woensdag 1 augustus 2018

Bruts


Mijn vader had in geval van standaardsituaties diverse standaarduitspraken paraat. Werd er bijzonder slecht gevoetbald op tv dan was het: ”zunde van ’t gras dat de speulers erop liep’n”. Maakte ik zijn flesje bier open: “Breek mie d’’r gain glas of!’ En was het bijzonder warm weer dan: “Kinst d’r wel bruts (broeds) bie word’n”. Het slaat nergens op, maar hij had de lachers op zijn hand.

En als het dan eens brutsig weer was, dan was er kans dat er bij ons gebarbecued werd. Dat liep volgens een vast patroon. Barbecue was leuk maar er mocht geen journaaluitzending onder sneuvelen. Dus moest de barbecue plaatsvinden tussen 18.15 en 20.00 uur. Als hoofd van het gezin ging mijn vader over het vuur en mijn moeder over het eten. In het rode bakje op de gammele drie poten ging een zak kolen en één (wat kost dat wel niet!) reepje aanmaakblokjes. Dat ging natuurlijk nooit aan. Omdat de hele onderneming een aanslag op zijn geduld was, ging er vervolgens een fles spiritus op. Dat brandde best. Zodra de vlammen onder roosterniveau waren, werd het rooster vol met kippenvleugels gestouwd. Die waren binnen twee minuten verbrand, dus klaar. Haal nog even een biertje, en ‘breek mie d’’r gain glas of!’
Om acht uur zat mijn vader voor het journaal en mijn moeder en ik bij een perfect brandend vuur het zwart van de kippenvleugels te schrapen. Jarenlang heb ik de barbecue geassocieerd met salmonella en Harmen Siezen. Het zijn van die gebeurtenissen waar je je op dat moment aan stoort maar later door het genadige filter van de tijd met een glimlach aan terugdenkt. ‘Uren, dagen, maanden, jaren, vliegen als ‘een schaap door ’t veen’. (Willem Nonkes, Groningen, 1934-1996)

Bert

Geen opmerkingen:

Een reactie posten