijd over het weer. Het is of te warm of te koud, te nat of te droog maar goed is het nooit.

Dat komt door het wisselende weer dat we kennen. In Indonesië waar ik mijn kindertehuisproject had was weer nooit een item. Als ik eens vroeg naar het weer werd het nooit begrepen, het was warm, ja dat is het altijd en meer smaken kennen ze niet. Zorgelijk zijn we ook altijd over het weer, de laatste jaren wordt het ene na het andere weerrecord gebroken. Dat is ook niet zo gek want we meten eigenlijk nog maar heel kort, eigenlijk pas na de uitvinding van de thermometer door Galilei in de 17de eeuw.
Toch verandert er wel iets in ons weer, de poolkappen smelten, de zeespiegel stijgt en we blijven maar CO2 uitstoten. Ik vind dat ook wel lastig als consument om dit te veranderen. Mijn opoe is in haar leven één keer helemaal naar Putten geweest en zei daarna dat ze nooit meer zo ver van huis wilde, dus haar CO2 verbruikt was zeer beperkt. Maar ik ben nu jullie deze column lezen op vakantie met het vliegtuig naar een verre bestemming. Dat is in één keer meer CO2 uitstoot dan mijn opoe in haar hele leven. We vliegen met groot gemak de wereld over en de lucht boven Hardenberg is ook dagelijks gevuld met witte strepen van de uitlaatgassen van de vele vliegtuigen. Ik stap met groot gemak in een vliegtuig om mij de hele wereld over te laten vliegen, geniet er van maar ik ga me toch wel afvragen of ik wel zo goed bezig ben.
Lezingen van André Kuipers en anderen over de kwetsbaarheid van de aarde hebben me wel aan het denken gezet. Ik denk steeds vaker hoe ik dit kan beïnvloeden. Door toch maar minder vaak te vliegen en minder vaak in de auto te stappen kan ik een statement afgeven, maar het vliegtuig vliegt toch wel. Moeilijke keuzes want als het kan wil ik nog veel van de wereld zien, alhoewel een fietsvakantie vanuit Hardenberg ook mooi kan zijn. En met het veranderende klimaat is de kans op mooi weer op de fiets ook beter dan vroeger. Volgend jaar dan toch maar een fietsvakantie plannen??

Henk Leemhuis

woensdag 6 juni 2018

Oude vrienden


Zondagavond half tien. Ik zit in een trein vanaf Amsterdam centraal en laat me weer richting het oosten rijden. De zon zakt als een rode bal achter het IJ met zijn gebouwen, en straalt nog een beetje van zijn rode gloed naar binnen.

Vandaag was ik in Krommenie. Ik zocht oude vrienden op die ik al zo’n twaalf jaar niet meer had gezien. Het contact is nooit helemaal gestopt, maar toch vond ik het een beetje spannend om ze weer te ontmoeten. Vooral omdat één van hen mijn ex-vriend betrof.
Maar, tijd is een raar ding. En blijkbaar was de basis die we pakweg achttien jaar geleden hebben gelegd nog stabiel, want het ging al snel als vanouds. Ik begon bij nummer één, ging vervolgens op een geleende fiets naar de volgende, en ik eindigde met een wat een groter clubje in de tuin van een vriendin. We kletsten bij, ik was welkom om te blijven eten, we dronken wijn in de zon, haalden herinneringen op en deelden stukken van ons leven van de afgelopen jaren. Het was een fijn weerzien, en wat mij betreft voor herhaling vatbaar.
Vlak voor mijn vertrek miste ik ineens mijn trouwring. Overal gezocht, nergens te vinden. ‘Ex’ belde naar zijn thuisfront waar ik die middag ook was geweest, en gelukkig, daar lag hij netjes naast de wastafel van de keuken. Uiteraard moest ik dit bekopen met de nodige grappen, want hoe krijg ik het in hemelsnaam voor elkaar om mijn trouwring kwijt te raken in het huis van mijn ex! Maar hij was terecht, en moest alleen nog even met mij herenigd worden, voordat mijn trein zou vertrekken. Is anders ook zo raar thuis komen zonder trouwring...
En zo gebeurde het, na wat logistiek geregel van mijn oude vrienden, dat ik mijn trouwring terugkreeg in de buurt van station Krommenie. Inclusief de nodige dramatiek, dat wel. Want ‘Ex’ ging, weliswaar veertien jaar te laat, op zijn knieën om mij mijn ring terug te geven.

Ja, het was een leuke dag. Tot snel Krommenie!

Anja