woensdag 29 april 2020

Bereik


U leest dit, dus ik heb u bereikt. Ik heb me recent een pond enveloppen (weet u nog: die rechthoekige origamiconstructies waarin een brief kon worden geschoven) aangeschaft. Ik schrijf wat af. Waarom? Ik heb geen bereik.

Het moet een complot zijn; providers zien ons als grensgemeente vast als randverschijnsel. We bellen niet zo hysterisch veel als westerlingen; dus er zal aan ons wel niet genoeg verdiend worden.
Regelmatig hoor ik klagen over een slechte ontvangst in ons stadje. Probeer vanuit Gramsbergen maar eens iemand in Jipsingboertange te bereiken. Gramsbergen - Jipsingboertange, dat is qua bereik natuurlijk sowieso drie keer niks (verder ook niet, maar dat ga ik niet opschrijven, want dan krijg ik ruzie met de buurtvereniging).
Ik doe zelf de wildste dingen om bereik te bereiken. Als u bijvoorbeeld, voorbijrijdend, denkt dat ik de ramen lap met mijn mobiel, dan is dat niet zo. Wij lappen onze ramen niet. Nee, ik hengel naar bereik. Half Gramsbergen schijnt hier onder te lijden, maar ik lijd meer.
Dat komt doordat de vaste telefoons waarover ik beschik (twee nummers!) mij ook geen contact gunnen. Dat gaat heel geniepig. Onze ene telefoon gaat na vier keer rinkelen op de voicemail, de voicemail die ik nooit heb ingesteld en zich niet laat uitschakelen. Ik geloof niet in voicemails. Mijn andere nummer is helemaal een loeder. Het suggereert een prima verbinding, maar kan er al na enkele seconden - klik - de brui aangeven. Fijn als je een stroomboer aan de lijn hebt, minder als je zelf iets te melden hebt. Ik heb - zoals u weet - vaak iets te melden. Zo zit ik hier, om wijlen Onslow te parafraseren, 'completely surrounded by no bereik'.
Gelukkig mag ik hier af en toe een stukje schrijven, zo weet ik mij toch gehoord.

Adrian Verbree

woensdag 22 april 2020

Virus


Er is een aantal Virus-versies. Ik wist dat niet. Nooit te oud om te leren, dus. Dramatisch groot zijn de verschillen niet. Het belangrijkste is dat elke versie onzichtbaar onder je huid kruipt en dat je er eigenlijk nooit meer vanaf komt. De variaties zijn ook makkelijk te verklaren. Virus was het eerste album van Nederlandse bodem waarvan de muziek op cd verscheen. Doordat Doe Maar na het versturen van de opnames van 4us  voor cd-persing nog aan de opnames verder werkte, ontstonden er verschillende versies van de plaat.

Als jongen in de jaren ’80 vond je Doe Maar maar niks. Al was het alleen maar door de bosjes in het katzwijm vallende meisjes in fluorescerende topjes. Nee, wij mannen luisterden naar the Police.
In die tijd zette ik mijn eerste wankele schreden als muzikant. Nee, geen gitaar: blokfluitles. Waarom moeten kinderen zich toch eerst altijd door muzieklessen heen worstelen die ouders als nuttig ervaren? Geen algemene muziekles, ik wil een drumstel! Geen blokfluit, ik wil een sax! Geen goudvis, ik wil een hond. Eh..u snapt het. Het suffe doosje van de fluit vond ik al helemaal niks. De blokfluit ging in elkaar geschroefd in een plastic zak, die ik aan mijn fietsstuur hing. Die prompt tussen mijn spaken belandde. Door de scheur in de fluit, blies ik de rest van mijn carrière valse lucht. Op verjaardagen van de meesters en juffen konden we echt los. Alle emmers bij ons in de schuur werden met aluminiumfolie omgetoverd in een drumstel en met de kameraden playbackten we Elvis en later John Travolta.

