Ik
mag weer! De ‘R’ zit in de maand en dat betekent petroleum halen voor de kachel
in ons Boshuisje. Ik probeer de lege, stuiterende twintiglitervaten in één hand
te vatten en gooi ze op de achterbank van de auto. Achter in het magazijn van
de ijzerwarenwinkel staat de pomp. Ik meld me bij de baas en mag doorlopen, ik ben
bekend volk.
In
de schemer staat de oude, stoffige, rode OK-pomp en even ben ik weer elf en bij
opa in Musselkanaal. Daar zat hij, na zijn pensioen, elke zaterdagmiddag als
pompbediende. Met net zo’n rode pomp. Geen kassa, maar handgeschreven bonnen
met doorslag. Geen pin maar contant. “Opa, waarom leg jij de slang over de pomp
en hang je hem niet netjes terug in zijn houder?” “Gemak dient de mens,
Bertje”. “Ik weet niet wat dat betekent, maar als jij het zegt, is het zo,
Opa”.
Ik
tank en ga afrekenen. Ik meld mij weer bij de baas, die ook al de
pensioengerechtigde leeftijd bereikt heeft. Hij troont achter zijn toonbank en
is alziend, alhorend en alwetend in zijn winkel. Op de rand van een asbak
stijgt de blauwgrijze rook van een sigaret loodrecht en traag als de golfslag
van een passerende praam naar het systeemplafond. De baas, hij rookt. In de
winkel. Dat is normaal. Maar pas op: dat de baas rookt, wil niet zeggen dat wij
gewone stervelingen ook mogen roken in de winkel. Het is zijn privilege, zijn
alleenrecht, het is immers zijn winkel. Hij is aan het minderen, vertrouwt hij
me toe: alleen nog maar een sigaret bij de koffie en de lunch. Die paar
sigaretten kunnen vast geen kwaad, toch? Zij ogen vragen om bevestiging. Ik
knik: vast niet. Roken is slecht, daar kunnen we kort over zijn maar het
koortsachtig volgen van alle gezondheidstrends en -hypes kan ook niet gezond
zijn. Ik rook nog maar ik drink niet meer. Deze maand al elf jaar niet meer.
Gezondheid!
Bert Nonkes
Bert Nonkes
Weer een prachtig verhaal Bert.
BeantwoordenVerwijderen