woensdag 21 augustus 2019

Guerrilla


Boven mij klinkt het alsof er een guerrillaoorlog aan de gang is. Ik pak wat te drinken en ga er eens goed voor zitten. Hier wil ik niets van missen. Vanuit het gebladerte zien ze me lachen; als blikken konden doden.

Deze zomervakantie ruilden wij ons vakantiehuisje voor een weekje met de bewoners van een appartement op vierhoog in Amsterdam-Zuid. Zij een week rust, wij een week herrie. Normaal gesproken laten wij zo’n weekje op ons af komen. We zien wel. Echter, deze keer is één dag al van tevoren ingevuld: we gaan klimmen in het Amsterdamse bos. Klimmen impliceert hoogtes en beweging, geen begrippen die veelvuldig op mijn ‘bucketlist’ voorkomen. “Ga dan niet”, hoor ik u denken, en terecht. Maar wij vonden vrijkaartjes voor deze attractie bij het opruimen van de spullen van mijn moeder. Weggooien zou zonde zijn, ik blijf wel Groninger.
Voor je de boom ingaat, krijg je een tuig om dat door een vriendelijk lachende medewerker extra hard wordt aangesnoerd. Aandachtspunt hierbij is dat de uitwendige voorplantingsorganen dusdanig gepositioneerd worden zodat ze niet worden verrast door de knellende banden. Een net te klein blauw helmpje op en je staat voor lul. Dus klaar om aan de slag te gaan.
De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat het me meeviel, ik vond het zelfs leuk. Tijdens het eerste parcours probeerde ik uit te stralen dat ik dit al jaren deed, waardoor ik van de opgebouwde spierspanning me als een parkiet met Parkinson door de boomkruinen bewoog. Die houding heb ik snel laten varen.
Als je eenmaal op een parcours bent ‘ingeklikt’ met je veiligheidslijn, dan is er geen weg terug. Dat besef dringt langzaam door bij het Braziliaanse gezin waar ik naar zit te kijken. De vrouwen hysterisch en de mannen te dik. Ze moeten nog zeker 50 meter. Ik schenk nog eens in.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten