![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEjz8KbwcpJyZ5MBfCKAeM-Zi3E5qCkApR94Uj052F0hLjhnRBOjSUQGSZt_5J_BKy2ThgKPrNNTGime6jihEUMRadq5D74ZFDuUDjXt6wPhbOIA7BMu68VvWsFRCu-R5x-FY0BZGZ1-Xm4/s200/Bert.jpg)
En dan mijn eigen kinderen… Heb ik me over hun rapporten
nooit zorgen hoeven maken, opvoedkundig heb ik regelmatig met mijn handen in
het haar gezeten. Het vaderschap heb ik op school als een toevoeging gevoeld,
andersom vaak als een belasting. Zeker in gezelschap, “Jij bent leraar, jij
moet dat weten!”. Dus. Maar niet op antwoorden, voordat je het weet gaat het
weer over de vele vakanties in het onderwijs.
“Aardig jochie heb je,” zei mijn buurman tegen mij
na een woensdagmiddag spelen. Ging dit over mijn kind? Mijn kind dat weer door
een of andere ontwikkelingsfase ging, gepaard met onuitstaanbaar gedrag in
huiselijke kring? U ziet, de theorie beheers ik wel. Onmogelijk!
Maar het klopt wel; als kinderen zich thuis veilig
voelen, gaan ze experimenteren, uitproberen en in verzet. Bij een ander ervaren
ze die veiligheid niet dus daar gedragen ze zich zoals wij als ouders het graag
zien. Wil je een volledig kerstrapport van je kroost? Vraag dan ook even het
‘Burenrapport’ op…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten