woensdag 18 april 2018

Gezicht


“Heb je er eigenlijk wel lol in?” Ik krijg de vraag terwijl ik net van het podium gestapt ben waar ik met mijn bandje heb staan spelen. Ik kijk er niet van op, dat wordt mij vaker gevraagd. Mijn gezichtsuitdrukking houdt het midden tussen “de Denker” van Rodin en de mededeling van de tandarts dat de verdoving op is.

Waarom toch, want muziek maken is mijn grootste hobby, dat weet iedereen die mij een beetje kent. Eerlijk gezegd: ik weet het niet precies. Kijk, muziek maken lukt soms om allerlei redenen niet. Soms loopt het niet lekker en op sommige momenten klopt alles. Dat laatste, daar ga je voor als muzikant. Soms wordt er vanuit het publiek geroepen: “Lachen, Bert!” Wanneer ik besluit dat eens te proberen, gaat het mis op de basgitaar. Ik heb blijkbaar alle concentratie nodig voor mijn spel. Daar ben ik dan ook een man voor; ik kan maar één ding tegelijk.

Het is ook geen kwestie van zenuwen. Ik weet wat ik kan en ook heel goed wat ik niet kan. Voeger was ik wel nerveus. Ooit speelden we in het voorprogramma van Brood. Dé Herman Brood. Een week voor het optreden was mijn maag zo van streek dat ik dagen op geraspte appel met kaneel en slappe thee heb geleefd. Meteen na het optreden verdroeg ik op miraculeuze wijze weer ineens hamburgers en bier. ‘t Is ook geen kwestie van alles of niks. Ik ben trots op wat ik doe maar ik hang er niet mijn hele identiteit aan op. Je moet wel realistisch blijven.

Ooit werd ik muzikant omdat ik een hekel aan dansen heb (al sinds ik kleuter ben). Op mijn veertiende kocht ik mijn eerste gitaar. Sindsdien heb ik er een diepe liefde voor ontwikkeld. Maar dat is aan mijn gezicht niet af te lezen. Zelfs niet na 34 jaar. Laten we het er maar op houden dat mijn gezicht zo het lekkerst zit.

Bert

Geen opmerkingen:

Een reactie posten