dinsdag 24 september 2019

Elf


Ik mag weer! De ‘R’ zit in de maand en dat betekent petroleum halen voor de kachel in ons Boshuisje. Ik probeer de lege, stuiterende twintiglitervaten in één hand te vatten en gooi ze op de achterbank van de auto. Achter in het magazijn van de ijzerwarenwinkel staat de pomp. Ik meld me bij de baas en mag doorlopen, ik ben bekend volk.

In de schemer staat de oude, stoffige, rode OK-pomp en even ben ik weer elf en bij opa in Musselkanaal. Daar zat hij, na zijn pensioen, elke zaterdagmiddag als pompbediende. Met net zo’n rode pomp. Geen kassa, maar handgeschreven bonnen met doorslag. Geen pin maar contant. “Opa, waarom leg jij de slang over de pomp en hang je hem niet netjes terug in zijn houder?” “Gemak dient de mens, Bertje”. “Ik weet niet wat dat betekent, maar als jij het zegt, is het zo, Opa”.
Ik tank en ga afrekenen. Ik meld mij weer bij de baas, die ook al de pensioengerechtigde leeftijd bereikt heeft. Hij troont achter zijn toonbank en is alziend, alhorend en alwetend in zijn winkel. Op de rand van een asbak stijgt de blauwgrijze rook van een sigaret loodrecht en traag als de golfslag van een passerende praam naar het systeemplafond. De baas, hij rookt. In de winkel. Dat is normaal. Maar pas op: dat de baas rookt, wil niet zeggen dat wij gewone stervelingen ook mogen roken in de winkel. Het is zijn privilege, zijn alleenrecht, het is immers zijn winkel. Hij is aan het minderen, vertrouwt hij me toe: alleen nog maar een sigaret bij de koffie en de lunch. Die paar sigaretten kunnen vast geen kwaad, toch? Zij ogen vragen om bevestiging. Ik knik: vast niet. Roken is slecht, daar kunnen we kort over zijn maar het koortsachtig volgen van alle gezondheidstrends en -hypes kan ook niet gezond zijn. Ik rook nog maar ik drink niet meer. Deze maand al elf jaar niet meer. Gezondheid!

Bert Nonkes

1 opmerking: