woensdag 21 maart 2018

De Poepeloer


In een groen, groen, groen drollen drollenland, daar poepten twee hondjes heel parmant.
En de een, die poept’ in ’t fluite- fluitekruid en de ander poept’ op een hommel.
Toen kwam er helaas geen jager, jager aan en die heeft er geen geschoten.
En dat heeft naar je wel denken, denken kunt, mij bijzonder zeer verdroten.


Dit oudhollands versje kwam bij me boven, toen ik onlangs met een drol werd verenigd. Het overkomt iedereen en altijd op het verkeerde moment. Je zult net voor dat sollicitatiegesprek naar binnen stappen als: flots… Je schraapt nog wat met een stokje, maar hoe goed je verder ook in je vak mag zijn, je staat meteen in een kwade reuk. Shit happens.
Dit is geen stukje tegen hondenbezitters. Ik heb zelf een hondje gehad en dat heeft wel eens wildgepoept en ook wel eens ‘tweens’. Ik wil hondenbezitters geen schuldgevoel aanpraten, al zou het mooi meegenomen zijn. Mijn hondje is toch al dood. Nee, ik wil de loftrompet steken over de poepeloer.
De poepeloer?! Er schuifelt een merkwaardig voertuigje door Hardenberg. Vanuit een ietwat benauwd ogende cabine bedient een deskundige een sterke zuiger die drollen uit het gazon rukt: de poepeloer. Wat een geweldige besteding van ons gemeentelijk belastinggeld! Je wilt niet weten wat de halfwaardetijd van een drol is; honden schijten voor de eeuwigheid. Maar nu is in no-time de groenstrook weer groenstrook. Ik stel een kleine extra voor: achterop de poepeloer wordt een sproeier gemonteerd die het gras drenkt in een biologisch afbreekbaar sopje, zodat alles instant naar viooltjes ruikt. Maar ook zonder dit (een lekkerkbekje verdienend) idee, zeg ik tegen de betreffende ambtenaren: jullie zijn mijn helden. De poepeloer, dat is nog eens een gemeentelijk belang.

Adrian Verbree

Geen opmerkingen:

Een reactie posten