dinsdag 17 november 2020

Rare jongens...

 


Wat mij meteen opvalt als we naar het zwembad toe lopen, zijn de scheidsrechterstoelen – van die hoge, die ook bij de volleybal worden gebruikt – die halverwege aan de lange zijde van het bassin zijn geplaatst. Inclusief badmeesters, type Baywatch, gewapend met fluit. “I’ve got a whistle and I’m not afraid to use it!” En zo is het maar net.

Onze vakantie, ik ben samen met een vriend in Amerika, kent niet de droomstart die we hadden gepland. We hadden op dat moment in het bezit willen zijn van een eigen auto maar dat schijnt niet mogelijk te zijn voor twee negentienjarige Europeanen. Vooralsnog zijn we aangewezen op de benenwagen. Het is een tocht van anderhalf uur van Greenbelt National Park naar het zwembad. We zijn moe, stoffig en bezweet en rennen naar het verkoelende water. Pfiiiiiet, doet de fluit: niet rennen. Pfiiiiiet: elkaar er niet in duwen! Pfiiiiiet: niet duiken, springen, geen bal, geen crawl. Kortom, alleen de bewusteloze bever is toegestaan: op de rug, handen gevouwen op de borst en drijven. In het land van de onbegrensde mogelijkheden zijn er stappen te maken op het water.

Om een lang verhaal kort te maken, de auto komt er uiteindelijk wel en de beoogde rondreis ook. Van het kille, zakelijke Noorden naar het gastvrije, maar gewapende Zuiden. We worden bedreigd en bestolen maar ook met open armen ontvangen en verwend. Onze conclusie aan het eind van de trip is dat Amerika een fantastisch land is, maar dat de Amerikanen absoluut niet sporen.

Nu, ruim 30 jaar later, als ik samen met mijn zonen intensief de verkiezingen van de USA volg, kan ik niet veel anders concluderen: Rare jongens, die Amerikanen!

Zoals altijd wordt de regel bevestigd door de uitzondering...
Of niet, Adrian?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten