![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEh_JLwYGb-WIAS7ErfNlCMjNRzgsoplbeNZdm9IvybTX-g-ZmKv9L93_MmJhpy-dUDlgxqLH9mgmH-eM9fxlp19hCnZFuv0LrYhYECXbUygwnLnU6V41HPuLfP5CSxGlXfNyQEwqrSvm7Iz/s200/03+Bert+Nonkes+-+blog.jpg)
Twintig
jaar geleden werd mijn opa op een zondagochtend verblind door de zon en in zijn
Fordje bijna overreden door een vrachtauto. Hij besloot dat het mooi geweest
was wat autorijden betreft. Ik kreeg de Ford Escort. Opa was 82. Zijn dochter,
mijn moeder, is ook 82. Het leek mij een prima idee om de geschiedenis te doen
herhalen. Toen ik het voorstel op tafel legde om de Toyota Starlet over te doen
aan haar twee kleinzonen, reageerde ze uiterst stellig: “Niks daarvan want ik
ben van plan zelf weer te gaan rijden”.
Ik
was er al bang voor. En ik snap het ook wel. Op het moment dat de auto
verdwijnt, verdwijnt ‘de vrijheid’. De auto maakt de wereld zoveel groter.
Zonder betekent onafhankelijkheid inleveren, wachten tot anderen tijd voor je
hebben.
Aan
de andere kant is er het aspect veiligheid. Is het veilig dat ma weer achter
het stuur plaatsneemt? Nee, absoluut niet! Momenteel houdt ze nauwelijks de
rollator in bedwang. Tijdens de laatste rit die ze met de auto maakte, stond de
hele buurt te bidden op de stoep voor een behouden thuiskomst. Voor haar en de
mensen die ze onderweg tegenkwam.
Ergens
denk ik dat ze dit allemaal zelf ook wel weet. Is de auto verworden tot een
symbool van de bewegingsvrijheid. Maar dat symbool wil ze wel in zicht houden.
Voor het huis op de parkeerplaats.
Binnenkort
ga ik de auto eens nakijken. Volgens mij heeft-ie te veel bougies. Want ja, je
weet maar nooit…
Bert