Vindt u ook niet dat die laatste periode voor de zomervakantie zo allemachtig snel gaat? Zeker als je schoolgaande kinderen hebt. Vakanties, lange weekenden, sportdagen en voordatje het weet sta je de caravan in te pakken.
“Zou je dat nou wel doen?” mijn directeur keek bedenkelijk
over zijn bril en krabde in zijn baard. Een barbecue werd het. Van zeven tot
negen. En mijn duo-collega zou erbij zijn. En de directeur zelf zou ook een
glaasje komen drinken. Vooruit dan maar. Die logeerpartij zou ik er volgend
jaar wel doorheen drukken. Ik kan u alvast verklappen: die zou er niet komen..
Leerlingen uit het speciaal onderwijs gedijen het best, meer
nog dan leerlingen uit het regulier onderwijs, bij rust, regelmaat en
voorspelbaarheid. Alles waarin een barbecuefeestje op het platteland niet in
voorziet. Om de feestvreugde te verhogen, had ik bij de kringloop zes
hockeysticks op de kop getikt en uitnodigend op ons grasveldje neergelegd. Dom.
Bloembedden, borders, kippenhokken, die ik als natuurlijke begrenzingen van het
hockeyveld had herkend, werden door de leerlingen niet als zodanig gerespecteerd.
Op een gegeven moment belandde de bal ín het kippenhok. Onder de ogen van
ontzette zijdehoenders en doodsbange Barnevelders, ging de wedstrijd in het hok
gewoon door.
De directeur kwam langs op zijn fiets, overzag het strijdtoneel en zei niets.
Samen redden wij, wat er te redden viel.
’s Avonds rookte ik buiten nog een sigaret. In het kippenhok werd luidkeels de
avond geëvalueerd.
Bert Nonkes