Wij zijn deze zomer niet weggeweest. Voor het eerst in ik heb
geen flauw idee hoeveel jaren, decennia, zijn we niet op vakantie geweest.
Als buitenstaander zag ik vanaf juni het hele gebeuren langzaam
op gang komen. Het begint met hier en daar een caravan die op een oprit of
langs de straat verschijnt. Sommige caravans staan vervolgens een maand lang
geheimzinnig te staan. Er gebeurt helemaal niets mee. Vormen ze een stilleven
waar de eigenaars van genieten. Voorpret? Andere worden een maand lang gepoetst
tot op plekken en in hoekjes waarvan ik het bestaan niet eens vermoedde. Er
wordt zo intens gesopt en geboend dat het lijkt of de caravan wordt bewoond
door een nare geest die gunstig moet worden gestemd vóór het gevaarte op de
'péage' kan worden losgelaten. Anderen moeten het doen met een dakkoffer. Het
monteren daarvan scheidt de mannen van de jongens. Ik heb geen dakkoffer, dus
blijft hier helaas in het midden in welke categorie ik val. Na het poetsen en
monteren volgt het inpakken, wat voor de thuisblijvers weer nieuw vermaak
oplevert: gaat het er in of gaat het er niet in?
Maar goed, toen zat het er dan toch ten slotte allemaal in en was
u eindelijk allemaal weg. Heerlijk was dat. Het dorp ademde uit. Ik kon met
mijn fiets slingeren wat ik wilde, amper een auto te bekennen. Ik hoorde nieuwe
vogels, hier en daar de dunne stemmen van spelende kinderen en hoog in het
blauw een propellervliegtuigje, lome zomerse bromvlieg. Het verstilde dorp.
Langzaam drong tot me door: het dorp zélf heeft vakantie. Van ons! Hoe weldadig
was de stilte van het thuisblijven. Ik overweeg herhaling.
Ik hoop dat u ondertussen hebt genoten aan het Gardameer, dat van
Annecy of in Biarritz. Maar als u zo meteen terugkomt, wilt u dan zachtjes
doen?
Adrian Verbree
Geen opmerkingen:
Een reactie posten