Alle optredens van onze band zijn afgelast. Als we het virus onder controle hebben, gaan we later dit jaar op pad met twee blazers. Speciaal daarvoor hebben we Doe Maar nummers ingestudeerd. Achteraf bezien missen we nog één titel: ‘Nachtzuster’..

woensdag 15 april 2020

Bloemetjes


Vijf weken geleden schreef ik over quarantaine en Corona. Ik dacht dat het zo’n vaart niet zou lopen. Nu is ons hele dagelijkse leven ermee doordrenkt. Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik heb soms behoefte aan iets luchtigs en zet soms bewust de tv en radio uit. Dus deze week een luchtige column. Omdat het allemaal al beladen genoeg is.

Wat hebben we geluk met het weer! Nu ben ik gezegend met een grote tuin, én met een man die er graag in te werkt. Ooit heb ik eens geroepen dat ik graag een tuintje wilde met mooie zomerbloeiers. In onze mooie tuin was daar geen plek voor. Gelukkig haalde mijn meedenkende man een stuk van het gras af en maakte twee perfecte halfronde perkjes. Met daarbij het advies dat ik beter de hoge bloeiers achteraan kan planten en de lage ervoor. Meteen kwam mijn weerstand opzetten. Als het mijn tuintje is, dan wil ik het ook op mijn manier doen: de makkelijke manier. Geen adviezen, uitgebreide handleidingen en verdieping in de bloemen en kiemprocessen voor mij. Daar heb ik mijn man voor: díe wordt daar blij van. Net als mijn vader: die zocht ook alles goed uit. Zijn advies: “Karin, altijd eerst de gebruiksaanwijzing lezen voordat je begint” sloeg ik jaren in de wind. Ik deed het op mijn manier: ik kocht wat zakjes met zaadjes. Eerst scheurde ik het zakje met de klaprooszaden open. Ik schudde nog maar eens toen ik erachter kwam dat het al leeg was: ik had ze blijkbaar al gezaaid! Dat worden dus 45 klaprozen op 2 vierkante centimeter. Er moest meer bij komen dus ik haalde drie dozen met elk twee zakjes erin. Die kon ik mooi verdelen over de twee perkjes. Op de achterkant las ik dat je eerst moet harken, dan zaaien en dan met een plankje aandrukken. Dat laatste vond ik te ingewikkeld: dat ging ook best met mijn hakschoentjes. Bij het tweede perkje pakte ik de andere zakjes erbij. Bij de insectenbloeiers was alles in het overgebleven zakje wit: een soort korreltjes. Ik strooide ze uit en pakte het zakje van de vlinderbloeiers: ook witte korreltjes! Hier klopte iets niet. Bij verder onderzoek vond ik een boekje in de doos. De gebruiksaanwijzing. Tuurlijk. Twee zakjes in een doos waarvan één met zaadjes en de ander met granulaat, wat meststof bleek te zijn en wat gemengd had moeten worden. Dat wordt een prachtig granulaatperkje dus. En maar hopen dat die andere zaadjes niet weggewaaid zijn. We gaan het zien deze zomer….of niet.

Karin van Dijk

woensdag 8 april 2020

Saamhorigheid


Het is de eerste zondag in april. Vandaag is het 75 jaar geleden dat mijn geboortedorp Vroomshoop, waar mijn moeder toen 13 jaar was, werd bevrijd. Mijn schoonmoeder appt dat ze zich nog als de dag van vandaag kan herinneren dat ze in de schuilkelder zat en om 12.00 uur de bevrijders kwamen. Wat moet dat een ongelofelijk mooi moment zijn geweest. Vijf jaar bezetting, allerlei beperkingen en tekorten. Vreemde soldaten die een andere taal spraken, soms gewoon niet naar school mogen, want die werd door deze vreemde mensen gebruikt.

Ik kan me helemaal niets voorstellen van inperking van vrijheid. We leven in een vrij land en daar mag je gewoon je mening geven. Ik heb zelfs het voorrecht om dat elke vijf weken in een column te mogen doen. Gewoon naar mijn werk, gewoon naar de winkel, het is allemaal zo gewoon. Onze vrijheid heeft ons veel gebracht. We reizen de hele wereld over, vinden op vakantie gaan naar een land ver weg heel gewoon. Op een paar landen op deze aarde na kunnen we gewoon overal naar toe. Elke dag stappen duizenden mensen in het vliegtuig dat ze naar alle windstreken brengt. En nu is dat ineens niet meer zo. We hebben een nieuwe bezetter, het coronavirus. Geen mannen die een vreemde taal spreken, maar iets microscopisch kleins. Het kan er zo maar zijn, het enige wat we kunnen is op afstand van elkaar blijven. Je kunt geen krant opslaan of nieuwszender aanzetten of je wordt geconfronteerd met corona. Als fysiotherapeut zit ik al 36 jaar altijd aan mensen en nu mag dat ineens niet meer. De praktijk is gesloten. Wat ook in een oorlog gebeurt zie ik ook nu ontstaan, creativiteit. We ontwikkelen manieren om elkaar te kunnen blijven ontmoeten. Via de computer kunnen we tegenwoordig elkaar zien, maar ook iemand in een verzorgingshuis achter glas. Ik fiets door Hardenberg en stop oefeningen in brievenbussen van mijn patiënten, ik zwaai en merk dat het gewaardeerd wordt. We zoeken naar mogelijkheden tot contact en worden het virus de baas als we onze afstand houden. Wat er daarna gebeurt is ongewis, maar ik heb goede hoop op meer saamhorigheid.

Henk Leemhuis

woensdag 1 april 2020

Serieuze Column


Hoe dit afloopt? Niemand kan het zeggen. En vooral dat onzekere vreet aan ons, niet? Want we hebben zorgen. Zorgen om onszelf, onze kinderen, om onze familie, maar ook om ons bedrijf of onze baan. En op de vraag hoe dit afloopt en wat voor soort wereld er overblijft? Daar kan niemand een antwoord geven.

Als ik voor mezelf spreek, voelt het echter nog steeds meer als een emotionele crisis dan een financiële crisis. Ineens is geld een stuk minder belangrijk. Toch? Gezond zijn en blijven, daar gaat het om. Dat mijn beide dochters binnenkort baby’s krijgen, en ik ze niet even mag vasthouden, daar baal ik van. Maar ach, er zijn mensen erger getroffen. De familie is nog gezond, onze winkel draait nog, wel op halve kracht, maar toch, en zelf werk ik thuis. Zelfs dat begint al te wennen. En wat zou ik klagen trouwens? Als ik denk aan die mensen die in vitale beroepen werken - zoals de zorg. Tjonge, wat een helden zijn dat. Elke dag je leven riskeren voor je medemens! Daar maak ik, met groot respect een diepe buiging voor!
Eén ding is echter zeker, we komen er bovenop. Dat doen we namelijk altijd. En misschien dat de wereld er dan wel een stuk mooier uitziet dan ze was?! Niet alleen schoner, maar ook socialer, meer betrokken bij elkaar, en bruisend van creativiteit. Ik zie nu al muzikanten die ineens de mooiste liedjes schrijven, of ondernemers die met oplossingen komen die ze eerder nooit bedacht zouden hebben. De social media staan er vol mee. Van stilzitten word je nu eenmaal creatief, en van niets doen word je niet beter. De rust, maar ook de noodzaak prikkelen tot het zoeken naar oplossingen. Misschien dat daarom die wetenschappers ook nog wel eens sneller dan gedacht met een oplossing komen. Gewoon, omdat het moet. Daar vertrouw ik dan maar op. Tot die tijd moeten we blijven relativeren, proberen positief te blijven, en vooral ook de humor te bewaren. Want ook dat zal broodnodig zijn nadat het stof is opgetrokken.

Zorg goed voor elkaar, blijf gezond en was je handen!

Rudi Bults