woensdag 3 juni 2020

Merels zijn…


Ooit waren merels schuwe bosvogels. Je hoorde ze, zag ze niet. Tegenwoordig staat de merel hoog in de tuintoptien, soms zelfs op één.

Merels zijn geweldig.
Ze pikken niet, zoals die schattige koolmeesjes, hun soortgenoten en andere vogeltjes letterlijk de schedel in. Ze roven niet, zoals gaaien, andermans jongen uit het nest.
Merels zijn geweldig,
Op de nok van uw dak zijn ze in juni uw wekker ruim voor en wekken u met zulk zoet gekwinkeleer dat ontwaken bijna acceptabel wordt.
Merels zijn geweldig.

Behalve die in mijn tuin. Ik heb een paar bonsais, van die miniboompjes (bonsai betekent gewoon: boom in pot). Het voorjaar is een spannende tijd voor de bonsaihouder. Bij een beetje bonsai heeft zich rond de stam een mooi, dicht mostapijt gevormd. Merels beschouwen dit groene fluweel als fijne aankleding voor hun nest. Kom je ´s morgens buiten, even de bonsais bewonderen, blijkt de helft van je mos weggepikt: merels! Vorige week was het weer zover.

Waar was mijn buks: ik had ineens een onstilbare trek in gevulde merel! Terwijl ik vol moordgedachten rondkeek, viel mijn oog op een uitstulping onderaan de stam van een bonsai die ik op ooghoogte heb staan. Ik sloop dichterbij en stond in oog met het mosmonster. Met zwarte kraaloogjes keek ze mij vanuit haar vers gevlochten nest aan, aarzelde even, ging er toen toch maar vandoor om op het dak adequaat moord en brand te gaan zitten schreeuwen. In het nest drie blauwgroene eieren op een bedje van mos. Mijn mos. Een omelet dan maar? Ik kon het niet over mijn hart krijgen. En dus worden er op dit moment onder mijn bonsai drie mosrovers uitgebroed.
Merels zijn @#$%*!!!

Adrian Verbree


Geen opmerkingen:

Een reactie posten