dinsdag 6 oktober 2020

Dag Röpcke


Iedereen uit de gemeente Hardenberg is er vast geweest: in het Röpcke Zweers ziekenhuis. Een aparte wereld met een eigen sfeer.

Ik heb er zelf mooie maar ook verdrietige momenten beleefd. Elke keer als ik in het gebouw kwam had ik de ‘O ja momenten’. Dan zag ik mezelf als vijftienjarige met mijn vriendinnen patat eten op mijn kamer voor mijn blindedarmoperatie. Of voelde ik weer de spanning van toen ik op stel en sprong een keizersnee moest ondergaan. En de vertrouwde wachtkamer van de KNO-poli voor al die oorproblemen. De keren dat we weer röntgenfoto’s moesten maken van enkels en polsen van de jongens. Ik voel nog de benauwdheid van de kamer waar ik samen met mijn vader zat toen hij zijn chemo kreeg en er geen raam open kon. En dat we in alle vroegte naar de IC moesten komen omdat het niet goed ging met hem.

Röpcke Zweers was met recht een streekziekenhuis: gemoedelijk, nuchter en met zorgzaam en begripvol personeel. Ik wist nooit waarom het zo heette, dus heb ik het opgezocht. Het ziekenhuis werd gebouwd dankzij Hendrika Röpcke-Zweers. Zij liet honderdduizend gulden na in haar testament. Vreemd dat het dan niet het Hendrika Röpcke-Zweers werd genoemd. Ze had geen kinderen en was op haar vijfendertigste getrouwd met haar neef. Het maakt me nieuwsgierig naar Hendrika. Maar die naam is straks niet meer belangrijk. Het is nu Saxenburgh Medisch Centrum geworden. Een chique naam en een leverkleurig gebouw.

Mijn zoon verbleef er al een nachtje. Zijn kamer was als een hotelkamer: met eigen badkamer en een tablet achter zijn bed met allerlei mogelijkheden. We spraken verpleegkundigen die moesten wennen aan de nieuwe opbergplekken en de schoonmaakster die nu eindelijk eer van haar werk had met dit nieuwe sanitair. Er werd hard gewerkt en iedereen was weer even vertrouwd vriendelijk. Wat een week hadden ze achter de rug met de verhuizing. Een enorme logistieke prestatie, respect heb ik ervoor! Ik neem mijn petje voor ze af. En zet mijn mondkapje op.

Dag Röpcke, hallo Saxenburgh.


Karin van Dijk

Geen opmerkingen:

Een reactie posten