![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEiEOS-6d22ays8sgnTqmuFi7nptMe4u7Jh3dGIJuPfkhCCjANWQKUty-uUfa-FGwFS-uzpCsmaHbC6jx8f5XtadA6xdESNVQZpvDXCO-QzVhmJ0D8MrjNrWh8jOE4BjVKFTmbqnbTchN6Hw/s200/04+Adrian+Verbree.jpg)
Stel
je heet Ciara, je bent een engel met ´goudblonde lokken en ogen als meren die
niet kunnen jokken´, iedereen houdt van je. Tot afgelopen week, want ineens ben
je ´dat meisje van honderdvijftig miljoen´, of ´die omgewaaide boom, dat
takkewijf´. Wat kan Ciara daar aan doen, het arme kind. Het kan zich nergens
meer vertonen. En Dennis? Dennis ken ik alleen uit een song van Chris de Burgh:
´Dennis is a menace with his: anyone for tennis?´ Wat heeft dat met storm te
maken?
Het
lijkt me beter aangekondigde stormen achteraf een naam te geven, als zaken
duidelijk zijn geworden. Bijvoorbeeld de namen van politici. Die kent iedereen.
En ze hebben nergens last van: ook al kunnen ze zich nergens meer vertonen, ze
blijven toch gewoon opduiken.
Een
paar - de mogelijkheden zijn eindeloos - voorbeelden. Als een storm meevalt,
vrolijk door de duinen bolderde, de Veluwe kietelde en schaterlachend de
randmeren kuste, dan zeggen we achteraf: ´Ach, het was een echte Rutte´. Blijkt
een storm er één in een glas water, dan zeggen we: ´Wat een Baudetje hè, dit
weekend!´ Is er echt schade aangericht, dan hebben we het over ´die gure Geert
Winders van gister. En scheurt een exemplaar uit de buitencategorie de daken
van de huizen, dan kijken we zelf ook even naar buiten, over de grens, en
klagen: ´wat een Pelosi!´. De politieke arena is vol windeieren, windekinderen
en windbuilen.
Adrian Verbree
Geen opmerkingen:
Een reactie posten